Pages

dinsdag 14 maart 2017

Tommy Wieringa over De dood van Murat Idrissi, VPRO Boeken, 12 maart 2017


Vijftigjarige Nederlander duikt in het leven van Nederlandse meisjes met een Marokkaanse achtergrond

Een opmerkelijk bericht op AT5 in 2004 wekte de belangstelling van Tommy Wieringa. Het ging over twee Nederlandse meisjes met een Marokkaanse achtergrond die geprobeerd hadden een jongen in de kofferbak van hun auto mee te nemen naar Nederland. Hij ging naar de rechtszaak, zag en hoorde de meisjes Ilham en Thouraya
aan en schreef er een novelle over toen het stof was neergedaald. Het kostte hem tijd om van het journalistieke weg te komen en de weg van het romaneske in te slaan. In die tijd werd het overleven in een dubbele cultuur steeds belangrijk voor zijn verhaal. De spagaat tussen het moderne leven en de tradities van de ouders met hun religieuze ziekte had een weerslag op de meisjes. Die zitten toch al meer dan jongens vast aan de eisen van de oude cultuur.

Carolina Lo Galbo spreekt van een roadnovel over twee meisjes die zich tot mensensmokkelaars ontpoppen.
Wieringa spreekt van een noodlotscarrousel waarin de meisjes terechtkwamen nadat ze hun geld kwijt waren geraakt. Ze verbleven daardoor langer in Marokko dan gepland en raakten ontvankelijk voor het idee om een jongen in een Audi het land uit te smokkelen. Deze Murat stikte al tijdens de overtocht vanuit Tanger. De reis werd ongewis. Op hun tocht door Spanje vroegen ze zich af of daar nog de doodstraf bestond.

Lo Galbo gaat in op de taal waarin het drama treffend omschreven wordt.
Wieringa vond het eerst niet zo gemakkelijk om als vijftigjarige man vanuit Nederlandse meisjes met een Marokkaanse achtergrond te schrijven. Hij liet zijn tekst daarom lezen aan een vriend die zelf een Marokkaanse achtergrond heeft. Die wees hem op onvolkomenheden. Hij was niet waarschijnlijk dat de meisjes bier dronken. Dat moesten wodkaatjes zijn. Wieringa vond het niet vreemd dat de meisjes domme dingen deden. Dat deed hij zelf ook toen hij jong was. Hij vertelt dat hij in Spanje wel eens een oude auto het ravijn ingeduwd had omdat de sloper het wrak niet wilde hebben. Hij was zich niet bewust dat hij daarmee in het droge binnenland een enorme bosbrand had kunnen veroorzaken.

Lo Galbo begint over de motieven van jonge Marokkanen om naar Europa te komen, namelijk om geld voor de familie te verdienen.
Wieringa zegt dat Marokko voor een belangrijk deel teert op geld dat uit Nederland komt. Hij noemt het een tragedie is dat zovelen van hen dood langs de snelweg in Spanje belanden.

Lo Galbo vraagt Wieringa, die eerder al over migranten schreef in Dit zijn de namen (2012), naar de achtergrond om zich met dit onderwerp bezig te houden.
Wieringa wil niet teveel van de eigen drijfveren weten en geeft Lo Galbo de kans daarover zelf iets te zeggen. De laatste brengt zich fascinatie in verband met het feit dat zijn vrouw mensenrechtenadvocate is en dat hij zelf in zijn jeugd verbannen werd uit Aruba. Daarop zegt Wieringa dat hij het koket vindt om te schermen met zijn persoonlijke achtergrond. Hij is ook professioneel begaan met zijn onderwerp en vindt het een plicht om compassie te hebben met migranten. Zij vormen een groot onderwerp in onze tijd en brengen veel gevolgen teweeg. Grensgeschiedenissen interesseren hem, zoals we zagen in zijn reisserie De grens (2013), zijn reizen leverden boeiende ontmoetingen op, zoals te lezen is in zijn vorige boek Honorair Kozak (2015).  

Hier een leesfragment op Athenaeum Boekhandel, hier mijn bespreking van Honorair Kozak, hier mijn bespreking van De grens.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten