Pages

zaterdag 1 oktober 2016

Filmrecensie: Margin call (2011), J. C. Chandor


De paniek in een investeringsbank na ontdekking van verliezen

J. C. Chandor schreef een spannend verhaal over een investeringsbank in Manhattan die in de problemen komt door malversaties en verfilmde dat met een spanning die vanaf het eerste moment van het scherm spat. De gebeurtenissen spelen zich gedurende een nacht af, waarin Peter Sullivan, medewerker van de afdeling risicoanalyse, ontdekt hoe slecht het er met het bedrijf voor staat. Ter afwisseling gaat Chandor ook mee met werknemers die zich buiten het kantoor wagen om betrokkenen op de halen voor spoedoverleg. Zo zien we de jonge honden Seth Bergman en Peter Sullivan in een nachtclub praten over de verdiensten van een paaldanseres.

De belangrijkste man die gezocht wordt is Eric Dale, het hoofd van de afdeling risico analyse, die die ochtend zijn ontslag heeft gekregen. Hij krijgt nog net de tijd om zijn persoonlijke bezittingen in een doos te doen - een beeld dat we ook van personeel van de Lehman Brothers kennen - en mag niet meer op zijn werk verschijnen. Op de valreep geeft hij een USB stick met belangrijke gegevens over het bedrijf aan de jonge medewerker Sullivan, die dezelfde avond tegen zijn maat Bergman zegt dat hij later naar de kroeg komt omdat hij de gegevens op de stick wil bekijken.

Hij is druk aan het rekenen en het zoeken tot hij opeens een inzicht krijgt. Dat is niet het sterkste moment in de film. Sterker is de komst - per helicopter - van de grote baas John Tuld (Jeremy Irons) die tijdens een ingelaste nachtelijke bespreking aan Sullivan vraagt om hem in heldere - , liefst kindertaal uit te leggen, wat de gegevens betekenen. Hij besluit daarop om hun rommelhypotheken zo snel mogelijk van de hand te doen.

De nieuwe baas Sam Rogers (Kevin Spacey) die de taak van de ontslagen Eric Dale heeft overgenomen, is niet voor het plan want dat betekent dat men anderen met de rommel laat zitten. Tuld probeert hem, vanuit het idee dat hij nooit een verlies zal accepteren, te bewegen toch voor zijn standpunt te kiezen, maar vangt bot. De operatie gaat alsnog door. De medewerkers van de afdeling worden zwaar beloond als het lukt om de hypotheken snel van de hand te doen, voordat de financiële wereld aan de weet komt wat er aan de hand is.

Tegelijk betekent de geslaagde actie dat tachtig procent van de afdeling moet afvloeien. Sam gaat op hoge poten naar Tuld die in het restaurant zit te eten met een fles wijn op tafel en een bloknoot naast zich. Hij krijgt Sam dit maal zo ver om, tegen een riante beloning, nog twee jaar te blijven en de zaak weer op de rails te zetten. In een fraaie beschouwing legt hij uit dat crises inherent zijn aan het kapitalisme en dat die zich om de zoveel jaar voordoen.

Margin call geeft een mooi beeld van de verschillende posities die bankmedewerkers innemen in zaken die ethisch onaanvaardbaar zijn. Fraai is een gesprek tussen Eric Dale en Sarah Robertson (Demi Moore), die min of meer verantwoordelijk was voor het ontslag van Dale, maar later in hetzelfde schuitje terecht komt. Senior medewerker Will Emerson verdient miljoenen per jaar maar ziet er niets verkeerds in te werken voor mensen die hun luxe leven niet willen opgeven. Ook de angst van Seth Bergman voor ontslag en de kilheid van de hoger geplaatste Jared Cohen spreken voor zichzelf.

Het eind van de film is wat erg sentimenteel: Sam Rogers begraaft zijn hond die een tumor had op het grasveld achter het huis waar zijn vrouw woont na hun scheiding. Het zou beter geweest zijn als hij zijn verleden had begraven. Wel weer sterk was het verband met eerder toen hij tegen Tuld zei dat hij liever greppels had gegraven in zijn leven want dan had hij tenminste nog gaten gezien.  

Hier de trailer die meteen heel mooi de enorme computerschermen in het kantoorgebouw laat zien, waarop winsten in kaart gebracht worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten