Pages

zondag 12 november 2017

Luchino Visconti –entre verité et passion (2016), documentaire van Elisabeth Kapnist


Meester van de esthetiek met een hart op de goede plaats

De Franse documentairemaakster Elisabeth Kapnist maakte een fraai portret van de Italiaanse filmregisseur Luchino Visconti (1906-1976), die onder de titel Entre verité et passion werd uitgebracht, in het Engels vertaald als Between truth and passion en in het Nederlands Tussen hartstocht en waarheid. Aan het woord komen veel personen die met Visconti gewerkt hebben, zoals Anna Magnani, Alain Delon en Claudia Cardinale, maar ook zijn naasten als zijn neef met dezelfde voornaam, een vriendin en een biografe. Ze geven een duidelijk beeld van een man die in aristocratische kringen geboren werd en zich door de omstandigheden in de jaren dertig aansloot bij de communisten, maar die nooit zijn grote behoefte aan esthetiek kon verhelen. Op de vraag waarom hij zich in de jaren zeventig afwendde van het sociale genre antwoordde hij dat wie volgt nooit voorop loopt.

De neef van Visconti staat in de rijk versierde balzaal van het paleis waar de jonge Visconti opgroeide en waar in 1909 een bal werd gehouden van ter gelegenheid van een overwinning in een oorlog, die de vierjarige jongen altijd is bijgebleven. De familie is in zijn films een belangrijk onderwerp en de moeder staat daarin centraal. Het huwelijk tussen zijn ouders verbond de Milanese aristocratie met de gegoede burgerij en vele bekende kunstzinnige landgenoten maakten hun opwachting in het paleis, dat zelfs een theaterzaal bezat, hetgeen de interesse van Visconti voor theater verklaart, net als die voor opera vanwege de Scala om de hoek. Behalve met zijn films onderscheidde Visconti zich dan ook op het gebied van theater en opera. Op dat laatste vlak werkte hij samen met Maria Callas ,die meer met hem wilde maar waarschijnlijk niet wist dat hij homoseksueel was. Dat hing hij ook aan de grote klok, zegt de biografe.  

Visconti wordt in 1906 geboren op Allerzielen hetgeen zin leven bestempelde, zegt de biografe. Zijn hang naar de dood en het vergankelijke vormde, naast dat van de moeder, een belangrijk onderwerp in zijn films, zoals in Death in Venice (1971) te zien is.
Hij had een welvarende jeugd en een passie voor renpaarden die hij in de jaren dertig verkocht. Tijdens de opkomst van Mussolini in de jaren dertig, hield Visconti, anders dan familieleden van hem, afstand. Hij was wel gefascineerd door de opkomst van Hitler, al moest hij dat op achttienjarige leeftijd bekopen met een oorvijg van zijn grootvader die hem vervolgens naar bed stuurde, zo weet de neef. Vijfendertig jaar later inspireerde hem dat tot de film The Damned (1969) over het perverse systeem van het nationaal socialisme. Neef zegt dat Visconti zich aangetrokken voelde tot de donkere kant van het leven.

Hij vertrok in de jaren dertig naar Parijs waar hij assistent werd van filmregisseur Jean Renoir van wie hij veel leerde, maar kwam in 1939 terug naar Rome vanwege het sterven van zijn moeder, die in Death in Venice in een mooi kostuum te bewonderen is.
Na de val van Mussolini raakte hij betrokken bij het verzet tegen de nazi’s en nam onderduikers in zijn huis op, hetgeen hem op een arrestatie komt te staan, waarop hij trots is omdat het toont dat zijn hart op de goede plaats zat. Samen met andere Italiaanse filmregisseurs werkte hij vanuit een communistische achtergrond met oog voor de verliezers in de maatschappij, zoals in zijn eerste films Ossensione (1943), La terra trema (1948), Bellissima (1951) en Rocco e i suoi fratelli (1960) te zien is. Daarmee introduceerde hij het sociaal realisme in de Italiaanse cinema. Werken gaf zin aan zijn bestaan. Visconti had een kort lontje zegt Marcello Mastroianni, maar volgens zijn biografe kon hij ook nederig zijn. Van zijn acteurs en actrices eiste hij het maximale, maar dat leverde Burt Lancaster dan ook een levenslange vriendschap op.

Hij was nauw verbonden met zijn zus Uberta en had een vriendin die zijn scenario’s schreef. Il gattopardo ofwel The leopard (1963) met Alain Delon (zie foto) markeerde een stijlbreuk met het sociaal realisme. Hij richtte zich, zoals ook in latere films als Ludwig (1972) en zijn laatste film L’innocente (1976) op het verlangen naar de tijd die verdwenen was. 

Hier de Engelse trailer op vimeo, hier mijn bespreking van Death in Venice, hier die van Ludwig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten