Pages

zaterdag 17 februari 2018

Douwe Draaisma over De dwaalwegen van het geheugen (2017), Brainwash Talk, Human, 7 januari 2018


Over onze machteloosheid ten aanzien van het vergeten

Op het Brainwashfestival 2017 dat van 21 tot 28 in oktober 2017 in Amsterdam gehouden werd, sprak de sympathieke psycholoog Douwe Draaisma een klein kwartier over de werking van het geheugen. Hij vertelde dat het geheugen geen instantie is te vergelijken met een reeks afschriften die geordend boven op elkaar gelegd kunnen worden, maar steeds weer opnieuw gereproduceerd wordt naarmate de omstandigheden zich wijzigen. Niet alleen de feiten maar ook onze interpretatie daarvan speelt daarin mee.

Draaisma begint met een aardige anekdote over de filosoof Kant die op zijn negenendertigste een huisknecht zocht en een betrouwbaar persoon gevonden meende te hebben in de punctuele soldaat Martin Lampe uit het Pruisische leger. Helaas werd de verbintenis verbroken toen Kant 78 jaar was en wel op grond van verdenking van diefstal en drankmisbruik door Lampe. Kant kon de man echter nooit vergeten en schreef voor zijn dood nog een eenregelig briefje, dat de naam Lampe volledig vergeten diende te worden.

Het voorbeeld zegt volgens Draaisma iets over het verschil tussen herinneren en vergeten. Het eerste kunnen we bespoedigen, het tweede niet. We staan machteloos ten aanzien van het vergeten. Cees Nooteboom gebruikte daarvoor de metafoor dat de herinnering een hond is die gaat liggen waar hij wil. 

Draaisma gaat nader in op de werking van het geheugen bij het vergeten en zegt dat het geheugen alleen de laatste update van een gezicht of een situatie onthoudt. Hij gebruikt als voorbeeld de plaats in een stalling waar je je fiets neergezet hebt. Dat komt ook goed uit want anders zou men overal dolende mensen tegenkomen die naar hun fiets aan het zoeken waren.

Boeiend is het fragment waarin hij ingaat op het feit dat herinneringen in staat zijn het persoonlijk verleden te veranderen. Hij baseert daarbij op een uitspraak van Marten Toonder ten aanzien van het schrijven van zijn autobiografie. Hij vond dat een moeilijke klus omdat hij aan de chronologie geen houvast had. Hij verwoordde dit met de zin dat iets wat in de jeugd gebeurd is, dikwijls het gevolg is van een voorval op latere leeftijd. Draaisma zegt hierover dat de duiding van gebeurtenissen soms pas later geschiedt waardoor die gebeurtenissen zelf weer in een ander daglicht komen te staan.

Hij haalt het programma DNA Onbekend aan om aan te geven dat een vermoeden dat iemand heeft over een bepaalde gebeurtenis door nieuwe ingebrachte informatie tot vermeende zekerheid daarover kan leiden. Op grond van deze nieuwe informatie wordt de oude gebeurtenis als het ware opnieuw overdacht. Draaisma illustreert dit met een voorbeeld van een vrouw die zich afvroeg of een bloemenkoopman, die bij hen aan de deur kwam, haar biologische vader was en daarbij geholpen werd door haar broer die zich meende te herinneren dat deze koopman de kinderen altijd in zijn wagen liet spelen. Volgens Draaisma doet dit verschijnsel zich vaker voor in ons geheugen, dat daarmee veel plasticiteit blijkt te bezitten.  

Hier een fragment van de lezing, waarin hij ingaat op ideeën van Marten Toonder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten