Pages

maandag 26 september 2016

Recensie: Moederziel (2015), Krijn Peter Hesselink


Groteske fantasieën van getraumatiseerde hoofdpersoon slaan elk medeleven plat

Dichter en vertaler Krijn Peter Hesselink waagde zich op het pad van de fictie met zijn debuutroman Moederziel. Daarin portretteert hij het leven van Jonathan die een moeilijke jeugd beleefde en daar later weer mee geconfronteerd wordt. Het aardige idee pakt helaas in de roman niet bijster goed uit. De stijl zwabbert nogal en de hoofdpersoon heeft fantasieën in zijn hoofd die voor hem zeer te verklaren zijn, maar voor de lezer minder interessant. Omdat de afloop een wezenlijk element in de roman is die bijna met een anekdote is samen te vatten, zal ik daar in ieder geval niets over verklappen.

Hesselink wisselt episoden uit de jeugd van Jonathan af met fragmenten waarin hij met zijn vriendin Mariëlle op vakantie is bij zijn vader die een vakantiewoning in Drenthe heeft. Op een ochtend komt hij in het dorp zijn moeder tegen, die hij al heel lang niet gezien heeft. Jonathan die slechts gekleed in een witte linnen broek naar de apotheek is gehold om de morning after pil te halen, wordt door de apotheker gezien als een man van de wereld maar daar blijkt weinig van. Hij heeft die nacht niet stiekem een meisje bezwangerd en rent uit schuldgevoel naar de apotheek om de gevolgen van zijn daad ongedaan te maken, maar is daar naar toe gegaan na een staand nummertje in de donkere tuin van de vakantiewoning met zijn vriendin Marielle die de gewone pil vergeten was, hoewel het ook wel weer spannend is dat de vader hen vanuit zijn slaapkamer begluurde.

De stukken die over de eenzame jeugd van Jonathan gaan, spreken dan meer aan.
Jonathan trof het niet met een moeder die enorme driftbuien had en een vader die zich als een kamergeleerde in zijn studeerkamer terugtrok. Later komt er een nieuw gezin met dochter Fleur naast hen wonen, maar het contact met haar wordt verbroken als zijn vader een verhouding krijgt met de buurvrouw, hetgeen voor de moeder reden is om terug te gaan naar haar familie dan wel naar een verpleeginrichting, dat blijft in het midden.

Hesselink schrijft korte zinnen die soms niet afgemaakt worden, hetgeen een warrige indruk maakt. De fantasieën van Jonathan zijn ronduit flauw en soms ook vreemd. Een voorbeeld van het eerste is een fantasie over de tuin van de nieuwe buren waar eerst een tuinkabouter had gestaan die verdwenen is. Hesselink merkt daar uit hoofde van Jonathan over op dat hij vast zijn baasjes achterna was gegaan. ‘ Misschien had hij al zijn spullen in een knapzak gestopt, als hij al spullen had, en was hij in het bos gaan wonen, net als Paulus de Boskabouter.’
Een voorbeeld van de vreemde gedachtewereld van Jonathan blijkt als hij na het eindexamen een eerste nacht naast Mariëlle beleeft. Jonathan is al vroeg wakker en vreest een schrikreactie van het zestienjarige meisje als ze wakker wordt: ‘Mariëlle zou zich doodschrikken als ze in haar bed op een ander lichaam stuitte. Een indringer.’
De relatie wordt nooit een succes. Vanaf het begin houden de twee vol dat er geen liefde in het spel is, maar dat is geen reden om toch met elkaar door te gaan.

De voorbeelden maken de sfeer in de roman bij voorbaat lauw. Jonathan zegt zelf dat hij na die eerste nacht met Mariëlle zijn rol bleef vervullen. Ook het laatste gesprek tussen de twee in de roman is psychologisch pover. Gedachten worden niet afgemaakt om toch vooral maar de status quo in stand te houden. Het is te hopen dat Hesselink in een nieuwe roman met dit, zoals hij zelf zegt, laffe personage afrekent, ook al is Jonathan zelf niets kwalijk te nemen. Dat een onmogelijk stel ouders het leven van een kind kan verprutsen is de enige conclusie die uit dit debuut te trekken is.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten