Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 24 februari 2018

Recensie: Een bruidsjurk uit Warschau (2012), Lot Vekemans


Jonge Poolse verscheurd tussen twee culturen

Een bruidsjurk uit Warschau is het romandebuut van toneelschrijfster Lot Vekemans. Zelf typeerde ze het, in het gesprek dat Pieter van der Wielen onlangs met haar had, als een mislukt toneelstuk, maar ze vertelde er niet bij waar die mislukking mee te maken had. Als het mij vergund is een antwoord daarop te geven, zou ik zeggen dat het vertelperspectief vanuit drie hoofdpersonen en heen en weer schietend in de tijd dermate complex is dat daar moeilijk theater van te maken is. Datzelfde geldt in mindere mate maar zeker ook voor de romanvorm, die het verhaal gekregen heeft.

Een bruidsjurk uit Warschau vertelt het verhaal van de Poolse Marlena, die in Warschau een jeugdliefde heeft met de joodse Amerikaan Natal. Deze is in Polen om de geschiedenis van zijn familie uit te zoeken, maar vertrekt naar de Verenigde Staten voordat het tussen de twee wat worden kan. Hoteleigenaar Szymon bij wie Marlena in de bediening werkt, stuurt hem weg omdat hij weet dat Natal die thuis een verloofde heeft en vreest dat Marlena aan het kortste eind zal trekken. Marlena is inmiddels wel zwanger van Natal geraakt en besluit, om de door haar moeder voorgestelde Poolse partner te ontlopen, zich aan te melden voor een programma dat Nederlandse mannen aan een Poolse vrouw koppelt. Vanwege de zwangerschap van Marlena wordt ze bij weduwnaar Andries geplaatst, een vriendelijke maar, ook op seksueel gebied, wel heel erg gesloten boer. Na een jaar of tien samen met haar zoon Boris, die door Andries als zoon is aangenomen,  op de boerderij gewoond te hebben, keert Marlena terug naar Polen vanwege een ernstige ziekte van haar moeder. Andries wil scheiden en gaat naar Polen om dat te regelen en tegelijk het recht op zijn zoon op te eisen. Boris wil graag met hem mee terug en heeft zelfs een spraakstoornis ontwikkeld om zijn wens kracht bij te zetten. Marlena zit in een moeilijk parket omdat Szymon haar ook begeert.

De roman begint sfeervol met een autorit in de oude Fiat van buurman Wieslaw en zijn vrouw. Achterin zitten Marlena, haar zus en moeder. Ze hebben een bezoek gebracht van aan Warschau waar de paus zijn opwachting maakte. Op de terugweg eten ze wat in het burgerrestaurant van Szymon en daar ontmoet Marlena Natal, die meteen veel indruk op haar maakt. De ontmoeting was wederzijds dermate intens dat de twee elkaar vaker in Warschau afspreken. De titel van het boek is ontleend aan een smoes die Marlena voor haar moeder verzint om aan te geven waarom ze zo nodig naar Warschau moet.  

De toon van het boek is rustig en lijkt af en toe meer te passen in een jeugdboek, te meer omdat sommige passages wel erg uitgesponnen zijn, zoals bijvoorbeeld in de volgende passage waarin boer Andries in het tweede deel met zijn zus Riet in de auto zit na een bezoek van Andries aan de notaris:

‘Is er wat gebeurd? vroeg Riet nu met meer klem.
‘Ach,’  zei ik.
Waarom moet ik bij jou toch altijd de woorden uit je nek trekken? Weet je wel hoe vermoeiend dat is?’
‘Je kunt ook gewoon niks vragen.’
‘Als ik niks vraag, dan zeg je helemaal niks meer.’
Riet zuchtte diep, klikte haar handtas open die op haar schoot stond en rommelde erin.
‘ Wat zoek je?’  vroeg ik.
‘ Een pepermuntje, ik heb een vieze smaak in mijn mond.’
‘ Daar ligt kauwgom,’ zei ik en wees naar het handschoenenkastje. Riet boog voorover om het kastje open te klikken. Haar boezem drukte op haar handtas. Ze schoof haar handen door het kastje en haalde toen een pakje Doublemint tevoorschijn, waar nog twee plakjes kauwgum in zaten.’
‘Jij ook?’ vroeg ze.
‘Nee, dankjewel.’
etc.   

Het tweede deel, waarin we in het hoofd van de boerse Andries kruipen en waarin zijn verlangen naar zijn aangenomen zoon steeds grotere vormen aanneemt en we direct getuige zijn van de geboorte van een dood kalfje van koe Nadien, is enigszins langdradig (zie citaat) maar wel mooi gecomponeerd, terwijl het derde deel onoverzichtelijk wordt vanwege de vele losse draden uit het verhaal die allemaal nog afgewerkt dienen te worden.

De compositie in drie delen met verschillende vertellers doet helaas afbreuk aan het verder wel doorleefde verhaal. Ik hoop dat Vekeman in haar, naar ik vernam, aankomende roman een wat simpeler structuur kiest die meer recht doet aan de talrijke opgediende emoties.

Hier mijn verslag van het gesprek dat Pieter van der Wielen onlangs met haar had, waarin men echter haar uitspraak dat haar romandebuut een mislukt toneelstuk is, moet missen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten