Pages

dinsdag 17 maart 2015

Andreas Oosthoek over Het relaas van Solle, VPRO-Boeken, 15 maart 2015



De homoseksuele liefde in de provincie

Andreas Oosthoek is essayist, dichter, bezig aan een biografie over Martinus Nijhoff en voormalig hoofdredacteur van de Provinciale Zeeuwse Courant. In 1974 schreef hij de roman Het relaas van Solle over een vriend die aan aids overleed, al werd dat toen nog niet onderkend.

Wim Brands vertelt dat de roman gaat over twee homoseksuelen die verliefd zijn elkaar en vraagt waarom Oosthoek dit opschreef.
Als een afscheid aan zijn vriend, die in 1974 stierf. Nadat hij het verdriet in drie weken van zich af had geschreven, liet hij het manuscript liggen. De hoofdpersonen zijn geconstrueerde figuren uit Zuid-Beveland, maar het verhaal is niet verzonnen. Later voegde hij er nog een slotdeel aan toe om de jongen een toekomst te geven en wel in Parijs.

Brands vraagt in welke stemming hij het boek schreef.
In een roes, tijdens de avonduren na zijn werk op een stalen Underwood typmachine, die met hem meedacht in de zin dat hij daarmee in een flow kwam die uren door kon gaan. Hij voorzag daarmee de vriend van een entourage die hem bevallen zou zijn, namelijk een man met een jongen. Dat leek hem een geschikt afscheidscadeau.

Brands gaat verder in op de entourage, het Zeeuwse land, bevolkt met streng gelovige mensen, waarin een boerenjongen zich onbekommerd overgeeft aan de homoliefde.
Oosthoek bestrijdt dat Zeeland gereformeerd is. Ook in zijn werk als krantenman moest hij vechten tegen dit vooroordeel Hij schreef het verhaal kort op de werkelijkheid die meerkleurig is. In Zeeland waaide een stevige zuidenwind, de bible belt vormt een minderheid. Door de geografische ligging ondervond Zuid-Beveland invloeden uit het katholieke Vlaanderen. In de rooms-katholieke cultuur was het niet vreemd dat kinderen naar een kostschool gingen. Oosthoek deed dat ook en voelde zich daar senang. Waarschijnlijk wist hij op zijn dertiende als dat hij homoseksueel was. Hij praatte daarover met zijn ouders, die steun kregen van een begrijpende dorparts, waardoor zijn moeder zelfs Reve ging lezen. In zijn jeugd werd de vrijheid van mensen die leefden naar de eigen geaardheid gerespecteerd. Het was een kwestie van vrijheid nemen en krijgen.  

Brands noemt het bijzondere van het boek dat hij onbekommerd over de homoseksuele liefde schrijft en trouw blijft aan zijn provinciale afkomst.
Met zijn vriend sprak Oosthoek Bevelands om zaken te kunnen nuanceren. Hij heeft weinig zin om tegen Brands in het dialect te praten. Dat is iets dat tijdens een gesprek vanzelf ontstaat. Hij mist wat dat betreft Hans Warren met wie hij diepgaande gesprekken kon hebben in zijn woning die vol stond met boeken en tijdschriften en die ook voor de PZC schreef. Hij had taferelen uit het boek met hem willen doornemen, bijvoorbeeld het laatste deel dat in Parijs speelt. Warren had over zijn roman moeten weten. In diens tijd was het veel moeilijker om voor homoseksualiteit uit te komen.  

Andreas Oosthoek komt over als een stugge verteller, maar misschien zijn dit wel de beste schrijvers.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten