Pages

woensdag 28 juni 2017

Frank Westerman over Een woord, een woord, VPRO Boeken, 18 juni 2017


Luisteren naar terroristen kan leiden tot een weerwoord

Een woord een woord werd uitgeroepen tot de veertiende winnaar van de Bob den Uylprijs, een prijs voor het beste literaire reisboek. Jeroen van Kan heeft eerst juryvoorzitter en voorzitter van de VPRO Lennart van der Meulen in de studio om de keuze voor Een woord een woord uit de zes genomineerde boeken van de shortlist te verklaren. Van der Meulen heeft zo’n twintig documentaire vertelde verhalen over 2016 gelezen en daardoor toch een ander beeld van het voorgaande jaar gekregen. Hij vertelt dat er veel variatie in de onderwerpen zat en dat de jury het liefst zag dat er iets universalistisch doorheen scheen hetgeen zo’n reisboek meer waarde geeft.

Na een korte kenschets van de andere vijf boeken, kenmerkt hij Een woord een woord als een boek over onze koloniale geschiedenis vanuit een persoonlijk blikveld. Frank Westerman woonde als kind dicht in de buurt van de kapers en vraagt zich in de roman af hoe het kon dat men toen nog het geweld de wereld uit probeerde te praten in plaats van meteen met tegengeweld te bestrijden. Deze onderzoeksjournalistieke vraag is tegenwoordig actueel en vormde een van de redenen om Westerman de prijs toe te kennen.

Vervolgens komt Westerman zelf aan het woord. Hij vertelt dat hij als twaalfjarige jongen ervan getuige was dat de helikopter met minister Van Agt aan boord op hun gymnastiekveldje landde en met spreeuwenpas naar De bunker liep waar de acties rond de warme, zich in de zomer van 1977 afspelende treinkaping gecoördineerd werden.
Het raakte hem. Twee jaar eerder was hun handenarbeidleraar van de lagere school afwezig. De directeur meldde dat hij bij de koude treinkaping betrokken was en wel als kaper. Een kwekeling op zijn school werd woordvoeder van de kapers. In Een woord een woord probeerde hij te duiden wat hij als kind nooit begrepen had, namelijk het Molukse vraagstuk en de afgedankte KNIL officieren na de Tweede Wereldoorlog. Tweede generatie genoten die samen met Westerman op de protestants christelijke school en op dezelfde voetbalclub zaten, voelden het leed van hun vaders. Een godsdienstleraar die Maleis sprak, verwees in de lerarenkamer met de bijbelse naam Absalom naar de rouwende vader.

De interesse van Westerman ging uit naar de vraag of er een manier was om het geweld anders dan met geweld te antwoorden. Dat raakt ook aan de vraag hoe tegenwoordig met geradicaliseerde jongeren om te gaan. Het boek is uit wanhoop geschreven en belicht het onderwerp vanaf verschillende fronten. Empathie speelde een rol in het gesprek met een treinkaper uit 1975 die later dichter werd. Westerman werd geconfronteerd met de vraag wat hij zelf had gedaan als hij in diens schoenen had gestaan. In die tijd collecteerde hij voor wapens voor El Salvador en zag hij de ME in Woensdrecht als zijn vijand. Later tijdens een nagespeelde vliegtuigkaping omarmde hij het squadron dat hen kwam bevrijden. Het tekent volgens hem een andere verhouding tot geweld. Hoewel Westerman geen pacifist is , woorden niet zaligmakend vindt en weet dat die ook kunnen aanzetten tot geweld, vormen zij tevens een manier om contact te leggen met terroristen. Door te luisteren naar hun grieven kan men wellicht een aanknopingspunt vinden voor een weerwoord en daarmee voor communicatie. Ook in het geval van geradicaliseerde jongeren.

Hier mijn bespreking van Een woord een woord. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten