Pages

woensdag 5 juli 2017

Pierre Janssen – in de greep van de kunst (2017), documentaire van Lex Reitsma


Bevlogen presentator tussen science en fiction

De Haarlemse grafisch ontwerper Lex Reitsma (1958) maakte een fraai portret van Pierre Janssen (1926-2007), de man die vooral bekend werd van het programma Kunstgrepen. Tussen 1959 en 1972 maakte hij zo’n honderd afleveringen hiervan voor de televisie, waarin hij met zijn slungelige lijf en altijd trillende handen het Nederlandse volk stichtte op het gebied van de kunst. Zelf zegt hij in de documentaire dat het hem niet ging om de kunst maar om de kijkers te interesseren voor het bijzondere in de wereld waar men zo gemakkelijk aan voorbij gaat. Het leren kijken naar het andere was zijn doel.

Reitsma opent met een fraai fragment uit Kunstgrepen waarin Janssen zich beklaagt over een wetenschapper die verklaarde dat men niet de zee hoort ruisen in een schelp die men tegen het oor houdt, maar dat dit het eigen bloed is. Hiermee wordt aangegeven dat Janssen zich keerde tegen het demystificeren van de wereld. Hij was een mens die wijst op de schoonheid van een roos en er niet tegen kan dat een ander die schoonheid probeert te determineren door de blaadjes aan een onderzoek te onderwerpen. Liever hield hij de illusie in stand. Hij geeft dit aan door in de studio te laten zien dat de ruimte die hem omringt helemaal niet zo groot is. Bij een andere belichting is te zien dat hij dicht tegen de muur aan zit.

Janssen begon zijn carrière als journalist van Het Vrije Volk, ooit de grootste krant van Nederland, met als thuisbasis Arnhem. In die krant wilde hij een brug slaan tussen kunst en de gewone mensen. Een collega vertelt hoe trots Janssen was over het feit dat hij vader van een tweeling geworden was. Later ging hij werken in de vestiging in Rotterdam. Hij woonde in die tijd in Schiedam, dat veel minder last van de oorlog had gehad. Een jongere collega vertelt dat hij heel goed het wekelijks praatje van de hoofdredacteur voor de Vara radio kon imiteren.  

Omdat men in hem een goede conservator zag werd hij aangesteld in het museum in Schiedam. Tegen Mies vertelt hij dat hij het museum als het verlengstuk van de straat zag, waar men gratis naar binnen kon lopen, al was het voor een kop koffie. Hij gaf daar persoonlijke getinte en indringende lezingen en leidde een kunstklas waar men vrij kon werken. Volgens Ineke, een van de deelnemers, lachte hij veel en was zijn begeleiding stimulerend. Op weg naar zijn drukke gezin dronk Janssen eerst nog borreltje bij de buren, waarbij hij dan praatte over kunst.

Regisseur Leen Timp hoorde dat Janssen op de radio een boeiend programma had en kreeg daardoor het idee van Kunstgrepen. Het programma werd live uitgezonden en Janssen sprak voor de vuist weg. Thuis overhoorde hij zijn kinderen of ze goed hadden opgelet. Zijn dochter werd kunstenaar en heeft  veel van haar vader geleerd. Hij kreeg ook kritiek van de kunstwereld die zijn opvattingen te populair vond. Janssen kon slecht omgaan met deze kritiek, net als die van zijn medewerkers.

Janssen stelde als directeur van het Gemeentemuseum in Arnhem de zalen toegankelijk voor gehandicapten. Er kwamen veel bezoekers, ook omdat Janssen inmiddels een bekende Nederlander was geworden die zich vaak in het museum vertoonde. Hij was ook zeer geïnteresseerd in techniek en stelde speelgoedrobotten ten toon, die misschien in mechanische zin op hem zelf leken. Zijn dochter zegt dat iedereen in het gezin als een robot functioneerde en dat haar vader geïnteresseerd was in science en fiction. Hij kwam later nog wel eens in het museum en gaf dan zijn opvolger wijze raad en zei daarbij dat hij eraan twijfelde of hij wel serieus gevonden werd.

Janssen interesseerde zich ook voor het oude Egypte. Hij schreef daarover in Avenue en organiseerde rondleidingen. Alfred Heineken wilde dat Janssen kunstprogramma’s in het Engels maakte. Daarin vertelde hij over de ontwikkeling van Mondriaan en over zijn grote liefde voor het werk van Paul Cézanne, wellicht omdat die ook een eenling was. Medewerker Han Peekel vertelt over de luchtpostbrieven van Cézanne die Janssen ontroerd in zijn trillende handen vasthield. Het liefst had hij de wereld op een velletje willen tekenen.     

Hier een fragment uit Kunstgrepen, waarin Janssen over de vondst van het graf van Toetanchamon spreekt. De foto is van Mieke Kreunen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten