Pages

woensdag 25 september 2013

David Sedaris in Boeken op reis, 22 september 2013



Zinnen dienen te dwarrelen als bladeren van een boom.

David Sedaris (1956) begon met het voorlezen aan publiek over zijn half Griekse familie. Hij vond zich zelf opnieuw uit als schrijver na het schrijven in dagboeken vanaf zijn twintigste, iets dat hij nog steeds doet. Inmiddels schrijft hij alweer vele jaren voor The New Yorker. Als kind had hij tics zoals het likken aan stopcontacten. Met deze informatie in het achterhoofd, zien we een op Woody Allen lijkende man, die met een plastic zak in de hand de omgeving van zijn huis afspeurt naar afval. Hij kan er niet tegen dat men afval laat slingeren en neemt op zijn wandelingen altijd een plastic zak mee. Mensen die hem bezig zien denken soms dat hij gek is of dat hij een taakstraf heeft. 

Wat zegt dat over jou? vraagt Wim Brands.
Iets over een behoefte aan orde. Meer mensen zouden dat moeten hebben, antwoordt Sedaris gevat.

Zijn schrijverscarrière begon met dagboeken in een tijd dat hij langs de westkust van de Verenigde Staten lifte. Dat schrijven beviel hem zo goed dat hij op zijn vijfentwintigste auteur wilde worden. Door te schrijven kreeg hij meer vat op dwangmatige gedachten. Hij is altijd met een verhaal bezig, heeft daartoe een notitieboekje bij zich, waarin hij gedachten noteert. ’s Ochtends kijkt hij daarin en bepaalt welke zich lenen voor een verhaal. Die dag was dat iets over hoge drempels in zijn oude huis waardoor men snel zijn hoofd stoot.

Hij is negen huizen verwijderd van dakloosheid. Brands somt op in welke landen hij allemaal onroerend goed heeft. Sedaris woont met vriend Hugh in een prachtig oud huis in Sussex met drie logeerkamers. Voor het bezoek van Brands was hij vijf dagen aan het ramenlappen. Casey, zijn hond staat opgezet in een kastje, de enige manier, zegt Sedaris om een huisdier te houden.  

Hij schreef in The New Yorker over een bezoek van zijn drie zussen tijdens de kerstdagen, die niet moeilijk in de omgang waren. Gretchen echter at slaapwandelend in de nacht uit de koelkast. Later terug in New york deed ze dat weer, alleen geen kip, maar het voer voor haar schildpadden, dat uit repen gedroogde vliegen bestond.  

Brands bewondert zijn timing en vraagt of schrijven hard werken is.
Sedaris beaamt dit. Het verhaal moet uitnodigen. Zinnen moeten niet te compact zijn. Niet als appels die plomp uit de boom vallen, maar als bladeren die zwevend door de lucht uiteindelijk de grond bereiken. Het verhaal over zijn zussen las hij wel dertig keer hardop voor en verbeterde het steeds.

Vlak bij zijn huis is een basis voor zweefvliegtuigen die hem net zo kan storen als vogels soms. Hij is niet bang om over waanzin te schrijven, want die zit in iedereen. Hij vraagt zich af hoe anderen, dwz. niet-schrijvers, alles op een rijtje zetten. Hij moet denken aan de recente zelfmoord van zijn jongste zus Tiffany op negenenveertig jarige leeftijd in Massachusetts, die een grote klap in de familie betekende. Hij had een moeilijke relatie met haar en al acht jaar niet met haar gesproken met gevoelens als schuld en woede tot gevolg. In oude dagboeken zocht hij naar fragmenten over haar om een lijn te ontdekken. Hij schreef een verhaal over haar, dat ermee begint dat ze al vijf dagen dood was toen men haar vond. Hij neemt het verhaal, dat ook grappige kanten heeft, misschien mee op toernee.

Wat zou je haar nog willen vragen? wil Brands weten.
Of hij zijn geld nog terugkrijgt, dat hij aan haar geleend heeft, grapt Sedaris.    

Hier mijn verslag van zijn komische optreden in College Tour, bijna een jaar geleden. Sedaris is komende vrijdagavond te zien in Literaturfest.
  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten