Pages

woensdag 14 september 2016

Filmrecensie: Cidade de Deus (2002), Fernando Meirelles


Felrealistisch, maar ook sensueel beeld van gewelddadige jeugdbendes in Rio

Cidade de Deus is een zeer bijzondere film over jeugdbendes die het leven in de gelijknamige buitenwijk van Rio de Janeiro in de jaren zeventig en tachtig tot een hel maken. De naam Stad van God lijkt niet erg van toepassing op de wijk waarin daklozen uit de binnenstad naar toe gebracht om in kleine uit de grond gestampt huisjes een beter leven dan in de favela te leiden. De goede bedoelingen werden doorkruist wordt door bendes die het leven zuur maken. In het begin van de film zien we al de nodige overvallen met vuurgevechten, waarbij de politie als een kleine speler in een Kever machteloos is om de misdaad te bestrijden.

Het verhaal van de jeugdbendes die culmineert in een oorlog tussen twee rivaliserende groepen, wordt verteld door Buscapé, die de bijnaam voetzoeker heeft en in zijn werkelijke leven Wilson Rodrigues heet. Hij heeft de gebeurtenissen aan de lijve meegemaakt en is later journalist geworden. Al op jonge leeftijd wilde hij fotograaf te worden. Met zijn camera fotografeerde hij verschillende gebeurtenissen zoals ook in de afsluitende oorlog in de jaren tachtig.

De twee grote bendes komen voort uit een eerdere bende, die het Tedere Trio wordt genoemd. In de jaren zestig nam de broer van Buscapé daaraan deel. Na een overval op een motel waarbij Buscapé op wacht staan, doden te betreuren waren en de politie hard ingreep, viel dit Trio uit elkaar. Twee jongens stapten uit het wereldje, waaronder de broer van Buscapé omdat hun vader niet meer wilde dat zijn zoon zich gewelddadig gedroeg, de derde verborg zich bij een liefje, maar werd neergeschoten toen ze in een auto wilden vluchten.

In de jaren zeventig en tachtig verhardde zich de strijd. De macht over de drugshandel vormde de inzet daarvan. Buscapé vervolgde zijn leven als fotograaf van de bende en raakte bevriend met een leuk meisje Angélica die later echter het liefje werd van de populaire bendeleider Bené. Deze laatste werkte nauw samen met Kleine Zé, die nogal losjes met zijn pistool omging. Hun tegenstanders bestonden uit personen die brodeloos machteloos gemaakt waren zoals drugshandelaar Wortel of die persoonlijk door Zé benadeeld waren zoals Mané, wiens jongere broer door Zé omgelegd werd. Daarnaast waren er ook nog de Pukken, een groep schooljongens die op eigen houtje te werk gingen tot ze daarop werden aangesproken door Zé. Luguber was een fragment waarbij Zé een van de schooljongens liet doodschieten door een onervaren lid van zijn bende. Vervolgens werden de Pukken door tegenstander Mané bewapend en ingezet in hun oorlog.

De film begint al heel dreigend met het slijpen van de messen, in dit geval voor het slachten van kippen. We zien dat een van de kippen ontsnapt, waarna door de jongens een jacht wordt geopend. Het fragment keert aan het eind van de film terug. Buscapé, die inmiddels in aanwezigheid van een bevriende journaliste de wijk intrekt om krantenfoto’s te maken, komt tussen de strijdende partijen in te staan, waarna de strijd ontbrandt. De opgestelde politie acht het raadzaam om de bendes elkaar om zeep te laten brengen en gaat, zoals Buscapé later vastlegt, ook niet vrijuit door omkoping, al wordt daar verder niets meer mee gedaan.  

Cidade de Deus is, behalve de inhoud, ook bijzonder vanwege de verschillende stijlmiddelen die Fernando Meirelles hanteert. In de film zijn portretten opgenomen van de verschillende hoofdfiguren. Daarin zien we wel eerdere fragmenten terugkeren. Ook gebruikt Meirelles af en toe een splitscreen, bijvoorbeeld als een informant van de tegenpartij naar bendeleider Kleine Zé gaat om een boodschap door te geven. We zien in een beeld dat deze Puk wordt na diens vertrek wordt opgespoord en teruggebracht, omdat Zé nog een hartig woordje met hem wil wisselen.

Hier de Engelstalige trailer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten