Pages

dinsdag 26 juli 2016

Filmrecensie: Nebraska (2013), Alexander Payne


Beeld van Amerika met starre normen over goed en kwaad

De eerste beelden van een oude man die eenzaam langs de snelweg loopt, zijn veelbelovend. De man heet Woody Grant en is ervan overtuigd dat hij een miljoen dollar heeft gewonnen in een neploterij. Hij is vastbesloten die op te halen, al moet hij daarvoor meer dan duizend kilometer lopen vanuit zijn woonplaats Billings in Montana naar Lincoln in Nebraska. Het verhaal over die tocht verzandt echter steeds meer in een zwaarmoedig familiedrama, waarin het Amerikaanse leven niet bepaald van zijn beste kant getoond wordt. Alles draait om geld die de familierelaties vergiftigd.

Een belangrijke factor in de vergiftigde sfeer vormt de vrouw van Woody die aan een stuk door loopt te mopperen op haar man. Deze werkt dat ook in de hand door zijn drankzucht en zijn koppigheid, die tot uiting komt in zijn onverzettelijkheid om in Lincoln zijn prijs te gaan ophalen. Zoon Ross ziet daar net als zijn moeder niets in en maakt de auto van zijn vader onklaar, de jongste zoon David voelt zich tenslotte voor het blok geplaatst om zijn vader te begeleiden. Hij neemt een paar dagen vrij van zijn werk en rijdt zijn vader naar Lincoln.

De beelden van het landschap in het noorden van de Verenigde Staten zijn fraai, in zwart wit uitgelicht, maar het is vooral de soundtrack die de beelden hun glans geeft. Eigenlijk is de muziek veel mooier dan de akelige mensen die de film bevolken. David gaat met zijn vader langs Mount Rushmore, waar vier Amerikaanse presidenten in de rots zijn uitgehakt, maar het is tekenend dat zijn vader meteen een onvolkomenheid ziet en weer weg wil. Omdat ze toch niet in één dag naar Lincoln kunnen rijden, maken ze een tussenstop bij een oom en tante die met twee opgeschoten maar indolente zoons in Hawthorne, het geboortedorp van Woody, wonen. Hoewel David zijn vader op het hart drukt te zwijgen over de prijs, kan zijn vader het toch niet laten om daarover te snoeven en meteen weet het hele dorp het.

Omdat ze toch moeten wachten tot het maandag is krijgen de familieleden en de dorpelingen ruim de tijd om zich met de komende rijkdom van Woody te bemoeien. Hoewel David hen steeds op het hart drukt dat het om een neplot gaat, denken de familieleden en de dorpelingen dat hij hen niets van het geld wil geven, terwijl ze toch menen recht te hebben op de nodige sommen geld waarmee ze Woody in het verleden geholpen hebben. De toestand dreigt uit de hand te lopen, als de neven het loten van hun oom stelen, hetgeen wel weer de verhouding tussen vader en zoon ten goede komt. Het is daarbij jammer dat Woody zelf in het vervolg geen enkele gedragsverandering laat zien en dat alles van David moet komen. De oude man is en blijft contactarm, heel erg gericht op zichzelf en zijn eigen verlangens, hetgeen de film toch een nare nasmaak geeft. Het bevestigt het beeld dat door Trump tijdens zijn uitverkiezing als beoogd toekomstig president op de Republikeinse partijconventie werd opgeroepen, van een volk dat zich op geen enkele manier heeft ontwikkeld maar zich heeft ingegraven in de eigen starre opvattingen over goed en kwaad.

Nebraska werd geschreven door Bob Nelson die zelf ook nog een klein rolletje in de film speelt, namelijk de caféhouder in de karaokebar in Hawthorne, waar Woody door het aanwezige publiek wordt toegejuicht.

Hier de trailer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten