Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



woensdag 4 juni 2014

Naomi Velissariou over I see you, interview door Lex Bohlmeijer, 29 mei 2014



De hel is niet de ander maar de blik die men werpt en de gevolgen daarvan

De Belgisch-Griekse theatermaakster Naomi Velissariou (Genk, 1984) is net terug van een bijeenkomst in Maastricht om afscheid te nemen van studieleider René Lobo die ongeneeslijk ziek is. Hij was een belangrijk persoon aan de Toneelschool in Maastricht, die de studenten overhaalde tot het uiterste te gaan. Het toneelspel was een cadeau voor de vijand, het publiek.

Velissariou is niet alleen actrice maar ook regisseur en schrijfster. Deze week gaat in Frascati de voorstelling I see you in premiere (zie foto), naar een complexe tekst van Rik van den Bos. Kern van het stuk is dat niet meer, zoals bij Sartre, de anderen de hel zijn maar de blik die de ander op ons werpt en daarmee de beeldvorming die wij van onszelf hebben.

Lex Bohlmeijer van De Correspondent vraagt Velissariou of zij daar ook last van heeft, of zij zich ook zo bewust is van het beeld dat zij van zichzelf naar buiten brengt.
Zij antwoordt dat zij het leven niet als een hel ervaart maar dat het wel helse aspecten kent, zoals de behoefte van anderen om haar te labelen terwijl zij een blik (!) op de werkelijkheid wil geven. Zelf is ze een cyberoptimist die vindt dat onze identiteit tegenwoordig veel vloeibaarder is dan vroeger. Je bent wat je op een bepaald moment bent en op een ander moment ben je weer anders. Ze begint over Kate uit de voorstelling The truth about Kate, die haar schaduwkanten heeft en aan het eind opstijgt uit de hel waar ze doorheen ging.
Zelf komt ze eruit door het maken van theater, dat uitstijgt boven de snelle digitale media. Net als elk ander theatermens haat en houdt ze van de blik van de ander, zegt ze. Ze vergelijkt het met de behoefte van anderen om iets persoonlijks op Facebook te zetten om daarmee geliked te worden.

Bohlmeijer stapt over naar de toneelschrijfster Velissariou. Ze schreef A Tragedy (simplified), waarin ze de Ars poetica van Aristoteles op de korrel neemt, die nog steeds opgeld doet in elke film en die vertelt hoe een tragedieschrijver te werk moet gaan. Nadat Bohlmeijer er een stukje uit heeft voorgelezen vertelt Velissariou dat het stuk een zoektocht is naar een vorm en dat de hoofdpersoon maar een bijrol vervult. Haar beleven van het lijden komt op het eind tot uiting in een dialoog met een zus van Velissariou, die op straat terecht kwam nadat er iets mis ging in haar leven, maar Velissariou wil daar verder niet over praten omdat dit te pijnlijk is.

Bohlmeijer vraagt haar hoe het theater in haar leven gekomen is.
Velissariou antwoordt dat het voortkwam uit haar liefde voor taal. In de klassieke talen ontdekte ze de schoonheid van de oude verhalen. Hoewel ze politicologie studeerde en eerst diplomaat wilde worden, deed ze op haar achttiende auditie op de toneelschool in Brussel en Antwerpen. Dat ze werd aangenomen betekende een uitweg uit Limburg.

Bohlmeijer stelt dat de tekst van The truth about Kate hem doet denken aan een artikel over de waarheid als product dat Rob Wijnberg onlangs voor De Correspondent schreef.
Velissariou antwoordt dat Kate een constructie is en in het echt niet bestaat. Oppervlakte en kern vallen bij haar samen. Het is onmogelijk haar identiteit te vatten. De maatschappij is een maskerade.

Bohlmeijer vraagt zich af of er dan nog wel aandacht is voor wezenlijke zaken.
Velissariou antwoordt dat we graag koketteren met de waarheid. Ze weet zelf ook niet altijd het verschil tussen inbeelding en echte ervaring, maar stelt zich daar verder geen vragen over.

Bohlmeijer vraagt haar of onze beschaving daarmee geen verkeerde richting in slaat.
Velissariou heeft veel documentaires gekeken over imago building zoals van Shell, maar maakt zich daar niet boos over. Het leidt eerder tot nieuwsgierigheid, tot een behoefte vat te krijgen op de materie zonder erover te oordelen. Ze wil met andere woorden de mechanismen erachter blootleggen.  

Bohlmeijer confronteert haar met een uitspraak van Heiner Müller dat men de waarheid pas zal kennen als die met vleesmessen door de slaapkamer gaat.
Velissariou ziet de ironie daarvan in.

Bohlmeijer vond het gesprek verhelderend en verwarrend en dat mag van hem ook zo zijn.
Op de achtergrond hoorde ik steeds de Franse psycho-analyticus Jacques Lacan, die een grote invloed heeft gehad op postmodernistische denkers als Derrida. Wellicht moeten de woorden van Vellisariou vanuit deze context begrepen worden. De Pool Zygmunt Bauman heeft overigens ook zeer waardevolle woorden gesproken over onze identiteit die in de moderne maatschappij vloeibaarder is. Dat we minder vastzitten aan onszelf betekent mijns inziens nog niet dat de waarheid niet gekend kan worden. Het blootleggen van de mechanismes die de onwaarheid veroorzaken, staat denk ik niet ver af van het vinden van de waarheid.  

Hier de pagina op Facebook met de recensie van Kester Freriks op de voorstelling MS Dos Prometheus en het commentaar daarop van Naomi Velissariou. Hier meer informatie over I see you op de site van Frascati.

dinsdag 3 juni 2014

Elsbeth Etty over Willem Wilmink – Zelfportret in brieven, VPRO-Boeken, 1 juni 2014



Een teddybeer die kon ontploffen

Wim Brands praat met biografe Elsbeth Etty en vriend en collega Hans Dorrestijn over het brievenboek Willem Wilmink – Zelfportret in brieven, dat is samengesteld door Vic van de Reijt en Wobke Willink – Klein, de tweede echtgenote van Willink. Elsbeth Etty schreef de inleiding voor dit boek.

Etty vertelt dat ze Nederlands studeerde aan de UvA in de tijd dat Willink daar letterkunde doceerde. Ze ontmoette hem zelden omdat ze meer met actie voeren bezig was, terwijl Willink zich bepaalde tot close reading van zijn geliefde dichters zoals Leopold.

Dorrestijn herkent de aversie van Willink tegen de literatuurwetenschap. Hij studeerde ook Nederlands en moest eveneens niet veel hebben van Chomsky. Zijn eerste herinnering aan Wilmink is geboekstaafd in een brief. Hij was op bezoek bij Wilmink die hem over de ins en outs van liedjes vertelde. Ze dienden niet teveel onderwerpen te bevatten en Dorrestijn diende de lettergrepen te tellen, hetgeen hem nooit gelukt is. Na zijn college wilde Wilmink een biertje voor hen pakken uit de koelkast, maar die bevatte geen bier. Hij werd woedend op zijn vrouw Noortje, die het bier nog op de gang had staan. In zijn brief nam Dorrestijn het op voor Wilmink, maar later bood hij zijn excuses aan aan Noor. Ze was niet het ijskonijn dat hij eerder in haar gezien had. Ondanks diens woedeaanvallen was hij nooit bang voor Wilmink.

Etty kan meepraten over de woede van Wilmink. Ze interviewde Herman Finkers, die haar vertelde dat Wilmink op weg naar een kathedralentocht in Frankrijk bij een stoplicht in Enschede een woede aanval kreeg. Bij het minste of geringste raakte hij in paniek, zegt ze. Ze schetst hem in haar inleiding als een outsider op zoek naar de geborgenheid van zijn jeugd. Zijn pathologische onzekerheid verziekte zijn leven, zijn dwangneurosen zijn in zijn brieven herkenbaar.  

Brands laat het gedicht Textielstad zien, waarin Wilmink Enschede verheerlijkt. Hij keerde later weer naar die stad terug en woonde tegenover zijn oude school.
Dorrestijn vindt zijn poëzie erg simpel, onopgesmukt. Etty zegt dat Kees Fens het afdeed met rijmelarij. Dorrestijn is het niet eens met de schets van Etty over de onzekerheid van Wilmink. In zijn werk was hij helemaal niet onzeker. Hij liet zich bewonderen. Etty zegt dat hij alleen maar kon functioneren temidden van getrouwen. Hij wilde graag het kind zijn dat door zijn ouders geprezen wordt.

Brands vraagt in hoeverre het bombardement op Enschede, dat Wilmink meemaakte, van invloed is geweest op zijn gesteldheid.
Etty heeft Wobke en Imme Dros daarover gesproken. Het schijnt dat het traumatisch kan zijn als een kind ziet dat zijn ouders bang zijn. Dorrestijn hoorde Wilmink daar nooit over. Etty haalt de mediavist Gerritsen aan die zei dat Wilmink in zijn herinneringen leefde. Dorrestijn brengt in dat hij later in Enschede weer teruggreep naar herinneringen uit Amsterdam.

Dorrestijn mist vooral de stem van Wilmink en het ontbreken van een dubbele agenda. Etty zegt dat dit laatste wat de vrouwen betreft niet helemaal waar is. Brands zegt dat wij dit maar in het brievenboek moeten lezen.

Hier het gedicht Textielstad, voorgelezen door Wilmink.  

maandag 2 juni 2014

Recensie: Kom niet dichterbij (2014), Erna Sassen



Cri de coeur van een wanhopige zus

Hoe is het om iemand in je omgeving te hebben met wie het niet goed gaat en onmachtig te zijn die persoon te helpen? Velen zullen dit verschijnsel kennen, Erna Sassen schreef er een aangrijpende jeugdroman over. De titel  Kom niet dichterbij in gifgroene letters bevat de waarschuwing die Reva, een studente aan de toneelschool, uitzendt om zichzelf te beschermen, een signaal dat voor haar zus Marjolijn moeilijk te accepteren is. Ze probeert Reva met verstandelijke argumenten de goede richting op te krijgen, maar dat valt nog niet mee. Haar zus komt zelfs in een kliniek vanwege een psychose.

De roman begint en eindigt met een afspraak van Reva met de tandarts. Die gaat haar een kunstgebit aanmeten, omdat haar tanden verzuurd zijn door het vele gekots. Marjolijn wist in eerste instantie niets van haar anorexia. Als ze ermee geconfronteerd wordt naar aanleiding van een telefoontje van Reva, kan ze haar zus niet meer loslaten. Reva belt haar vaak midden in de nacht wakker. Ze kan niet anders dan de telefoon opnemen.

Marjolijn hoort over de relatie die Reva heeft met een leraar op de toneelschool die de initialen DJ draagt. Zijn lessen in nederigheid hebben de bedoeling haar aan zich te binden. Marjolijn begrijpt dat de verhouding niet goed voor haar is, dat Reva zich laat misbruiken maar zelf heeft ze daar geen idee van. Pas veel later beseft de laatste dat de liefdeloosheid van hun vader niet inhoudt dat zij geen liefde verdient. Marjolijn spreekt haar daarover indringend aan. De lezer ziet Reva nadenken:

‘Na een lange stilte antwoordt ze: “Mijn hersenen begrijpen wat je zegt. Maar de rest van mijn lichaam kan het niet geloven.”’ 

Dat is precies zoals dat vaak gaat. Het inzicht heeft tijd nodig om in het lichaam door te dringen. In het geval van Reva en Marjolijn speelt op de achtergrond de geestelijk labiele vader een belangrijke rol. Anders dan Marjolijn wilde Reva hem tegemoet komen en ging daar zelf aan ten gronde.

Marjolijn uit zich vaak cynisch over Reva, die De wereld een hel van Schopenhauer als richtlijn voor haar leven gebruikt. ‘Dan weet je genoeg.’ Vooral tegen de lezer becommentarieert ze het tegenstrijdige gedrag en de houding van haar zus, die een beroep heeft gekozen dat haaks staat op haar streven om zichzelf niet te laten zien. Met oneliners maakt Marjolijn haar standpunt duidelijk. Als Reva opziet tegen groepstherapie schrijft ze dat ze er echt zin in heeft. ‘Ze stond te popelen. Niet dus.’ Een andere keer luidt haar oordeel: ‘Misschien ooit. Er spreekt niet veel hoop uit.’

De directe stijl en het gewone Nederlands, waarin een kamer schilderen een kutklus heet, past goed bij de hartenkreet. Het geeft het ego document zoals deze roman wel genoemd kan worden, vaart. Aan de andere kant leest het niet echt lekker door omdat er weinig variatie in zit. Wel krijgt de lezer een helder inzicht in een probleem dat veel mensen in de maatschappij aangaat en dat gewoonlijk onderbelicht blijft. Het doet begrijpen waarom Reva het liefst solo optreedt en doodsbang is voor haar kritische publiek

Kom niet dichterbij is een noodzakelijk boek voor iedereen die wil weten hoe mentale problemen van de ene op de andere generatie op elkaar inwerken en hoe verdrongen problemen van ouders doorgegeven worden op hun kinderen. Zij vallen daarmee in een gat, waar ze niet zo gemakkelijk meer uitkomen, zelfs niet als er iemand langs de kant staat om ze eruit te helpen.

Unspeak, een interactieve documentaire op Submarine Channel



Op de bres voor duidelijke taal

Ons taalgebruik bestaat uit begrippen die naar een bepaalde werkelijkheid verwijzen. Het zou ideaal zijn als er een één op één verhouding zou zijn tussen taal en werkelijkheid, maar zo is het niet. In de literatuur gaat het erom zo duidelijk mogelijk de werkelijkheid weer te geven en voorbij te gaan aan clichés. In de politiek en in het bedrijfsleven wil men liever de werkelijkheid maskeren. Bezuinigingen werden ombuigingen, onder het mom van participatie wordt het sociale vangnet weggehaald, een leenstelstel moet beter onderwijs mogelijk maken.

In de intro van Unspeak, dat zijn naam ontleent heeft aan het gelijknamige boek van Steve Poole uit 2006, wordt een en ander uitgelegd over het feit dat woorden wapens kunnen zijn. Men begint niet voor niets met een toespraak van Tony Blair in het Lagerhuis over de oorlog in Irak. Hij noemde zichzelf een changemaker maar bedoelde dat hij oorlog tegen Sadam Hoessein wilde gaan voeren. Woorden zijn geen neutrale voertuigen maar hebben een connotatie die meteen een visie in zich herbergt, waarmee een denkwereld wordt binnengesmokkeld die anderen voor een voldongen feit plaatst. Framing wordt dit fenomeen ook wel genoemd. Geert Wilders weet er alles van.  

Een duidelijk voorbeeld komt uit de abortussfeer. Nadat voorstanders zich pro-choice noemden, kwamen tegenstanders met pro-life, een term waar men zich moeilijk tegen kan wapenen. Werkgevers spreken van banen die verloren gaan in plaats van te zeggen dat ze werknemers ontslaan. Het tegengestelde van job creation is geen job destruction, tegen de slogan Yes we can is weinig in te brengen. No we cannot klinkt erg somber.

In een zestal episodes uit verschillende levensgebieden wordt deze unspeak vervolgens duidelijk gemaakt en in kaart gebracht. Ik koos de zesde episode, dat de titel Brave new minds draagt en over de gezondheidszorg gaat, waarin veel nieuwe termen gebruikt worden, die op een Brave new world anticiperen. Het zijn de farmaceuten die daarbij een leidende rol vervullen. Terwijl er in de wereld nog genoeg ziektes te bestrijden zijn, richten zij zich op de westerse mens waar meer geld aan te verdienen is.

Nieuwe mental disorders schieten als paddestoelen uit de grond. DSM 5 staat er vol van. De diagnostiek verfijnt zich en komt met nieuwe namen. Zo is er een Binge eating disorder, een Substance use disorder, waarbij men bepaalde substanties op het oog heeft, een Minor Neurocognitive Disorder en een Parental anxiety disorder. Gewone verlegenheid is een anxiety disorder geworden, impotentie een erectiestoornis. Als men nergens in te passen is is er altijd nog de Personality disorder not further specified.

Voor al deze stoornissen zijn medicijnen op de markt om het probleem uit de wereld te krijgen. Kinderen die onrustig zijn krijgen Ritalin, mannen die futloos zijn krijgen Viagra. Vergeten wordt wat de achtergrond van deze hele kermis is, namelijk om de mens zijn ziel af te nemen en hem gereed te maken voor een Brave new world. Het is de taak van de schrijver om zich zo duidelijk mogelijk uit te drukken, die van de journalist om de taal van de politicus en de zakenman onder de loep te nemen.

Hier de trailer op vimeo. Unspeak is een programma onderdeel van Submarine Channel, hier meer over BED ofwel binge eating disorder. Unspeak roept de kijker op om zelf commentaar op de beelden te geven en met eigen voorbeelden te komen. 

Met dank aan Lynn Berger van De Correspondent voor de wegwijzer.  

zondag 1 juni 2014

Filmrecensie: Midnight in Paris (2011), Woody Allen



Ode aan de lichtstad en haar artistieke betekenis

Dat Midnight in Paris een ode is aan de lichtstad wordt meteen duidelijk bij de eerste beelden, bestaande uit gefilterde kiekjes van bekende plekken in de stad zoals het Louvre, de Opera en de Notre Dame. In dat romantische decor past het verhaal over Inez en Gil, een jong Amerikaans stel dat ik dat in Parijs wil gaan trouwen, maar de nodige tegenslag ontmoet. Dat Gil weinig succes kent als romanschrijver vormt een scharnierpunt in de film.

De tegenslag wordt in de hand gewerkt door een ontmoeting met vrienden van Inez, Paul en Carol. De pedante Paul heeft een aanstelling aan de Sorbonne gekregen, weet veel van kunst en neemt hen mee naar de musea. Tijdens een conversatie van het viertal in Versailles is Gil erg terechthoudend om over zijn boek te praten. Inez zegt dat het over de behoefte van Gil aan nostalgie gaat, de jaren twintig die zo glamorous waren. In de tuin het Rodin museum verschilt Paul van mening met de vrouwelijke gids over het feit of Camille de vrouw of de maîtresse van Rodin was. Dat Paul Inez later voorstelt om het boek van Gil te lezen is tegen het zere been van Gil.

Verrassend is de tijdmachine waarin Gil terecht komt na een dagje met Gil en haar vrienden. Hij heeft geen zin om nog te gaan stappen en op weg naar het hotel verdwaalt hij en belandt hij op de trappen van een gebouw. Klokslag twaalf uur komt er een antieke luxewagen voorgereden met personen achterin die hem uitnodigen mee te komen naar een feest. De personen blijken niet minder dan Scott Fitzgerald en zijn vrouw Zelda en het feestje, waarop Cole Porter achter de piano zit, is ter ere van Jean Cocteau. Ook Hemingway is van de partij. Hij raadt Gil aan om zijn manuscript te lezen te geven aan Gertrude Stein. Als Gil dat gedaan heeft en alweer op straat staat, bedenkt hij dat hij een vervolgafspraak met haar moet maken, maar opeens kan hij haar huis niet meer vinden. Er blijkt een moderne winkel met een grote etalage in gevestigd.

Het uitstapje van Gil in het verleden doet de relatie geen goed. Hij trekt zich steeds meer terug, onder het mom dat hij wil schrijven, herschrijven en is ook werkelijk begeesterd geraakt door de groep kunstenaars die hij ontmoette en anderen zoals Bunuel of Picasso die hij later nog zal ontmoeten. Parijs was in de jaren twintig het artistieke centrum waar het alles zich afspeelde. Gil krijgt zelfs een romance met Adriana (zie foto), een naaktmodel van Picasso en daardoor komt hij in de problemen met Inez. Hij gaat zelfs voor raad naar de gids van het Rodin museum om te vragen of hij er, net als Rodin, een maîtresse en een vrouw op na kan houden. Als hij met Adriana in La belle epoche terecht komt en zij daar wil blijven, neemt hij afscheid van haar. Tenslotte komt hij uit bij Gabrielle, een Parisienne die de muziek van Cole Porter verkoopt. Zij vindt het, anders dan Inez, niet erg om door de regen te lopen.  

De ironische toets geeft een meerwaarde aan de film. De vader van Inez, een conservatieve zakenman, zet een detective in om de gangen van zijn komende schoonzoon na te gaan, maar die belandt zelfs in een achttiende eeuws paleis. Gil koopt in een boekenstalletje langs de Seine de autobiografie van Adriana en leest dat ze op hem verkikkerd is. Als Gil Bunuel ontmoet doet hij hem het idee van La grande bouffe aan de hand. De Amerikaanse cultuur komt er bekaaid vanaf. Gil lijkt in ieder geval wat betreft zijn accent erg op Woody Allen zelf, maar ook in zijn gedrag kent hij dat nerveuze, onzekere. Toch is Midnight in Paris, net als Vicky Cristina Barcelona weer erg licht. Meer geschikt voor in het vliegtuig dan als serieuze filmhuisfilm.

Hier de trailer, hier mijn bespreking van Vicky Cristina Barcelona (2008).