Pages

zaterdag 12 maart 2016

Theaterrecensie: De Rookmonologen, Rutger Kroon, Theater Bellevue, 11 maart 2016


Spel rond verhouding met sigaret zakt door weinig solide basis

De Rookmonologen doen denken aan uitgebreide verhandelingen over de verhouding tot het roken en met name het roken van sigaretten. Hoeveel wetenswaardigheden daarover te melden zijn weten we van Zeno Cosini, de hoofdpersoon uit het vermaarde boek van Italo Svevo. Ook Rutger Kroon kan er over meepraten, gezien het feit dat hij dertig jaar lang onderbroken heeft gerookt. Daarover horen we echter bitter weinig, zelfs niet over de beleving van zijn eerste sigaret waarvan hij zich nog precies kan herinneren wanneer hij die opstak.

De nazomerdag in 1985 waarop de liefde voor de sigaret begon is wel reden voor een feestje. De trouwe verhouding heeft inmiddels dertig jaar geduurd en daar mag enige aandacht aan besteed worden. Op een vrolijk deuntje van de accordeon van Peter Arends komt Kroon haastig binnenvallen met de bruidsjurk onder zijn arm. Hij heeft naar eigen zeggen zijn hele leven naar dit moment toegewerkt. Meteen houdt hij een verhandeling dat men in de zaal niet mag roken. Datzelfde geldt voor bruidegom Anil Jagdewsing die later in de gedaante van een sigaret op het toneel zal verschijnen. Anil is over het verbod niet te spreken. Hij voelt zich, na een periode dat hij de gevierde man was, toch al zwaar achtergesteld en blijft daarover sippen.

Dit is het gegeven waarop, onder de eindregie van Jan Jaap van der Wal, tot vervelens toe voortgeborduurd wordt. Anil in zijn stijve sigarettenpak gedraagt zich als een verongelijkte puber, hangt op zijn stoel en slaapt regelmatig. Dat is niet bevorderlijk voor energiek theater. Kroon schippert, alsof hij de juiste vorm niet kan vinden, tussen enthousiasme en somberheid of misschien moet ik zeggen tussen manie en depressie, want veel speelt zich af binnen het taalspel van de therapie, die ook in de vorm van het dikke zelfhulpboek Denk je sterk aanwezig is. De inzichten zijn echter van een heel wat minder niveau dan de sterke beschouwingen van Svevo over psychoanalyse.

Dat wil niet zeggen dat Kroon geen sympathieke uitstraling heeft. Hij heeft een goed contact met het publiek en kan soms grappig uit de hoek komen met zelfspot als handelskenmerk. Zo geeft hij een erg leuk stukje theater ten beste als hij als gevoelig bruidje langzaam een koud beekje instapt. Het is vermakelijk dat hij regelmatig inbreekt in zijn eigen spel, bijvoorbeeld over de voile die hij de tijdens de eerste uitvoering was vergeten op te zetten terwijl juist kostuumontwerpster Saskia van der Klei in de zaal zat. De dubbele bodems kunnen echter niet verbloemen dat de basis weinig krachtig is.

Arends beseft dat ook en vraagt permissie iets voor zichzelf te spelen. Hij doet zelfs dopjes in zijn oren om niet afgeleid te worden door het geraaskal van Kroon. Daarmee zijn we op het punt van stilstand gekomen. Anil is tenslotte degene die in beweging komt, al is dit niet ten gunste van Kroon, die berooid achterblijft. Het gebeurt niet vaak dat men wordt achtergelaten door een sigaret, zegt hij verslagen. Hij dekt zich alvast in voor kritiek door te zeggen dat het publiek zelf de lijnen moet uitzetten die hij aangeeft maar zo gemakkelijk komt hij er niet van af. Het mooie rauwe slotlied met Arends op basgitaar kan de tekorten niet verhelen.

Vanavond de première in de kleine zaal van Bellevue!

Hier de site van Rutger Kroon, hier mijn bespreking van Bekentenissen van Zeno.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten