Pages

dinsdag 20 december 2016

Jan van Mersbergen over De ruiter, VPRO Boeken, 18 december 2016


Perspectief van paard zorgt voor gevoelsoverdracht naar lezer

Jan van Mersbergen schreef een nieuwe roman, De ruiter, die, anders dan doet vermoeden, niet een ruiter maar een paard als verteller heeft.

Jeroen van Kan vat het verhaal in een zin samen: een pubermeisje dat zich ophoudt in een bende, wordt door haar vader naar haar opa op het platteland gebracht om af te koelen en krijgt daar te maken met het paard van haar opa. Van Kan denkt dat dit een lastig perspectief vormt.
Van Mersbergen antwoordt dat het perspectief van het paard de enige mogelijkheid was om het verhaal te vertellen. Als hij dat zou doen vanuit zichzelf zou het een verhaal worden verteld met een filmcamera. Het meisje, dat zo’n vijftien jaar oud is, zit vast in een loverboy-affaire en kent haar hartstochten niet, de opa is weduwnaar en zijn perspectief zou dat van een fotoboek worden. Van Mersbergen wilde meer voeldend dan denkend te werk gaan. De drijfveren van het meisje, de opa en het paard zelf, door de ogen van het paard te laten zien. Het verhaal zo kneden dat hij het aldus kon vertellen.

Volgens Van Mersbergen kunnen paarden denken maar op een eigen manier. Zij weten dat schapen helderziend zijn, net als zijzelf. Een paard kan goed kijken en ruiken, ook angst, maar kan geen kleuren zien. Van Mersbergen speelde met dit gegeven in het boek. Het paard ziet de grijze koffer van het meisje, terwijl de opa later opmerkt dat hij nog nooit zo’n roze koffer gezien heeft. Wat het gezichtsvermogen van paarden betreft is er een theorie dat een paard informatie met een van zijn ogen binnenkrijgt en dat het die opnieuw moet binnenhalen als het die van de andere kant, dus vanuit zijn andere oog, binnen krijgt. Een paard kan ook goed luisteren. Van Mersbergen gebruikte een verteltruc om beelden aan zijn karakters te hangen, namelijk door het paard te laten vertellen over de persoon die hem aanraakt. Het paard kan gemakkelijk over het leven van het meisje en de opa vertellen omdat die zich niet met hem bezighouden. Het meisje is de hoofdpersoon. Het paard ruikt haar opwinding over haar vriendje, het voelt haar ademnood. Zij leert van een opmerking van haar opa of zij de ouders van haar vriendje wel eens ontmoet heeft. De jongen is leider van een bende en zij is inwisselbaar.

Van Kan stelt vast dat het paard heel gevoelig is.  
Van Mersbergen was vooral bezig om te schrijven vanuit gevoelsoverdracht. Hij wil de gevoelslaag van de lezer aanspreken en dat kon dit keer het beste door een paard.

Van Kan zegt dat er ook veel niet verteld wordt.
 Van Mersbergen antwoordt dat het paard natuurlijk ook veel niet weet. Er is geen camera in het boek, maar gelukkig is het meisje veel bij het paard.

Van Kan begint erover dat boeken in het hoofd van de lezer kunnen inkrimpen of uitdijen en dat het laatste het geval in met De ruiter.
Van Mersbergen meent dat de lezer de door hem aangereikte beelden kan aanvullen. Hij geeft signalen en wilde ook niet meer doen dan dat. Uitweidingen zouden de bedoeling van de roman teniet doen.

Hier een groot aantal recensies en andere reacties over en op De ruiter.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten