Pages

donderdag 27 oktober 2011

Jaap Smit, voorzitter CNV, Gesprek op 2, 23 oktober 2011


Een nieuwe vakbondsman.

Paul Rosenmöller vraagt voormalig predikant Smit, die inmiddels een jaar voorzitter is van de CNV of het geen hopeloze tijd is om voorzitter te zijn van een vakbond, maar Smit vindt het juist een spannende tijd, ook al zijn er veel zorgen. Hij schreef met de twee andere vakbondsvoorzitters een brief aan de minister-president, waarin ze waarschuwden om niet te knagen aan de vakbondsrechten. Na één jaar is hij alleen maar meer geïnteresseerd geraakt. Hij wil de krachten bundelen in deze tijd van individualisering.

Rosenmöller vraagt hem of het niet vreemd is of iemand die eerder geen lid was van de christelijke vakbeweging deze gaat leiden, maar Smit vindt dat onzin. Het is de kracht van de buitenstaander om met open ogen te kijken. Hij wil de huidige mores ter discussie stellen en de jeugd binnen halen.

Hoe doet hij dat in een tijd waarin de jeugd zich steeds minder graag bindt?
Volgens Smit moet de jongere zien wat een lidmaatschap hem te bieden heeft. In een tijd van grotere mobiliteit op de arbeidsmarkt moet men diensten aangeboden krijgen, zoals bijscholing, om verder te kunnen.

Rosenmöller wijst erop dat de jongeren het pensioenaccoord bekritiseren. Smit vindt dat niet terecht. De solidariteit moet van twee kanten komen. Hij meent dat 50 plussers oog hebben voor het belang van de jeugd en zal er scherp op toezien dat de rekening niet bij één generatie wordt neergelegd.

Rosenmöller besluit het onderwerp met de opmerking dat we zullen zien hoe het verder gaat met het pensioenaccoord en vraagt Smit naar de belangrijkste thema’s voor de vakbeweging. Smit noemt de hervorming van de arbeidsmarkt en spreek over het vertalen van verworven rechten.

Rosenmöller vreest dat oudere werknemers hem dit soort uitspraken niet in dank zullen afnemen. Smit begint over investeren in transitie, zoals in het Maasland model, waarin een werknemer bij ontslag op een andere werkplek verder kan gaan. Op die manier worden de consequenties van het ontslag minder zwaarwegend.

Rosenmöller merkt op dat de werknemer moet veranderen. Smit beaamt dit, vooral gezien de toekomst.

Rosenmöller vraagt hem naar het effect van de verdeeldheid binnen de FNV. Smit zegt dat de tweespalt niet goed is, dat er al langer een richtingenstrijd gaande is in het FNV tussen actievoerders en anderen die liever het gesprek aangaan, maar geeft toe dat de ledenwinst die het CNV boekt hem niet slecht uitkomt.

Rosenmöller wil weten of hij zich gaat inzetten voor een federatie tussen FNV en CNV, maar Smit laat niet het achterste van zijn tong zien. Eenheid maakt macht, maar of die in één organisatie gebundeld moet worden is de vraag.

Rosenmöller gaat in op de verhouding van het CNV met de politiek. Smit zegt dat de politiek tekort schiet in de steun aan de onderkant van de samenleving, die de rekening van de crisis betaalt en dat het CDA meer het sociale gezicht moet tonen. Hij heeft ooit tegen de samenwerking met de PVV gestemd, maar gaat niet zover als Veerman dat het CDA met deze coalitie moet breken.

Rosenmöller vraagt of hij politieke ambities heeft. Smit gaat de publieke zaak ter harte, maar meer wil hij daar niet over zeggen.

Kortom: Jaap Smit is nog geen Harm van der Meulen, die in de jaren tachtig duidelijk zei waar het op stond.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten