Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 22 december 2012

Jaaroverzicht Allerhande 2012


Another year over, zingt John Lennon in het onverbeterlijke kerstlied Happy Christmas (War is over), a new one just begun (and four more for theObama's).
Ik ben blij dat we nog bestaan én heb erg gelachen om de voorstelling De ploeg danst op de vulkaan met een boekje erbij met de instructies voor wat er komen gaat op de dag dat de wereld vergaat (gister dus).

Een jaar geleden schreef ik vol verwachting over het FNV en Occupy. Beide bewegingen maakten niet waar wat ze in potentie wel zouden moeten kunnen. Vooral in een tijd waarin de crisis onverminderd van zich laat spreken.

Ik begrijp soms de angstige geluiden daarover niet. Het zou toch ook niet goed zijn als de welvaart maar toeneemt met alle vervuiling van dien. Zolang die maar eerlijk verdeeld wordt, niet alleen nationaal, maar vooral mondiaal. Dat moet uit te leggen zijn, lijkt me.

De crisis als kans. Lichtpuntjes genoeg. In een serie radiouitzendingen sprak Ziggy Klazes afgelopen jaar met allerlei personen die aan de poort rammelen van een andere orde: een filosoof, een Nudger, een politicus, een bestuurder als Rinnooy Kan, die van wanten weet. Slecht gaat het volgens hem niet. Hij ziet niet lichtzinnig alleen de positieve kanten de toekomst, maar is ook geen doemdenker.

Ik was blij met de overweging van Thomas von der Dunk in de Volkskrant die het optimisme van sommigen relativeert. De macht is in handen van enkelingen, die hun positie niet zomaar zullen afstaan. De wereld blijft een strijdtoneel.

Het is niet mijn bedoeling om alle gebeurtenissen langs de ethische meetlat te leggen, maar sommige wil ik vermelden. Rusland was erg in het nieuws het afgelopen jaar maar inmiddels heeft tsaar Poetin de touwtjes strak in handen. Hoe komt het dat het verzet tegen hem is afgenomen? Russen zijn volgzaam, hoorde ik correspondente Kysia Hekster zeggen, maar ik begrijp (Trouw, 15 december j.l.) dat de Goelag Archipel ook nog niet afgeschaft is (ook de Chinese niet, las ik vanmorgen in dezelfde krant).

De toestand in de Arabische wereld is er een van blijvende zorg, al klinkt dat paternalistisch. Wat er afgelopen jaar allemaal in Syrië aan gruwelijkheden heeft plaatsgevonden, moet de werkelijkheid tarten. Het is te hopen dat Europa de banden met de Arabische landen nauwer aanhaalt. Ik ga de toestand in Egypte straks zelf een paar weken bekijken en proeven. Democratie en religie. Een boeiende combinatie, zoals afgelopen dinsdag bleek op een informatieavond over Syrië. Voor het westerse model geef ik niet zoveel, maar de mensenrechten dienen gewaarborgd te zijn. Hoe doe je dat? Dat is een kwestie van uitzoeken of van Strijd om de macht, om met Rudi Vranckx te spreken. Voor mij een reden om mijn twibbon over 25 januari, de dag van de Egyptische revolutie op het Tahrirplein te laten staan. 

De literatuur tenslotte. Mijn roman De konijntjes heb ik voorlopig opgeborgen. De laatste tijd was ik bezig met een ander, wat lichtvoetiger, project: de roman Van April tot Juli: in de mooiste maanden van het jaar doemen de mooiste vrouwen op voor het oog van een oudere schrijver, die in zijn jeugd erg verlegen was maar dat inmiddels heeft overwonnen. Een deel van deze roman, over de jongere Juli, is in zeven hoofdstukken te lezen op de site van Nederland-schrijft, een pilot-project van de Stadsbibliotheek Haarlem en omstreken. 

Nog zeven (of is het acht?) jaar te gaan. Ik wens de lezers van mijn blog een goed jaareinde en een mooi begin van 2013 en zeg met John Lennon:

So this is Christmas and what have you done,
Another year over, a new one just begun.
And so this is Christmas, I hope you have fun,
The near and the dear ones, the old and the young.
A very merry Christmas and a happy New Year
Let's hope it's a good one without any fears.
And so this is Christmas for weak and for strong,
The rich and the poor ones, the road is so long.
And so happy Christmas for black and for white
For the yellow and red ones let's stop all the fights.
A very merry Christmas and a happy New Year
Let's hope it's a good one without any fear.

Rauwer (2012), documentaire van Anneloek Sollart


Jongen dupe van strijd tussen moeder en kinderbescherming

Nederland weer op zijn smalst. Als een meisje een zeilreis om de wereld wil maken, is het land in rep en roer, als er een walvis overlijdt brengt meer pennen in beweging dan over de strijd in Syrië, als een moeder overtuigd is van een bepaalde voeding voor haar zoon, valt het hele aangeharkte intolerante land over haar heen, waarbij de zoon de dupe wordt.

Anneloek Sollart maakte vijf jaar geleden de documentaire Rauw over de toen tienjarige Tom Watkins uit Amsterdam, die sinds zijn vijfde rauw voedsel eet, dat Moerman-achtig oogt. De film riep heftige reacties op. Hugo Borst reageerde furieus in De wereld draait door: de gescheiden Francis Kenter moest het ouderschap worden ontnomen.

In vijf jaar tijd is de kruistocht alleen maar verder gegaan. In 2010 schrok Francis van een melding van het AMC aan de kinderbescherming dat de groei van Tom achterbleef. Ze dacht echter dat men niet kon aantonen dat er iets mis was. Rauw voedsel bevat geen groeihormonen zoals die voorkomen in zuivel. Het AMC stelt echter tekorten vast. Vertrouwensarts Jolande Schoonenberg spreekt zelfs van verwaarlozing, Richard Bakker van de Raad van de Kinderbescherming gaat daarin mee.

Tijdens een Raw Food Event legt een goeroe vol overtuiging uit dat arthritis het gevolg is van een teveel aan calcium en dat chronische ontstekingspijn verdwijnt door contact met de aarde. De goeroe ziet Tom als een testcase. Naast zijn moeder en de kinderbescherming nog iemand die zogenaamd het beste met de jongen voor heeft, maar hem gebruikt om zijn eigen gelijk te halen. Hij adviseert de moeder om de tekorten op te vangen met rauwe boter en hertengewei.  

Tijdens een zitting van de arrondissementsrechtbank over een ondertoezichtstelling verdedigt huisarts Van der Blom het eten van rauw voedsel. Meer schade ziet hij als Tom wordt weggehaald bij zijn moeder. De rechter heeft problemen met het feit dat Tom niet op de middelbare school zit maar thuisonderwijs krijgt. De moeder vindt namelijk dat de school een slechte invloed heeft op het eetgedrag van Tom. De rechter stelt vragen aan Tom over het eten van een kroket, maar luistert niet echt naar zijn antwoord. Dat zat al in zijn hoofd. Niet het eten is een probleem maar het schoolverzuim. Hij houdt de zaak zes maanden aan. De kantonrechter spreekt van het ontduiken van de leerplicht.

Het AMC meldt dat Tom een voorgeschreven dieet niet volhield en dat hij geen contact meer met het ziekenhuis onderhield. Juist in de puberteit is goede voeding van groot belang. Helaas ondervraagt Sollart niet de moeder. Wellicht had ze er geen vertrouwen in en leek het haar het beste om maar gewoon de afspraken te laten verlopen. Anderzijds is de moeder erg principieel.

Tom en zijn moeder zijn bij de vader en de oudere broer Ben in Minehead. Ben is blij dat Tom er is. Hij kreeg zelf ruzie met zijn moeder over het rauwe eten en ging daarom naar zijn vader, niet met de bedoeling zijn broertje in de steek te laten. In dit conflict tussen loyaliteiten blijft de Britse vader nuchter. Het rauwe voedsel was geen reden voor de scheiding maar wat wel de reden was, komt helaas niet boven tafel. Alweer een gemiste kans voor Sollart. 

Als de ondertoezichtstelling met een jaar wordt verlengd, tekent Francis hoger beroep aan. Volgens haar ziet de rechter haar als een kenau. Haar moeder zit ermee in haar maag en raadt een second opinion aan. Francis zegt dat ze zou flippen als men Tom van haar zou afnemen. Ze zou hem laten onderduiken, eerst bij zijn vriendinnetje Tara.

De kinderarts die de second opinion heeft uitgevoerd, beaamt dat Tom in groei achterblijft. Het is de vraag of hij de achterstand nog kan inhalen. Het argument van de groeihormonen in melk gaat volgens haar niet op. Francis vindt het vervelend dat ze bang gemaakt wordt. Ze wil niet het verwijt krijgen dat zij verantwoordelijk is als de groei van Tom achterblijft. Ze blijft erbij dat zuivel schadelijk is. Tom vindt een lengteverschil van zes centimeter nog gaan, maar twaalf centimeter wel veel. Francis meet zijn lengte en constateert dat hij gegroeid is dan wel dat ze onnauwkeurig gemeten heeft (zie foto).   

Anouk Martijn van Jeugdzorg denkt niet het risico van een groeiachterstand opweegt tegen uithuisplaatsing. Tom zou zelf moeten aangeven dat hij dat wil. Tara eet wel vis, maar respecteert zijn keuze. Tom zegt dat hij ook af en toe bij haar zou kunnen eten, maar volgens zijn moeder kan de kwik in de vis in de hersenen gaan zitten.

De uitspraak in hoger beroep brengt geen verandering. De rechter vindt dat de cognitieve ontwikkeling en de geestelijke vermogens van Tom geschaad worden door onttrekking van het onderwijs. En Tom? Tom is de dupe van al dit gedoe. Inmiddels is hij, bedreigd door
uithuisplaatsing, ondergedoken. Wellicht tot de documentaire Rauwst. Inmiddels blijven al die dikke kinderen die volgestouwd worden met cola en chips buiten schot.

Hier meer informatie.

vrijdag 21 december 2012

Het ritme van Elly de Waard (2012), documentaire van Deborah Wolf en Jeroen Wolf


Dichteres met verdiepende inhoud en vereenvoudigende stij

De mannelijke ogende Elly de Waard beweegt zich in haar rustieke villa Vogelwater in Bergen met huishoudster als een barones, maar wel een bijzondere. Ze opent de dag met de beurskoersen, bekijkt filmpjes op YouTube, verzorgt de nalatenschap van haar overleden partner Chris van Geel, leest een gedicht over een ontmoeting met een boeiende vrouw met wie ze naar bed had gewild, die echter op niets afliep en zaagt tussendoor een boom om of maait het gras met een zeis. Fysiek werk als tegenwicht tegen de geestelijke arbeid.

Na het gymnasium in Alkmaar wilde De Waard dichteres worden. Ze zag een advertentie in boekhandel De Haan waarin dichter Chris van Geel assistentie vroeg om zijn gedichten uit te typen. Tot ontzetting van haar moeder werd ze verliefd op de oudere man uit Groet, die teleurgesteld was in het leven. Samen sneeuwden ze in. Voor De Waard betekende het een nieuwe weg, die leidde tot haar eigen dichterschap. Ze had een dichter gekozen en kreeg de man erbij cadeau, zo heeft ze het vaak genoemd.

Van popjournaliste voor Vrij Nederland en de Volkskrant ontpopte De Waard zich als dichteres, die gebeurtenissen uitslijpt in taal, zoals ze het zelf uitdrukt. In het lege Olympisch stadion werd haar gedicht Kampioensschap op film vastgelegd. Daarin vergelijkt ze de fysieke verwantschap tussen twee voetballers tijdens een gevecht om de bal met een vrijend paar. Door beelden uit heel verschillende gebieden te koppelen, slaat er een vonk over, zegt ze. Ze komt daardoor zelf tot een beter begrip. Volgens Daan Cartens, conservator van het Letterkundig Museum, was de publicatie van haar eerste gedicht in de Revisor een gebeurtenis. Als popcriticus schreef ze al opvallend scherpe recensies, dus een carrière als dichteres kwam niet uit de lucht vallen.   

De Waard toont een persoonlijk gesigneerd album van Dusty Springfield (zie foto) en vertelt dat de zangeres op haar viel, net als Janis Joplin trouwens. Ze bewondert de stem van Dusty. Op haar crematie of begrafenis wil ze het nummer Going back laten horen. Ze zoekt recensies in haar archief. De sound van The Police betitelde ze als muziek over de desillusie. Ze zocht een diepere laag en legde daarmee de basis voor de erkenning van de popmuziek. Ze hield van de live-concerten. Ze had echt het gevoel dat de popcultuur bij haar generatie hoorde. Haar gehoorbeschadiging nam ze voor lief, maar ze is blij dat ze het ruisen van bomen en de zee nog wel hoort, want dat stelt haar gerust.  

Haar huishoudster bepaalt het ritme van De Waard, die ontbijt op bed en dan mijmert. De huishoudster heeft geprobeerd samen op bed te ontbijten, maar De Waard deed dat toch liever in haar eentje. De vrouw gaat mee naar een optreden in Lommel, waar De Waard voordraagt. Ze zegt dat De Waard twee heel verschillende kanten heeft: vriendelijk en onvriendelijk, tolerant en sterk oordelend, subtiel en grof.

Het is moeilijk de actualiteit onder woorden te brengen, zegt De Waard. Die vraagt om afstand. Ze was lang bezig met De ballade van de vermoorde politicus over Pim Fortuyn. Ze had het idee dat ze niet verder kon als ze dat niet voltooide. Ze was er zelf tevreden over, maar intimi waren zo kritisch dat ze gebrouilleerd met hen raakte. Als een vrouw met iets nieuws komt, wordt dat vreemd gevonden, zegt ze. Ze noemt als voorbeeld een opmerking in Hollands Dagboek over een vriendin die ze liet winnen met kaarten omdat ze dan beter zou zijn in bed. Volkskrant-colllega’s vonden dat idioot. Hetzelfde geldt voor haar gedichten die niet besproken worden. Op het Dichteressenfestival in 1983 liet ze voor het eerst haar feministische kant zien. De Anna Bijns-stichting in 1985 kwam eruit voort, die een tweejaarlijkse prijs uitreikt aan een Nederlandstalige schrijfster. Zelf vindt ze dat haar werk zich verdiept en dat haar stijl eenvoudiger wordt. Ze is voldaan, maar nog niet uitgewerkt.   

Fraai is de hoge vrouwenstem als van Kate Bush die af en toe in de documentaire klinkt.

Hier de promo.

Portret van een moeder (gedicht)





Zij oogt uitgeput en grauw
de groeven op haar gezicht
vertellen van een zwaar verleden.

Zij kijkt verdrietig, vragend
lijkt het wel, om begrip
voor wat haar is aangedaan.

Voor hetgeen we haar dagelijks
onbewust of bewust voor
ons eigenbelang aandoen.

Tot het winnen van schaliegas aan toe
worden de natuurlijke bronnen aangewend
om ons te verrijken met meer en meer. 

Kom, lijkt ze te willen zeggen
wees wijzer, gebruik je verstand
het is een illusie dat bezit gelukkig maakt.

Een gevoel van verbondenheid en overgave
is zoveel meer waard dan een
nieuwe, nog grotere flatscreentelevisie.

Ze kijkt ons aan met een blik
alsof wij haar toch niet geloven,
                                                           we doen alsof we haar niet horen. 

Filmrecensie: The Shift of the Ages (2010), Stephen Copland


A passage between cosmic reasons

Over de breuk in de tijd die vandaag, 21 december een feit is, is veel geschreven. Veel onzin ook. Eerder zou de wereld vergaan. De aloude Maya-cultuur, die werd vernietigd door de Spaanse en Portugese kolonisten maar in het geheim voortleefde, zou dat op een van hun kalenders voorspeld hebben. Begin dit jaar hoorden we echter dat de Maya’s het anders bedoeld hadden. Om meer inzicht in de materie te krijgen, bekeek ik een film over de huidige leider van de Maya's, Don Alejandro Cirilo Perez (zie foto).

De documentaire film gaat over diens missie. Alejandro brengt tijdens de omwenteling die wordt voorgesteld als a passage between cosmic reasons een boodschap van eenheid aan de wereld. Zijn verhaal begint met dat van een schoenpoetsertje in Guatemala, die door de advocaat lezen en schrijven werd geleerd. Later werd hij door de Maya’s verkozen tot hun voorganger.

Alejandro kreeg zijn informatie bovenop een berg. Daar nam hij de bijnaam Wandering Wolf aan. In de onzichtbare wereld leeft van alles waarmee we ons kunnen verbinden. Tijd wordt in een ander perspectief gezien, niet mechanisch maar kosmologisch. Volgens een van de Maya-kalenders loopt op 21 december 2012 de oude tijdrekening ten einde en begint er een nieuwe cyclus. Die biedt ons de mogelijkheid onze wonden te helen, zoals de die we elkaar hebben toegebracht als die aan de aarde.

Het is een boeiend verhaal dat echter een wat kinderlijk vervolg krijgt over een conflict over een staf gaat met een uitgemolken verhaaltje eraan vast.

Mooi is nog wel de zienswijze tussen de verschillen tussen Noord- en Zuid-Amerika. Het eerste gebied wordt gezien als de Adelaar die de mind vertegenwoordigt, het tweede als de Condor die het hart vertegenwoordigt. Guatemala ligt daartussenin als een brug. Vaak worden er conferenties tussen de vertegenwoordigers van de verschillende gebieden gehouden.

Alejandro gaf zijn staf voor een conferentie in 1997 aan Valentin, vertegenwoordiger van de Condors, die hem in 1999 zou overhandigen aan de Eagles, waarna Alejandro hem in 2000 terug zou krijgen. Zover kwam het echter niet. Valentin besloot de staf te houden. Die hielp Morales in het zadel in Bolivia en werd gebruikt tijdens zijn inauguratie.

Alejandro beklimt een oude tempel met vele trappen, die de langste weg naar het hart moet voorstellen. Na een meditatie bovenop de tempel besluit hij om naar Peru te gaan om een vertrouweling op te zoeken en vervolgens in Bolivia met Valentin te overleggen. In de vroege ochtend aan het heilige Tiwamaku-meer vindt, in het gezelschap van vele bontgekleurde volgelingen, een ceremonie plaats waar Valentin de staf teruggeeft aan Alejandro. De laatste reist de wereld reist en spreekt overal zijn boodschap van eenheid uit. Terloops wordt nog opgemerkt dat Valentin opgepakt vanwege cocaïne handel, hetgeen de man op het moment van de film nog steeds ontkent.

Het is het uur van de dageraad, sta op. Het zijn mooie woorden, mooie rode kleuren, mooie mensen, mooie beelden en mooie panfluiten, maar helaas is het allemaal te veel van het goede en heeft het net te weinig inhoud voor iemand die iets meer hoopte te horen over de nieuwe tijd.   

Hier meer informatie over de film en over de maya’s en hun kalenders, hier Don Alejandro zelf aan het woord, hier een site met enige trailers.

donderdag 20 december 2012

Recensie: Kind van een vreemde (2011), Alan Hollinghurst


Een sluier opgelicht over broeierige relaties in het begin van de twintigste eeuw

Deze vijfde roman van Alan Hollinghurst is een lijvig werk in vijf delen over de hogere klassen in Engeland, waarin we steeds in een andere tijdsperiode belanden. We beginnen voor de Eerste Wereldoorlog in de landhuizen met bedienden. In de loop van de tijd wordt langzaamaan duidelijk wat zich precies heeft afgespeeld in de beginjaren.

Kern van de roman is de relatie tussen twee families, die tussen Sawle en Valance, die respectievelijk in Two Acres en Corley Court wonen. Deze families worden aan elkaar gekoppeld vanaf het moment dat George Sawle op zijn college de jonge dichter Cecil  Valance ontmoet en mee naar Two Acres brengt. Meteen is alles daar in rep en roer. In de familie Sawle denkt iedereen dat Cecil  iets met hem of haar heeft. Dat geldt voor zus Daphne en haar moeder, de weduwe Freda. Zelfs de dienstjongen is in de ban van Celice. Alleen broer Hubert blijft er buiten. Die heeft al wat met een oudere heer.

In het tweede deel kijken we terug op de dood van Cecil op 25-jarige leeftijd, gesneuveld in de Eerste Wereldoorlog. In Corley Court komt men samen ter nagedachtenis aan de dichter. Daphne is inmiddels in het huwelijk getreden met Dudley, de starre broer van Cecil, maar erg goed kunnen ze het niet met elkaar vinden. Inmiddels heeft Daphe een oogje op een kunstenaar en Dudley doet het met de nanny van hun kinderen.

Hollinghurst verstaat de kunst van het uitleggen in de zin van het uiteenzetten, het uiteenrafelen van gevoelens. Van steeds grotere afstand en door steeds andere ogen zien we in de volgende delen de vroegere relaties veranderen, verkleuren. Door die van biograaf Paul in deel vier bijvoorbeeld, die op een bank werkt en een seksuele verhouding krijgt met muziekleraar Peter die op het inmiddels tot een school omgebouwde Corley werkt. Het fascinerende is dat Hollinghurst al die verschillende, broeierige (homo)seksuele gevoelens beschrijft die tussen de familieleden leven. Daardoor is het een roman die met langzame teugen ingenomen moet worden.

Soms lijkt het erop of verhaal bedacht om de functie van de herinnering te exploreren. Daphe, die zelf een autobiografie geschreven heeft, zegt daarover:
‘Het was een feit dat alle interessante en doorslaggevende zaken in haar leven als volwassene waren gebeurd terwijl ze min of meer dronken was: van wat er na 18.45 uur was gebeurd, stond haar weinig meer bij, en de wazigheid van de avonden van de afgelopen zestig jaar en langer geleden, had ook de dag bereikt.’

Paul neemt de taak op zich om de oude familieleden op te zoeken, nadat hij ontslagen is als bankbediende en wordt geconfronteerd met de valkuilen van een biograaf.
‘De zichzelf in de weg zittende weerstand was een vaak voorkomend probleem, waar alle biografen van recente thema’s mee te maken kregen en waar ze zelf een oplossing voor moesten zien te vinden. Mensen wilden niet iets loslaten en vervolgens verweten diezelfde mensen je dat je het niet wist – behalve natuurlijk als je George Sawle was, die anders dan gebruikelijk zijn geheimen nogal ontremd had prijsgegeven.’

Of zoals hier over de gevolgen van een biografie:
‘Hij moest voorzichtig te werk gaan maar begreep duidelijker dan ooit dat de schrijver van een biografie niet alleen over het verleden moest schrijven en dat de geheimen waar hij mee bezig was de komende jaren gevolgen hadden voor het leven van anderen.’

Of de moedeloosheid van de biograaf:
‘Het was ontstellend wat ze zich niet meer konden herinneren, en met zijn belangrijkste getuigen, allemaal in de tachtig, zweefde hem een beeld voor ogen dat ze vastzaten in een sleur, of in een tredmolen, en hardnekkig als kuddedieren achter dezelfde door de tijd gladgestreken herinneringen aan renden.’

De stijl, zoals blijkt uit het laatste citaat, is superieur: vormelijk en klassiek, waarbij men zich in een theaterzaal waant waar het familiedrama zich aan de kijker volttrekt. Kind van een vreemde is monumentaal portret van een Victoriaanse generatie en een reflectie daarop waarmee de feestdagen vanzelf vervliegen.

Als ik het niet doe, doet niemand het, Dolf Jansen, tv registratie, 24 november 2012


Toneel en televisie ineen, een boeiend experiment

Als ik het niet doe is een registratie van twee verschillende showedities die Dolf Jansen de  afgelopen tijd op de planken bracht. Het bijzondere is dat hij tussendoor met een cameraman rondloopt door een welgestelde buurt in Hilversum en kijkt of de mensen wel afgestemd zijn op zijn programma. Zo niet, dan is hij niet te beroerd om zelf de televisie op het juiste kanaal te zetten.

De titel Als ik het niet doe, doet niemand het is niet volledig maar nog langer. En daar zal ook wel weer een  reden voor zijn, maar mij wordt weer eens niets verteld. Jansen herhaalt - in een sober decor met een paar letterbalken - verschillende keren de titel, praat erg druk, een spraakwaterval, waar geen eind aan komt zonder dat er zoveel inhoud over zijn lippen komt. Het programma begint wat knauwerig, maar later op de avond wordt dat beter, samenhangender.

Helaas dateren mijn aantekeningen van een tijdje geleden, waardoor ik de grappen kwijt ben. Ik herinner me vaag iets over Volendam, dat het daar zo waardeloos was dat men aan de coke ging. Een terugkerend thema in het eerste gedeelte betreft het verdwijnen van de feiten. Daarmee samenhangend herkent men zich tegenwoordig niet in het beeld, zoals de Italiaanse kapitein van het cruise schip dat op de rotsen voer. Jansen roept op in geval van een dilemma de andere kant te zien.

Na de eerste onderbreking spreekt hij over zijn jeugd in de Kazernestraat in Amsterdam-Oost. Tijdens een wandeling met zijn ouders in Muiderberg vond hij een kastanje en plantte die stiekem in de tuin. Later nam hij het boompje mee naar de nieuwe woning in het Linnaeushof in de Watergraafsmeer.

Hij refereert aan Rosa Parks, een zwarte vrouw die in de jaren vijftig in het zuiden van de Verenigde Staten in een bus zat en niet opstond voor een blanke en daarmee uiteindelijk een omwenteling veroorzaakte in de rassenverhoudingen. Het brengt hem op hardlopen, zijn trainingsarbeid in Afrika, waar hij wordt ingehaald door meisjes die naar school gaan en de verschillen tussen zwarte en blanke lopers.

Hij komt tijdens een onderbreking terecht bij een echtpaar dat het goed vindt dat hij bij hen op de bank komt zitten. De man is geen oude communist zoals Jansen denkt maar een CDA-er, de vrouw voor Groen Links. Dolf zit tussen hen in.
Het volgende fragment gaat over de Arabische wereld waar vrouwen geen auto mogen rijden. Omdat dat in de Koran staat. Een wever maakt expres een fout in het tapijt omdat hij zich niet op dezelfde lijn als God wil stellen.

Inmiddels hangt er bij het echtpaar ook een geweven tapijt boven de bank. De vrouw nam het mee van vakantie.
Falen is leuker dan succes. Jansen vertelt over zijn voetbalcarrière bij ODOS. Hij moest als kind een belangrijke wedstrijd spelen, maar ontdekte in de kleedkamer dat hij zijn kicksen vergeten was. Wat te doen? Hij besloot dan maar op zijn sandalen te gaan. Zoveel deed hij er toch ook niet toe in het elftal. Zijn vader zag hem echter de kleedkamer uit komen en spurtte met de auto naar huis om de voetbalschoenen op te halen. Heel toepasselijk waren het Quicks, waarop hij als reservespeler stond toe te kijken.

Dolf is niet meer weg te slaan bij het echtpaar.
Hij begint over zijn dochter van veertien, die wel van wanten weet. Hij heeft, net als de vader van Laura, een zeilboot voor haar gekocht.

Tenslotte zien we hem uit beeld verdwijnen. Hij moet de trein nog halen. Een boeiend experiment.

Hier de trailer van een van de theaterprogramma’s, hier mijn verslag van een gesprek met Dolf in P&W.  

woensdag 19 december 2012

Syrië – mozaïek van religieuze en etnische groepen, informatie-avond, 18 december 2012



David Renkema van het kenniscentrum Religie & Ontwikkeling leidt de avond in het Humanity House te Den Haag in en spreekt over de moeilijkheid van het begrip religie dat zowel over ervaringen, ideeën, personen en rituelen kan gaan. Syrië is net zo complex. Hij hoopt dat er vanavond enige helderheid geboden wordt. Voordat de Deense islamoloog Jakob Skovgaard-Petersen een lezing houdt, stelt gastvrouw Petra Stienen een aantal personen in de zaal waaronder Syriërs en leden van het IKV aan ons voor.

De lezing draagt als titel Sectarianism and Anti-Sectarianism in Syria. Jakob zegt dat de huidige toestand in Syrië moeilijk te peilen is. Hij is bezorgd wat er gebeurt als het regime valt. De godsdienstige groepen vormen een mozaïek, dat door de opstand in verandering is en meer als een caleidoscoop oogt. Hij betoogt dat de verschillende religieuze stromingen, zoals de soennieten, sjiïeten, alewieten, christenen en Druzen, een gezamenlijke oorsprong delen. Daarnaast vormen de Koerden, die een eigen vrijstaat in het noorden hebben, een politieke factor.
Jakob gaat in op het rijke verleden van Syrië dat de bakermat van onze cultuur is. De Fransen voerden na de Eerste Wereldoorlog een verdeel en heers politiek, die later werd voortgezet door de Baath partij van Assad. De eenheid die tussen de Syriërs bestaat is door het regime van Assad geëxploiteerd en onder druk komen te staan.
De burgeropstand tegen de onvrijheid is inmiddels gemilitariseerd. Het is de vraag wat er straks te voorschijn komt. Het is van belang dat de rechten van de minderheden beschermd worden door een districtenstelsel, maar dan volgens andere lijnen dan de huidige, of een soort Eerste Kamer die toeziet op bescherming van de minderheden.   

Tamman Aloudat, een Syrische vluchteling die al dertien jaar voor Artsen zonder Grenzen werkt, zegt dat zijn land leek op de roman 1984 van Orwell. Zelf heeft hij als lid van de middle-class niet geleden onder de repressie. Hij vertelt over een vriend in Soedi-Arabië die grappen maakt over de religie. Hij stemt er van harte mee in om het licht te houden.
Peter Stienen vult aan dat ze de moslim Mouaz al Khatib en de christelijke zus van Tamman samenbracht voor een gesprek over de toekomst en dat ze het prima met elkaar konden vinden.  

De paneldiscussie wordt gevoerd met Iba Abdo, een jonge Syrische die sinds 2001 in Nederland woont, de Koerdisch Syrische Alaa Abdelfatah en Feije Duim die namens Kerk in actie vorig jaar in Syrië was. Volgens Stienen waren er deze avond geen 'baarden of hoofddoekjes' voorhanden.
Iba benadrukt de eenheid van de Syriërs, die af willen van het barbaarse regime. Ze is trots op haar volk, betreurt het dat het Westen toekijkt en vreest dat de toestand zonder hulp van een oorlog tegen burgers uitloopt op een sektarische burgeroorlog. De civiele krachten dienen ondersteund te worden om het sektarische geweld, dat een gevaar is voor alle Syriërs, beperkt te houden. Syrië heeft na veertig dictatuur hulp nodig om de discussie over de toekomst met elkaar aan te gaan. Ze put hoop uit het feit dat men elkaar helpt de basisbehoeften overeind te houden nadat de overheid zich daarvan heeft teruggetrokken.  
Alaa vertelt dat ze tot haar zesde niet wist dat ze Koerd was. Haar moeder was directeur van de school en weigerde daar Koerds met haar te praten. Dat was een enorme confrontatie met haar anders-zijn. Ze vertrok uit Syrië omdat haar man actief was in het verzet en werkt inmiddels op het gemeentehuis in Delft. Ze ziet in de Nederlandse media veel onwetendheid, terwijl goede zaken buiten de aandacht blijven. Toch is haar hoop groter dan haar vrees en gebaseerd op de dapperheid van de Syriërs gedurende het afgelopen jaar.
Feije bezocht onderwijsprojecten in het arme Noord-Oosten en cursussen in Damascus, maar zegt dat inmiddels de noodhulp het belangrijkste is en dat die aan iedereen gegeven wordt. Veel christenen zijn bang voor de toekomst.  

Vragen uit de zaal gaan onder andere over de invloed van buurlanden op de toekomst van Syrië, zoals die van Soedi Arabië en Katar.
Volgens Iba gaat het allereerst om de eisen van de bevolking voor meer vrijheid. Syrië is strategisch van belang en bevindt zich in een internationaal krachtenveld. In de toekomst zal de balance of power veranderen.
Alaa gelooft in een tijdelijke coalitie-regering. Ze zegt dat de democratisering moet uitgaan van een grondwet en dat de oppositie daarover gesprekken voert. Als de islamisten de meerderheid krijgen is dat een consequentie van de democratie. Feije stelt dat democratie alleen bestaat bij de gratie van minderheden. Petra merkt op het zuilensysteem lang goed werkte in Nederland.

Inderdaad gaf de avond enige helderheid in een vooralsnog onduidelijke en voor de Syriërs moeilijke situatie.

Hier mijn verslag van een gesprek met Mouaz al Khatib, inmiddels oppositieleider.

Filmrecensie: Inland Empire (2006), David Lynch


Meerdere werkelijkheden door elkaar geklutst

Laat ik weer eens een film van David Lynch proberen, dacht ik, hoewel ik zijn projecten vaak onbegrijpelijk en gemaakt vind: met altijd weer dezelfde ingrediënten als geweld, duisternis, enge luiden, vervreemdende gesprekken, een verloederde omgeving en harde lichteffecten. Ook Inland Empire is daarvan een voorbeeld. Deze bijna drie uur durende zit heb ik met veel concentratie volgehouden, maar om nou te zeggen dat me veel duidelijk is geworden, dat niet. Tijdens de lange aftiteling waren de meisjes, die een bijrol hadden, aan het zingen en dansen. Have fun dacht ik, het zit erop, lekker samen feesten is het beste wat je kunt doen.

Inland Empire begint met een aantal losstaande shots. Een oude grammofoon die een Baltisch hoorspel brengt, Axxon N genaamd. Een vrouw met een onherkenbaar gemaakt gezicht, die door een eveneens onherkenbaar gemaakte man gedwongen wordt zich uit te kleden. Een vrouw in een rode jurk die huilt. Een blik op een toneel waar een stel mensen met konijnenkoppen af en toen, onder het ingeblikte gelach van het publiek, elkaar zinnen toeroepen. Zoek het maar uit. Stop het maar in de grote hoed en zie maar wat daar eruit komt.

Een buurvrouw, dus, die op bezoek gaat bij actrice Nikki Grace. Ze zegt dat ze daar pas is komen wonen, maar haar vreemde gedrag doet anders vermoeden. Ze praat orakeltaal. ‘Evil was born and followed the boy,’ zegt ze bijvoorbeeld. ‘Vergeetachtigheid overkomt ons allemaal.’ Nikki verneemt niet veel later met blijdschap dat ze is aangenomen voor een rol in On High in Blue Tomorrows. Als regisseur Kingsley daarover zegt dat het een remake betreft van een film die nooit werd afgemaakt omdat de hoofdrolspelers vermoord werden, hebben we een vermoeden waarop de zogenaamde buurvrouw doelde.

En als de regisseur nou even had uitgezocht wat er in de oorspronkelijk film misging, waarom er een doem op rustte, was ons heel wat ellende bespaard gebleven.

Nikki heeft in de film, die over een overspelige liefdesrelatie gaat, de hoofdrol samen met Devon Berk, een vrouwenverleidster. Een presentatrice van een tv show over beroemdheden ziet het al fout gaan. Ook regisseur Kingsley, als de man van Nikki, raadt de acteur aan zijn handen thuis te houden, maar natuurlijk ontstaan er een verhouding tussen Sue en Billy, zoals ze in de film heten. Devon vraagt Nikki tussendoor of ze zin heeft in een afspraakje in een romantisch Italiaans restaurantje. Niet veel later weet Nikki niet meer wat werkelijk is en wat niet, wat bij de film hoort en bij haar echte leven.

Voor een filmregisseur biedt dit natuurlijk allerlei kansen om verschillende werkelijkheden door elkaar te laten lopen. Dit kan heel interessant zijn, maar Lynch maakt het bont door daar ook nog de oorspronkelijke Poolse film 47 en vroegere herinneringen van Nikki aan toe te voegen. Het gevolg is een allegaartje aan scènes, die weinig verband met elkaar lijken te houden.

De vraag is waarom Lynch niet eens een behoorlijk verhaal vertelt. Ik hoorde van Henny Vrienten die jongstleden juli bij Zomergasten was, dat Amerikanen meer gericht zijn op bombastische effecten dan op het verhaal. Ik zie het jonge Amerikaanse publiek al volgevreten met popcorn verdwaasd na drie uur de filmzaal uitkomen. Ze hebben hun shot verdoving gehad. Dat moet het zijn, wat Lynch beoogt. Wat mij betreft hadden die meisjes aan het eind nog wat langer mogen zingen en dansen.

Hier de trailer. 

dinsdag 18 december 2012

Little Matador (2012), documentaire van Sandra Jordan en Gabriel Range


Een bijzonder (zwaar) beroep

In deze documentaire worden drie Mexicaanse kinderen gedurende achttien maanden gevolgd die stierenvechter willen worden. Volgens de toelichting zien we extreme inwijdingsrituelen. Ik dacht daarbij aan allerlei morele aspecten, theoretische en praktische vaardigheden, maar de inwijdingsrituelen spelen zich vooral in de arena af.

Andrea Guadalupe (12) zit op een stierenvechterschool in Aguascahentes. Meisjes kunnen het ook, zegt ze. Volgens haar zijn er drie fasen in het stierenvechten: nadat de picador met steken de stier verzwakt heeft, putten de bandoleros de stier verder uit, zodat de stier met een muleta gedood kan worden. Ze heeft veel theoretische kennis, zegt haar coach. Ze wordt door een jonge stier aangevallen omdat ze haar doek niet goed houdt. Het zou haar teleurstellen als ze geen matador werd. Ze gaat in een auto naar een ranch. De coach praat op haar in. Andrea wil vooral haar angst overwinnen. 

Joel Arturo Delgado Sanchez (9) woont in Leon. Hij wordt El Panita genoemd. Zijn moeder verontachtzaamt hem, zijn vader werkt in de V.S.. Later horen we dat hij daar ook een vrouw heeft. Zijn coach Ismael (28), die zelf ook vecht, zegt dat stierenvechten een goede leerschool voor het leven is. De grote matadoren begonnen als kind. Stierenvechten is meer dan een strijd tussen mens en dier, het is een strijd met de dood. Joel is verlegen maar krijgt meer zelfvertrouwen. Zelf moest hij zich als kind forceren, met Joel wil hij dat voorkomen. Als ze in Salamanca op een ranch zijn, mist Joel zijn vader. Hij vreest dat hij een deel van de entertainment is en dat Ismael niet om hem geeft als hij geen stierenvechter wordt. Ismael zegt dat hij vooral een vriend van Joel is. Toch gaat hij naar Spanje om daar deel te nemen aan wedstrijden. Joel oefent de bewegingen voor automobilisten die voor het stoplicht staan te wachten. Tijdens de nationale kampioenschappen wordt Joel door een stier gegrepen, maar hij gaat door. Hij bidt voor een altaar. Als Ismael weer terug is, nemen ze de draad weer op. Joel wil aspirant matador worden.

Michelito Lagravere (10, zie foto) heeft het van geen vreemde. Zijn vader is stierenvechter, maar hij vindt het een gevaarlijk beroep. In Texcoto gaat hij neer. Elders wordt hij opnieuw geraakt, maar hij komt terug en steekt de stier dood. Zijn coach ziet het als een kunst. In Lima, Peru debuteert hij in de Acho, terwijl er buiten gedemonstreerd wordt tegen dierenmishandeling. Tijdens de persconferentie in de club zegt hij dat hij twee oren als trofee wil meenemen. Tijdens de steek raakt hij gewond, maar hij komt terug. Als hij opnieuw steekt moet hij met een gewond been naar het ziekenhuis, maar hij genoot er toch van. Hij doet later mee aan de volwassen competitie. Hij is de jongste matador aller tijden.

Het zijn mooie beelden van de kinderen, maar het blijft een beetje hetzelfde, dat zwaaien met een doek. Het is jammer dat ze de kinderen niet breder geportretteerd hebben. Een discussie bijvoorbeeld met een leeftijdsgenootje die stierenvechten dierenmishandeling vindt.

Hier een interview met documentaire maakster Sandra Jordan, hier de promo.

maandag 17 december 2012

Filmrecensie: Freedom Writers (2007), Richard Lagravenese


Helden en sentimenten

Films over leraren die tegen de stroom in roeien en meer voor de leerlingen betekenen dan het systeem van hen vraagt, hebben vaak een heroïsche, maar tegelijk ook een wat sentimentele uitstraling. Denk aan Dead Poets Society. Ik was benieuwd hoe Erin Gruwell (Hilary Swank) het eraf zou brengen in Freedom Writers, dat speelt in de periode na de rassenrellen in Los Angeles in 1992 en gebaseerd is op werkelijke gebeurtenissen. 

Erin Gruwell is een onschuldige knap ogende jonge vrouw, die zonder veel voorbereiding in een zwarte school gaat werken en wel in lokaal 203, waarin allerlei rassen vertegenwoordigd zijn en het blanke ras met één jongen sterk in de minderheid. Het sectorhoofd raadt haar vooraf aan haar parelketting thuis te laten, maar Erin weigert koppig. Op de ochtend van de eerste lesdag vraagt ze, gekleed in een bevallig donkerrood mantelpakje waarbij de parels fraai afsteken, aan haar man Scott hoe ze eruit ziet. Als een plaatje dus, maar nou niet direct voorbereid op wat haar te wachten staat.

In haar naïveteit schrijft ze in het nog lege klaslokaal haar naam op het schoolbord en veegt daarbij per ongeluk krijt aan haar rok. Natuurlijk krijgt ze daar meteen commentaar op als de wilde beesten eenmaal in de schoolbanken zitten. Het wordt erger als ze twee jongens vrijwel meteen daarna met elkaar op de vuist gaan en Erin ertoe gedwongen wordt om hulp van buiten te halen om het conflict te bestrijden. Ze moet later weer ingrijpen als er een racistische tekening rondgaat en begint te vertellen over de Holocaust, die onbekend is bij de leerlingen. Ze krijgt als kritiek dat blanken het allemaal zo goed weten, maar dat zij, niet blanken, de dupe zijn van een racistische maatschappij.

Voor de kijker is het vrij snel duidelijk dat het verhaal volgens een schema verloopt: klas raakt langzaam in haar ban, echtgenoot is het beu dat zijn vrouw geen aandacht voor hem heeft, collega is tegen haar onorthodoxe lespraktijk, vader waarschuwt haar om niet te hard van stapel te lopen.

Erin zet onconventionele middelen in om de aandacht van de leerlingen te winnen, ook omdat ze van het sectorhoofd geen enkele medewerking krijgt. Boeken worden niet aan de klas uitgeleend omdat ze die toch maar vernielen. Erin besluit zelfs een bijbaantje te nemen om de leermaterialen te bekostigen. Een van de boeken die ze verspreidt is Het achterhuis van Anne Frank, waardoor ze enthousiast worden om Miep Gies in de klas uit te nodigen.

Erin bedenkt tegelijk manieren om de leerlingen meer samenhorigheid bij te brengen en geeft hen een schrift waarin ze hun persoonlijke ellende kunnen optekenen. Later bedenkt ze om daarmee een boek samen te stellen. 

De film wordt af en toe onderbroken door de verhalen van de leerlingen die hun schriften hebben opgeschreven. Een hoofdrol is weggelegd voor Eva. Haar vader zit onschuldig in de gevangenis en ze is getuige van een schietpartij in een supermarkt waarbij de bedrijfsleider wordt gedood. Door de verandering die de leerlingen, door Erin geïnitieerd, meemaken, leert Eva eerlijk te zijn en zelfs tegen haar eigen rassenverband op te komen.

Het klinkt allemaal prachtig, maar aan de film kleeft toch het bezwaar dat het te weinig direct, te gemaakt is. Dat komt door de overdreven tegenstellingen, die verhinderen dat de kijker betrokken wordt. Het is teveel het succesverhaal als de film Fame maar dan met rassentegenstellingen in plaats van dansers. Een gedramatiseerde documentaire was beter op zijn plaats geweest.

Hier de trailer.

Peter Westbroek over De ontdekking van de aarde, VPRO-Boeken, 16 december 2012


Over het  regeneratievermogen van de aarde

Het grote verhaal van een kleine planeet, zoals de ondertitel van De ontdekking van de aarde luidt, maakte het afgelopen jaar veel indruk op Wim Brands, omdat er in beschreven staat hoe de aarde zichzelf en alles wat zich daarop bevindt steeds weer binnenste buiten keert.

Peter Westbroek, emeritus hoogleraar aan de universiteit van Leiden, spuugt op een stuk graniet om de kristallen zichtbaar te maken. Graniet wordt gevormd door de gesmolten massa, vervolgens naar boven gestuwd en omgevormd tot zand en klei waarna het proces weer opnieuw begint. Tectonische bewegingen vormen een belangrijk onderdeel van deze cyclus.

De fascinatie van Westbroek begon in zijn jeugd, toen hij een steentje openspleet en daarin een fossiel ontdekte. Het was voor hem een boodschap uit een ver verleden. Hij wilde het verhaal erachter ontcijferen. Na zijn studie geologie ging hij weer bezig houden met fossielen. Hij vertelt dat hij als kind suffig was en dat verbazing een goede eigenschap is voor wetenschappers.

In 1968 vond er een belangrijke gebeurtenis plaats voor de ontwikkeling van de geologie. Een beeld vanaf de maan op de aarde vormde een breuk met het beeld van de aarde als een globe.
Binnen de geologie kwam meer samenhang. Er ontstond een planetair bewustzijn, waarin de mens niet meer de macht heeft over de aarde, maar met haar dient samen te werken. Westbroek verwerpt daarom het beeld van Bill Clinton met een globe in zijn arm op de omslag van Time. De mens is zelfs geen rentmeester, maar een nietig wezen dat blij mag zijn dat hij op de golven van de aardse ontwikkeling mag leven.

Brands vraagt waarom het zolang duurt voor de mens zich dat nieuwe bewustzijn heeft eigen gemaakt.
Volgens Westbroek heeft dat te maken met macht, die vaak ook wordt gelegitimeerd door wetenschappers die bijvoorbeeld in dienst van de tabaksindustrie concluderen dat tabak onschadelijk is, maar ook met angst om het bekende uit handen te geven. Onze beschaving zal, als men niet anders gaat nadenken, botsen met de dynamiek van de planeet, omdat de economische ontwikkeling niet correspondeert met het tempo van de aarde. Westbroek denkt daarbij aan alle auto’s waarin de Chinezen zal straks rijden.

Brands begint over vele organisaties die zich met de toekomst van de aarde bezighouden, zoals Green Peace.
Volgens Westbroek missen ze vaak een onderbouwing voor hun actieplannen door wetenschappers. Die zijn dagelijks bezig om met nieuwe inzicht te komen.
Helaas begint Brands er niet over dat een reductie van CO2 noodzakelijk en urgent is.
Ik ben benieuwd wat Westbroek daarop zou antwoorden.    


  

zondag 16 december 2012

Theaterrecensie: Funzone, Mugmetdegoudentand, 15 december 2012


Wie ik ben, weet ik alleen

Vooraf werd bekend dat de voorstelling was veranderd in een openbare repetitie. Dat heeft te maken met het overlijden van Jeroen Willems, een intieme vriend van Marcel Musters. Voorafgaande aan de repetitie komt regisseuse Lineke Rijxman met een sombere blik het toneel op en vertelt via de geplaybackte stem van Musters en in zijn kostuum die vele maten te groot voor haar is, dat zij zijn rol overneemt.

Op zich past de rolwisseling heel goed bij het thema van de voorstelling. Die gaat over onze identiteit, over wie we zijn, een onderwerp zo oud als de wereld, maar wellicht weer actueel in een tijd waarin de verschillen tussen rijk en arm nog nooit zo groot zijn geweest zoals Rijxman, pardon Musters, ontgoocheld vaststelt en waarin het belangrijk is om vooral goed over te komen.

De voorstelling begint dan ook met een presentatie van de andere drie acteurs door Rijxman, uitgesproken vanaf kaartjes die op de rug worden geplakt. Allereerst is daar het rastalent uit de Verenigde Staten, Baby Dee, gekleed in een rendierpak met petticoat en een masker met feestneus, bedoeld om de mannen op afstand te houden, zoals ze later zelf vertelt. Daarna komt Dick van den Toorn in een nogal kinderlijke trui en vervolgens Minou Bosua, die onder een getailleerd jasje een vrouwelijke jurk draagt die haar vormen goed doen uitkomen. Rijxman zelf wordt op haar beurt door Bosua voorgesteld, met speciale aandacht voor de grijze coltrui onder het kostuum dat de verborgen zachte kant van Musters met zijn harde stoppels symboliseert.

Na een grappig cynisch liedje over Rudolf the Rendeer van Dee, is het de vraag waar de voorstelling, pardon repetitie, naar toe gaat. Het zijn sketches die we krijgen toegediend, die niet allemaal gelukkig gekozen zijn. De tirade van stresskip Minou is weinig subtiel en schreeuwerig. Beter is haar geplaybackte fragment uit de uitzending De gelukkige schizo over Gerrit Komrij die levensmoe is maar liever de spot drijft dan zijn hals door een lus te halen. Fraai verbeeld is de angst van Dick, fraai zijn ook zijn vrouwenrollen en het optreden van Dee achter de synthesizer met haar grappige Engelse commentaar op het gebeurde, zoals één koekje bij de koffie, een uitspraak van Maxima over het wezen van de Hollander. Tussen de sketches door vinden verkleedpartijen plaats in een decor dat er uitziet als een rommelzolder.

Mugmetdegoudentand balanceert graag op de rand van de werkelijkheid. Dat blijkt uit de politiek geladen toespraak van Rijxman, waarin ze ageert tegen de teloorgang van de cultuur en kortzichtigheid van politici, die in het regeeraccoord de theaterkunst niet eens lijken te kennen. Het klinkt verstandig om het groepsbelang voorrang te geven boven het individuele belang maar Rijxman gruwt van de consequenties die dat voor haar persoonlijk zou kunnen hebben en vaart uit tegen Milou die van niets weet en zich als een dom blondje op de achtergrond houdt. Is identiteit iets anders dan een etiket dat we door de maatschappij krijgen opgeplakt?

Dramatisch sterker wordt het als Dee zich achter de harp zet - zoals ze ook deed op de debuut-cd van Anthony & the Johnsons - , Milou zich tegen haar aan vlijt en Dickie als opgedofte vrouw met een stel rammelde wijnglazen in zijn hand schoorvoetend bekent dat hij/ziij het over de inhoud wil hebben. Nog sterker is wordt het als hij van de anderen, die alle inspanning beu zijn en op een deken proberen uit te rusten, in zijn eentje in zijn ondergoed bovenop de tafel moet blijven staan, nadat hij een persiflage heeft gebracht op musicalman Joop van den Ende. Hij is een jochie dat gestraft wordt en begint steeds weer te zeuren, totdat de anderen nijdig maar weer opstaan.

Uiteindelijk draait het om zelfacceptatie of zelfkennis. De zaal wordt voor de keuze gesteld, al biedt Dee de uitweg voor kinky seks met haar na de voorstelling/repetitie. Zoals in vele opwekkende bijeenkomsten het geval is, wordt afgesloten met een meeslepende gospel waarvan de laatste woorden luiden: Wie ik ben, weet ik alleen. Een repetitie voor een voorstelling met potentie.

Hier meer informatie, inclusief de biografieën van de acteurs.

De Viagraman (2009), documentaire van Michael Schaap


Neurotische filmmaker wil andere bijsluiter Viagra

Man komt bij de dokter. Nee, dit is geen grap, maar Michael Schaap zit wel erg schaapachtig tegenover de huisarts, beschroomd om hem te vertellen over zijn erectieprobleem in zijn vaste relatie. Wellicht is het allemaal gespeeld, maar een erg overtuigende indruk maakt het niet, al zegt Schaap er meteen bij dat hij zelf nogal neurotisch is. De dokter toont hem een strip met een blauwe stof in een capsule die achtereenvolgens vier graden van hardheid bezit. Schaap voelt en zegt dat hij nooit aan de stijfste vorm toekomt. De cameraman zegt dat hij die stijfheid wel bereikt. 

Van zijn vader hoort Schaap dat de sigarenboer Viagra onder de toonbank verkoopt. Hij koopt een strip en voelt zich meteen tarzan, zoals hij zegt. Maar daarna rijzen vragen over het middel dat dan zo’n tien jaar in de markt is. Schaap spreekt mensen aan op de Dam en ziet tegelijk de enorme fallus die daar staat. 1998 was het jaar dat Bill Clinton orale seks had met Monica Lewinsky en dat zijn tegenstrever Bob Dole bekende dat hij hem niet meer omhoog kreeg en een medicijn daartegen slikte. Het was het begin van het commerciële succes van Viagra dat behalve op recept ook op internet verkrijgbaar is.

Schaap gaat met een verwijsbriefje van de dokter naar zijn apotheek en krijgt te horen dat er drie middelen tegen erectieproblemen zijn: Cialis van Lilly, veel gebruikt in de porno industrie, Levitra van Bayer en Viagra van Pfizer. Hij leest de bijsluiter van Viagra, koopt ze alledrie en betaalt 131 euro voor twaalf erecties. Vervolgens spreekt hij met uroloog en seksuoloog Mels van Driel, die de historie schetst van het probleem en bezoekt hij een promotiebus van Lilly.

Tenslotte belt hij Pfizer in de V.S. om te vragen hoe het zit met de afhankelijkheid van het middel Viagra. Omdat hij ook in New York nul op rekest krijgt, bezoekt hij de sociologe Meika Loe, schrijfster van The rise of Viagra, die hem vertelt dat Pfizer munt slaat uit de seksuele onzekerheid van de moderne man. In advertenties spreekt men niet meer van een geneesmiddel maar een pil voor iedereen. Urologen zoals Goldstein zijn nauw verbonden met het bedrijf. Als Schaap hem ondervraagt wordt hij zelfs nijdig over diens wantrouwen Goldstein stelt dat een erectieprobleem een biologische reden heeft en dat het geweldig is dat er een medicijn voor bestaat.

Schaap komt met een volgende bijwerking, die niet in de bijsluiter vermeld staat, namelijk dat de mannelijkheid er niet door toeneemt. Hij gaat naar prof. Lionel Tyler in New Jersey, een antropoloog die het boek Het verval van de man schreef, waarin hij de nadelen van kunstmatige processen van mating en voortplanting beschrijft. Na de uitvinding van de anti-conceptiepil zijn mannen figuranten geworden. Daarom richten zij zich op drugs, pornografie en sport. In een mannengroep rond André IJsendoorn probeert Schaap erachter te komen hoe moderne mannen hun mannelijkheid op peil houden. Ik zag niet dat zijn probleem veel herkenning teweegbracht.

Schaap heeft nog een suggestie voor de bijsluiter, namelijk dat de combinatie met pornografie gevaarlijk kan zijn. Samen met Myrthe Hilkens, schrijfster van McSex, de pornoficatie van onze samenleving, loopt hij over de Wallen. Hij toont haar de seksbioscoop waar hij als student werkte. Volgens zijn vrouw is daar de ellende begonnen. Teveel porno heeft hem kapot gemaakt. Volgens Hilkens is porno burgerlijk en conservatief. Ze kwam eerder klaar bij de columns in Playboy dan bij al die expliciete voorstellingen. De Viagra hype hangt samen met al dat expliciete. Schaap bezoekt de verstiging van Playboy en spreekt met medewerker Chip Rowe die adviezen geeft in het blad, ook aan jongens die denken dat het allemaal vanzelf moet gaan. Schaap kijkt rond op beachparties en popfestivals, waar jongeren zich graag te buiten gaan. Ze zien Viagra als een extraatje. Een man die eraan verslaafd is, zegt dat Schaap het middel niet moet gebruiken als hij er onzeker van wordt. Schaap spreekt tenslotte de sombere toekomstverwachting uit dat Viagra straks in de supermarkt ligt, ook voor vrouwen, en dat niemand meer om zijn of haar lust heen kan. 

Hier de trailer met de eerste vijf minuten van de documentaire, die in het Engels The Erectionman heet, hier iets meer over de geschiedenis van Viagra. Het is een omissie in de documentaire dat Viagra als middel tegen angina ontwikkeld werd. Of wist men dat in 2009 nog niet?

zaterdag 15 december 2012

In het huis van mijn vader (1997), documentaire van Fatima Jebli Ouazzani


Over de betekenis van het maagdenvlies.

In het huis van mijn vader refereert ongetwijfeld aan de zinsnede in de bijbel waarin gezegd wordt dat daarin veel woningen zijn. Daarmee wordt bedoeld dat er voor iedereen plaats is, hoe en wie men ook is. Voor de Marokkaanse Fatima Ouazzani is het anders. Zestien jaar geleden verliet ze haar ouderlijk huis omdat ze moest trouwen. Ze voelt nog de ontheemding. Pas zes jaar later, op 24-jarige leeftijd, durfde ze haar maagdelijkheid los te laten. Haar vader nam nooit meer contact met haar op.

De documentaire begint, na enkele sfeerbeelden van een jong meisje dat de weg kwijt is, bij haar opa die zegt dat een ontmaagde vrouw als couscous is van de dag ervoor. ‘Mijn maag draait ervan om.’ Zijn eigen vrouw werd net als de moeder van Fatima op veertienjarige leeftijd aan hem uitgehuwelijkt. Hij is boos op Fatima.

Je werd een verworpen vrucht, zegt zijn vrouw. Zelf maakte ze zich lelijk toen ze werd uitgehuwelijkt. In de huwelijksnacht liep ze weg. Ze sloeg haar benen blauw met een riem en zei tegen de rechter dat haar man dat gedaan had, zodat ze kon scheiden. Haar dochter, de moeder van Fatima, was toen al geboren. Ze weet niet wat een maagdenvlies is. Later hertrouwde ze weer met hem omdat hij en zijn familie haar daarom smeekten, maar liefde voelt ze niet. Ze slapen apart. Hij loopt slecht. Zij hoopt dat hij snel dood gaat. Ze zegt dat ze nooit verliefd is geweest op een ander. 

In een huiselijke scène vraagt opa in de ochtend nogal dwingend om een teil water om zich te wassen. Oma ligt nog in bed maar gehoorzaamt en schenkt water over zijn handen. Oma hangt later op de bank terwijl opa ontbijt. 

Samen met Fatima staat ze aan het graf van haar dochter, die in december 1988 op 44-jarige leeftijd overleed. Fatima was toen dertig. De vrouwen hadden vriendinnen kunnen zijn. De vader van Fatima nam zijn vrouw mee naar Nederland, maar ze kon daar niet aarden. Omdat ze een scherpe tong had gaf hij haar terug aan haar familie en nam een andere vrouw van zeventien jaar. De moeder van Fatima kon de scheiding niet verdragen en weigerde om te eten.

Als contrapunt zien we Naima die in Amsterdam werd geboren maar een traditioneel Marokkaans huwelijk wil omdat haar vader dat wil. Haar aanstaande man Hicham brengt haar naar Schiphol om alvast voorbereidingen te treffen. In Marokko praat Naima met vriendinnen over bruidskleding. Later is ook Hicham in Marokko. Hij is eerder getrouwd geweest en gescheiden. Er zijn problemen met de formulieren, waardoor ze moeten wachten. Hicham betaalt tachtig gulden als voorschot van de tweeduizend. Er wordt een koe geslacht. De voeten van Naima worden ingesmeerd met bloed. Na de huwelijksnacht wordt de bebloede bruidssluier in triomf getoond.

Fatima discussieert op de universiteit van Casablanca met studenten over de Marokkaanse huwelijkstraditie. Een jongeman zegt dat het maagdenvlies een geschenk is van de vrouw aan de man. Er is een verschil tussen slapen en slapen. Gynaecoloog Bleker legt tussendoor in Nederland uit dat het maagdenvlies vaak niet meer dan een wandje is. Een Marokkaanse sociologe zegt dat een vrouw ook brandnetels kan inbrengen waardoor de vagina zwelt en gaat bloeden. Omdat dat tot infecties kan leiden, kan de vrouw ook watten gedrenkt in bloed inbrengen of het maagdenvlies medisch laten herstellen. Zelf weet ze nog niet hoe ze haar dochters het huwelijk in gaat sturen. 

Tenslotte belt Fatima met haar vader. Die vindt het goed dat ze langs komt.

De trailer van In my father’s house heb ik niet gevonden, hier het fragment waar gynaecoloog Bleker de verschillende mogelijkheden van het maagdenvlies uitlegt. De documentaire is opgedragen aan M.G. Leopold die Fatima de betekenis van een vader liet zien. 

vrijdag 14 december 2012

Dirty window (2012), documentaire van Walter Stokman


De vader van Betty ruimt de keukentafel af en maakt het zeil schoon. Dan legt hij het fotoboek op tafel. Er ontbreken enkele foto’s. Die heeft Betty meegenomen, zegt hij.
We bevinden ons in Nytregyhaza, Hongarije. De vader rouwt over de dood van zijn 19-jarige dochter Bernadett Szabo die in de nacht van 18 op 19 februari in een peeskamertje op de Wallen werd vermoord. De dader is nooit gevonden.

Hij heeft een advocate op bezoek die zijn hele verhaal wil horen. Het gezin, bestaande uit de ouders en drie kinderen, was weinig homogeen. Er waren veel ruzies. Zijn vrouw scheidde zo’n tien jaar geleden van hem, maar heeft er inmiddels spijt van. Betty leerde de getrouwde Janos Balogh kennen. Op het moment dat zijn zus en hij zaten te eten werd Betty meegenomen door een auto met drie personen erin. Ze was net achttien jaar geworden en kwam van haar werk op het naai-atelier. Haar moeder wist ervan maar had de vader niet ingelicht.

Een collega van haar vertelt dat er veel problemen in het gezin waren en dat Betty al seksdiensten verleende. Ze rebelleerde tegen haar omgeving. Had het altijd maar over geld verdienen en rijk worden.  

Agnes (gespeeld door een actrice) was getuige van de vondst van haar lijk. Ze was alleen op haar eigen peeskamertje. Haar zus zou naar haar toe komen om een praatje te maken en ontdekte Betty. Zelf durfde Agnes niet te gaan kijken. De moord achtervolgt haar. Haar zus is met haar werk gestopt, maar zij is sterker. Ze vindt het werk zelf ook vreselijk en verbeeldt zich dat ze haar klanten ontvangt in een zonnestudio. Gelukkig heeft ze ook vaste klanten die haar geen pijn doen en met wie ze bijna een normale relatie onderhoudt.

Annimari is weer terug in Nytregyhaza. Ze heeft Betty in Amsterdam gekend. Ze wilde haar kind uit het weeshuis halen, trouwen met haar vriend en stoppen, had ze gezegd. Naar haar dood werd Annimari bang. Niet lang daarna ging ze terug naar huis.
Ze helpt haar moeder, die achterbleef met haar kinderen, om een draad in de naald te doen. De moeder vertelt dat er aangifte werd gedaan toen Annimari naar Amsterdam vertrok en dat haar kinderen in een weeshuis werden geplaatst, terwijl haar dochter het voor haar kinderen deed en om te ontkomen aan haar Hongaarse pooier. Ze bad tot God dat hij op Annimari paste.

Na het vertrek van haar man bleef Annimari achter met haar kinderen en schulden. Om die te kunnen aflossen ging ze in de prostitutie. Ze vond het vreselijk om langs de weg te gaan staan. Later begrepen haar kinderen wat ze deed. Na dertig dagen gevangenis wilde ze stoppen. Haar dochter Evike is inmiddels zwanger van een jongen. Annimari vreest dat het leven zich herhaalt en dat de jongen haar zal straks voor zich zal laten werken. Als dat gebeurt vermoordt ze hem.  

De vader zegt dat Betty dik werd als puber en uit alle macht ging afvallen. Hij ziet dat als vrouwelijke ijdelheid. Ze kon zich volgens hem moeilijk aanpassen, wilde graag boven anderen uitsteken en werd daardoor een gemakkelijke prooi. Door de crisis is het leven zwaarder. Alles staat stil. Is een democratie zonder eten beter dan een dictatuur? vraagt hij zich af. De gezondheid van zijn vrouw gaat achteruit, terwijl hun kinderen niets uitvoeren.

Een vriendin en klasgenote van Betty had wekelijks contact met haar. Ze was als een zusje voor haar, zong volksliedjes en vertelde over kerst. Betty’s moeder had geld nodig en verkocht haar de citer van Betty. Ze heeft de hoes nog steeds en koestert die. Ze huilt.

Betty werd begraven door de maffia, zegt de vader. Hij wist nergens van. Janos Balogh plaatste haar urn in de urnenmuur op de begraafplaats. De vader heeft de urn eruit gehaald en meegenomen naar huis. Hij heeft tegen de politie gezegd dat hij er recht op had.  

Het trage gepingel op de piano versterkt het drama. Fraai is het beeld van de weg die de vader afloopt, een lijdensweg. Een troep vogels zit in een kale boom in een verder desolate omgeving.

Hier de trailer.

The party’s over: how the West went bust (2011), documentaire van John Thynne




BBC zakenverslaggever Robert Peston onderzoekt in twee delen de crisis waarin de wereld beland is. Eerst gaat hij naar Shanghai waar Renate Li werkt in een lampenfabriek en in de avonduren studeert om haar dochter Lin Lin een betere toekomst te geven. Vervolgens gaat hij naar een vergelijkbare fabriek in Birmingham, NVC Lightning, die na een moeilijke tijd en stakingen inmiddels de goedkopere Chinese producten distribueert. 

Peston gaat in op de kapitalistische ontwikkeling onder Deng Xiaoping, die China in de jaren zeventig uit de armoede haalde door een kapitalistische productie, terwijl die in Engeland juist terugzakte. Dat kwam door stakingen en het marktdenken van Thatcher en haar vriend Reagan, vertolkt door vrije markt ideoloog Alan Greenspan. Het marktdenken creëerde in 1986 een Big Bang in de Londense Stock Exchange, dat het leidende financiële centrum in de wereld werd. Banken namen meer risico’s, de inkomens van de bankiers groeiden buiten proportie, terwijl het werkvolk zijn loon zag dalen en moest gaan lenen, hetgeen sterk gestimuleerd werd. De bomen groeiden tot de hemel. Er was een creditcard voor iedereen.

Op het moment dat Blair aankondigde dat de goede tijden zouden aanhouden, ontstonden de eerste barsten in het systeem. In 1989 brak het studentenverzet uit in China. In Seattle 1999 demonstreerde men tegen de uitbuiting van ontwikkelingslanden.

In China spaarde men voor de oude dag, terwijl in het westen alleen geleend werd. Door de disbalans in de wereldeconomie gingen banken overzees geld lenen. Huizen werden als een investering gezien tot de Lehman Brothers omvielen. De econoom Rajan uit Chicago had al gewaarschuwd dat het feestje op zijn eind liep, maar weinigen schonken daar aandacht aan. 
De nationale staten vulden de gaten maar kwamen zelf in de problemen, zoals in de Eurozone, waar de sociale cohesie onder druk kwam te staan. Het pessimisme in Europa staat lijnrecht tegenover het optimisme in China.

In het tweede deel vraagt Peston hoe Groot-Brittanië kan overleven. Hij begint in de haven van Piraeus, die stil ligt. Griekse werklozen hebben nauwelijks te eten. Het geld uit Europa werd uitgedeeld en niet geïnvesteerd omdat de kleine private sector klein was. Griekenland is een zwakke schakel in de Europese ketting, maar ook Groot - Brittannië kent schulden. Men geeft meer uit dan er binnenkomt. Er werd zelfs al geprotesteerd voor er bezuinigd werd. Jongeren zoals Vanessa Rivett, een afgestudeerde psychologe die in een groentewinkel werkt, betalen het gelag. Ze vinden nauwelijks een vaste baan en worden onderbetaald.
Het antwoord zou kunnen zijn om de schulden terug te betalen en minder uit te geven, maar dat verzwakt de economie. Peston gaat naar China waar de economie en de export bloeit en naar München waar een hightech middenbedrijf als Kathrein Werke goede zaken met het buitenland doet. In Duitsland kent men nog de hyperinflatie van de jaren twintig en zal men niet gauw meer uitgeven dan men heeft. De City of Londen daarentegen is te zeer gericht op ondoorzichtige financiële producten. Er moet bij de herstructurering van de economie ingezet worden op technologie, zegt ondernemer Dyson.

China investeert sterk in het onderwijs. Studenten zijn gemotiveerd om hogerop te komen en worden gesteund door hun ouders. Peston vraagt zich af waarom het in Groot-Brittannië moeilijker wordt gemaakt om te studeren. Men zadelt studenten op met schulden die ze aflossen door te werken in het bankwezen, liever dan door industrieel te ondernemen. Bij een herstructurering moet de macht van de City kleiner worden, meent hij. Bankiers moeten een sociale functie vervullen, bankieren moet weer saai worden, anders storten we straks weer een financiële crisis. De vraag is of de bankenwereld genoeg saneert. De Occupy beweging zette druk op de ketel. Het accepteerde niet de enorme financiële ongelijkheid in de wereld. De Eurozone gaat gebukt onder de economische crisis en drukt op de wereldeconomie. Groot-Brittannië is nog steeds rijk en kan zich net als Japan eerder, tevreden stellen met een lage economische groei van 1 procent. 
De documentaire bevat oude, soms grappige, archiefbeelden, bijvoorbeeld uit Fawlty Towers over de rivaliteit tussen Duitsland en Engeland. 

Hier de trailer van deel 2.

donderdag 13 december 2012

Maori Boy Genius (2012), documentaire van Pietra Brettkelly


‘Onwetendheid is de onderdrukker.'

Mgaa Rauuira is een wonderkind. Op twaalfjarige leeftijd bezocht hij de universiteit. Op zijn dertiende studeerde hij af, maar omdat er verder geen mogelijkheden waren, ging hij terug naar de middelbare school. Onwetendheid is de onderdrukker, zegt Mgaa. Hij toont zijn boeken over politieke filosofie van Plato tot Machiavelli. Hij wordt gezien als de toekomstige leider van de Maori’s. Hij is ook een ziener, zegt zijn moeder. Zijn ouders doen er alles aan hem naar Yale te krijgen. Inmiddels is Mgaa zestien jaar oud. Het is een cruciaal jaar, volgens hem.

Op de dag van zijn geboorte, op 20 februari 1994, stond er een dubbele regenboog aan de hemel. Dat was een teken. Zijn grootouders wilden hem opvoeden, zoals in de Maori cultuur niet ongebruikelijk is, maar zijn moeder wilde hem de eerste jaren niet afstaan. Tijdens de scheiding op zijn zevende had zij het moeilijk, net als Mgaa zelf. Op zijn achtste gaf hij tijdens een gesprek met volwassenen antwoord op hun vragen. Men luisterde ademloos toe. De moeder is in verwachting van een nieuwe baby, haar zesde. Mgaa, de oudste, is bezig een naam te bedenken die teruggaat tot de voorouders. De andere kinderen helpen bij de bevalling. Opa schaamt zich ervoor dat hij niet, zoals zijn kleinkinderen en zijn eigen moeder, vloeiend Maori spreekt. Volgens Mgaa gaan onderdrukten zichzelf onderdrukken. Dat leidt tot de ondergang van de Maori cultuur.

De nieuwe dochter wordt Heriata genoemd en nog veel meer. Een van de oudere dochters vond de bevalling smerig, een andere wil niet naar school. Omdat ze er niets over wil vertellen, neem ik aan. Ze gaan als familie naar een speciaal bosgebied om daar de placenta en de navelstreng van Heriata te begraven en om het nieuwe mensje vertrouwd te maken met het gebied van herkomst.

Voordat Mgaa met zijn vader naar de zomerschool van Yale gaat zijn er allerlei bijeenkomsten voor jongere Maori’s. Omdat ze geen schriftelijke taal kennen, geven ze de traditie door met liederen. Mgaa heeft niet geen tijd voor een vriendin, zegt hij tegen Pietra. Zijn jongere broer is modebewust en wil kapper worden, een ander is verzot op hiphop en zingt in een band. Yale is erg duur. Mgaa gaat er niet heen voor zichzelf maar voor de stam. Er zijn problemen met zijn naam in het paspoort en de bank wil het geld voor een computer aanvankelijk niet voorschieten, maar uiteindelijk komt dat goed. Na allerlei afscheidsbijeenkomsten vertrekt Mgaa met zijn vader, omdat er een begeleider dient mee te gaan. Mgaa ziet op tegen de omgang met zijn vader, maar anderzijds schept het ook een band.
Een Maori moet weet hebben van zijn cultuur, maar ook weerbaar zijn in de huidige maatschappij heeft een wijze gezegd. Pa ziet het wel zitten, hij gaat studeren wat zijn zoon studeert, veel politicologie, rechtsspraak en bestuurskunde.

We zien Mgaa tijdens een college. In een gesprek met een medewerker van de universiteit zegt hij dat hij zich wil inschrijven aan Yale. De man wil hem niet ontmoedigen maar van de twintig duizend aanmeldingen worden er slechts vijftienhonderd gehonoreerd. Mgaa woont met zijn vader in een appartement en skypt met het thuisfront. De studie valt hem zwaar. Hij heeft heimwee en is blij dat hij na vijf weken weer thuis is. We zien hem rondlopen met de baby op zijn schouder. Zijn cijfers vallen uiteindelijk mee.

Mgaa is weer thuis bij zijn volk. Ze laten zich tatoeëren en ze dansen. Ze beelden de strijd uit tegen de onderdrukkers. Ook in demonstraties verzetten ze zich tegen de blanke overheersing. ‘Hoor het gebrom van de Maori’s, hoor hun weeklacht,’ klinkt het door de straten.

 Mgaa werd voorgedragen als parlementslid maar is daarvoor nog te jong. Zijn toekomst ligt zeker in de politiek. Wellicht horen we nog van hem.    

Hier de trailer van ruim vijf minuten.

De revolutieroute, aflevering 2, documentaireserie van Rudi Vranckx.


In de tweede aflevering van de driedelige serie De revolutieroute is Rudi Vranckx (zie foto) in Egypte en ook nog even in Benghazi en Misrata. In Benghazi werd het voetbalstadion door Khadaffi platgebombardeerd hetgeen kwaad bloed zette onder de bevolking, Een huisvader reed een auto met explosieven door de legerpoort en gaf daarmee het sein voor de opstand. Misrata wordt wel het Stalingrad van Libië genoemd vanwege de belegering en de gruwelijkheden die zich daar afspeelden. Onder de titel Strijd om de macht neemt Vranckx toch vooral de schade in Egypte op, bijna twee jaar na de revolutie

Helaas is het niet allemaal actueel wat we te zien krijgen. Na een verplichte korte terugblik op de opstand, waarbij de jonge Egyptische protestzanger Rami Essam zijn wonden toont die hij opliep tijdens folteringen in de gevangenis, concludeert Vranckx in het begin van 2012 dat de revolutie nog niet voorbij is. Op dat moment heeft het leger de touwtjes in handen en is het niet duidelijk of het die weg wil geven. Vranckx ontleent zijn uitspraak aan een gesprek met twee jongemannen van de Unie van Revolutionaire Jongeren die een prachtig paleisachtig gebouw tot hun beschikking hebben. Ahmed Maher denkt dat de burgers samen in actie zullen komen tegen het leger, Abdalla Helmy dat er in een democratie meerdere visies naast elkaar bestaan en dat men daar vrij over moet praten. 

Vranckx stelt dat Egypte, ondanks het enthousiasme van deze jongeren, toch een conservatief en religieus land is. Hij trekt naar het platteland waar Facebook en Twitter ontbreken. De boeren zijn blij met de revolutie omdat de ongelijkheid schrijnend was en er grote tekorten waren. Men heeft echter, voor wat het bestuur betreft, meer vertrouwen in de oude garde dan in jonge honden. Personen die de militaire raad aanvallen zijn verraders, zo luidt het oordeel.

Vranckx stelt dat het leger zich weliswaar heeft teruggetrokken maar dat het economisch een grote rol van betekenis speelt. Een derde van de economie is in handen van het leger. Veel producten in de supermarkten worden door het leger gefabriceerd. Op 11 september j.l. werd nog hevig tegen het leger geprotesteerd. Een vrouw werd vernederd en ontkleedt. Azza Helal, die het voor haar opnam, raakte zelf zwaar gewond door de stokslagen die we op film zien. Ze meent dat het leger denkt dat zij het volk kunnen controleren, maar zij bestrijdt dat en gaat terug naar het Tahrirplein tot zij hun doel bereikt hebben.

Men stelt dat het leger en de islamisten de revolutie gestolen hebben. Morsi heeft de jongeren op een zijspoor gemanoeuvreerd. Nadat hij dit najaar bemiddelde tussen Gaza en Israël, kwam hij met een grondwet waarbij de islamitische sharia leidinggevend is. Die leidde tot hevige protesten.  

Vranckx gaat weer terug naar de zomer en ondervraagt een moderne jonge vrouw over de kans dat straks hoofddoekjes verplicht worden. Ze antwoordt dat men haar niet kan dwingen. Een lid van een metalgroep gaat de straat weer op als hun muziek verboden wordt. Wat later wordt de club waar ze spelen op last van een advocaat van het Moslim Broederschap gesloten. Godslastering is verboden in de grondwet. De spanning stijgt. Koptische christenen worden aangevallen. Als Vrankcx boekenkramen van salafisten filmt wordt hij op een arrogante manier weggewuifd. Een andere salafist organiseert juist een voetbalwedstrijd tussen salafisten en kopten om de sfeer tussen de groepen te verbeteren.

Het grootste gevaar voor Egypte, stelt Vranckx, schuilt in de economische ellende. Een derde van de bevolking is straatarm. Het toerisme is sterk afgenomen. Kamelendrijvers eten zelf hun beesten op. Van meer optimisme getuigt een gesprek met Nadia Abdel Gaber, een van de weinige vrouwelijke taxichauffeurs in Cairo. De meeste vrouwen houden zich schuil in hun huizen, zegt ze, maar dat zou zij niet kunnen. Ze is een bezienswaardigheid op de weg. Soms klappen andere vrouwen voor haar. Volgens haar is de Egyptische man weinig geëmancipeerd. Zij wil niet wachten tot de president dit probleem heeft opgelost. Iedereen moet eraan meewerken.

Tenslotte spreekt Vranckx met de Egyptische diplomaat Amr Moussa, die ervan overtuigd is dat de revolutie niet meer aan het volk voorbij kan gaan. Het is een volkszaak die niet gekaapt kan worden. Men is druk bezig om het onderwijs, de rechtsspraak en het bestuur te hervormen. Iedereen die in de weg loopt wordt verpletterd, zo profeteert hij.

Vranckx houdt het op een kwetsbare democratie in wording met onvoorspelbare kanten. Veel zal afhangen, denk ik, van de uitslag van het referendum de komende weken. De kans dat de islamisten de grondwet er door drukken blijft groot. De overtuiging van de liberalen zal niet afnemen. Wat dat betreft is de titel Strijd om de macht goed gekozen.   

Hier meer informatie over de uitzending en de serie, ook hier op Facebook is het spoor te volgen van Rudi Vranckx die al verschillende keren zijn reportages bijna met de dood moest bekopen.