Pages

zondag 30 oktober 2016

Theaterrecensie: Walden, RO Theater, Toneelschuur, 29 oktober 2016


Oude volkstuinders wekken weinig meer op dan een platte lach

De titel Walden roept herinneringen op aan de tuinbouwcommune van Frederik van Eeden in Bussum, bedoeld voor idealisten en psychiatrische patiënten. De enige overeenkomst is dat ze beide in rook opgaan: de commune door zakelijk wanbeheer, de samenwerking tussen de volkstuinders Ab en Jacob door een te groot verschil in karakter.

Daarvan is meteen in het begin van de voorstelling al iets te zien: Jacob (Jack Wouterse, op de poster rechts) sloft wat heen en weer tussen de vergane glorie en verdwijnt in de witgeschilderde kas, terwijl Ab (Arjan Ederveen, op de poster links), druk in de weer met bakjes en aarde, hem nauwlettend in de gaten houdt. Hij wil een en ander uitleggen aan het publiek, maar zwijgt als Jacob de kas uitkomt met zijn handen vol apparatuur. Hij verricht de voorbereidingen voor het gezamenlijke kopje koffie en dat gaat hem niet gemakkelijk af om het eufemistisch te zeggen.

Voordat de koffie klaar is, wordt het publiek op een magistrale scène getrakteerd waarbij het zelf de planten is, die al in het begin door Jacob geteld werden en nu door de volkstuinders besproken worden. De lach wordt gemakkelijk opgewekt over een juffertje in het groen, een rare gladiool en kaalkopkruid maar als Jacob als een grote klit begint, vindt Ab het wel genoeg.

Hij vist een brief voor Jacob uit de bus, die zelf met een boek van Agatha Christie aan de wandel gaat en kan zich niet bedwingen de inhoud tot zich te nemen. Daartoe legt hij, geheel in de stijl van de voorstelling, de envelop onder de stoom van het koffiezetapparaat. Omdat de envelop daardoor niet meer te redden is, propt hij de brief na lezing in zijn achterzak.

De inhoud ervan vormt de geheimzinnige achtergrond in de verhouding tussen de oude mannen., Tijdens de koffie verandert die in het voordeel van Jacob, die niet erg van tuinwerk houdt. Als Ab ook een kletskop wil, moet hij eerst uitspreken dat ze het goed hebben. Daarop houdt hij een lang verhaal over nichtje Vagelien die veganistisch geworden is.

In deze tekst van Arjan Ederveen klinkt duidelijk de licht absurde toon door, die de voorstelling verder begeleidt, zoals in een hilarische scène over een schunnig radio interview en een slapstickachtige scène over twee dronken kabouters. Helaas komt men niet verder dan sketchmatige benadering. Met hun, anders dan op de poster te zien is, oude lullenbroeken, retro brillen en spencers met ouderwetse patronen doen ze nog het meeste denken aan de hoofdrolspelers uit de vroegere televisieserie Stiefbeen en zoon. Het is jammer dat de mannen, onder eindregie van Alize, niet verder kwamen dan twee typetjes.

Er had meer in gezeten, gezien de grote kwaliteiten van de acteurs, waarbij vooral Jack Wouterse erg rolvast was. Praatjes over de kleur van hun schaamhaar verlagen het niveau dat bijna schreeuwde om een positieve wending. Na afloop moest ik met weemoed denken aan het heerlijk naïeve optimisme van Maarten ’t Hart in de serie over zijn moestuin. De toeschouwer in 2016 heeft meer verdiend dan een platte lach.

Hier meer over Walden van Frederik van Eeden, hier meer over Maartens moestuin.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten