Pages

zondag 20 maart 2016

Elvis Costello: Mystery Dance (2013), documentaire van Mark Kidel



Iemand die zich graag vermomde maar altijd gewoon bleef

Elvis Costello wordt de beste popschrijver van zijn generatie genoemd. Hij begon als new wave kluns maar koos daarna steeds weer andere vermommingen.

Hij werd geboren als Declan Patrick Aloysius MacManus in een moderne woonwijk in Twickenham, Middlesex op 25 augustus 1954, maar met zo’n naam kon hij geen furore maken, zei hij later. Men zou denken aan een of andere traditionele bard.

Zijn ouders luisterden vaak naar jazz. Elvis pikte dat op. Zijn vader speelde in een orkest en zong in 1963 het nummer Please, please me. Elvis kreeg zijn kleren en laarsjes tot zijn voeten groter groeiden dan die van zijn vader. In zijn puberjaren scheidden zijn ouders. Elvis ging met zijn moeder naar Liverpool. Hij woonde in een arbeiderswijk niet ver van Penny Lane.

Een goede vriend kreeg op zijn zeventiende een dodelijk auto-ongeluk. Het maakte dat bij Elvis de urgentie van het leven doordrong. Hij draaide het nummer Blue van Joni Mitchell grijs en wilde liever een songwriter worden dan een uitvoerend musicus zoals zijn vader.

In de documentaire worden veel albums genoemd en singles en ook vele andere musici waarmee hij samenwerkte. Dat kon omdat hij door anderen niet als bedreigend werd gezien.

Zijn eerste concert in Liverpool in 1970 trok niet zoveel aandacht naast het gitaargeweld van andere rockers. De punk trok zijn aandacht. Hij trad op met The Attractions en maakte met hen een toernee door de Verenigde Staten. Een nummer als Lipstick Vogue, geschreven vanuit een personage, was niet vrouwonvriendelijk bedoeld, maar door zijn arrogantie wel zo over. Hij stopte met popmuziek en ging op zoek naar zichzelf.

Hij schreef het kritische Shipbuilding over de Falklandoorlog en Twenty two cents over de volksbuurt in Liverpool waarin hij net als de Beatles woonde. Samen met Paul MacCartney schreef hij twaalf nummers, waaronder het mooie The lovers that never were.

Na de breuk met The Attractions trad hij op met T Bone Burnett en bezocht pianoconcerten van Alfred Brendel. Hij zong in 1993 The Juliet Letters met The Brodsky Quartet, waarbij zijn stem als vijfde instrument fungeerde. Na orkaan Katrina trad hij op met de berooide Allen Toussaint.   

Na twee eerdere huwelijken waaruit twee zoons werden geboren, kreeg hij samen met Diana Krall in 2003 nog twee zoons. Het valt op dat in de documentaire zijn echtelijke leven nauwelijks aan bod komt. Krall zien we alleen achter de piano.

Hij zingt op een plaat van de zieke Jesse Winchester Quiet about it over angst, sterfelijkheid en eenzaamheid en speelt daarbij op de ukelele. Dat was in dezelfde tijd dat zijn vader elders op sterven lag. Daarna was hij de oudste van de familie, een nieuwe levensfase.  

Hij praat niet meer met de pers, omdat hij alles al eens gezegd heeft en toch niet wordt geloofd. Hij voedt zijn zoons op en that’s it. Een man zonder pretenties, een verademing in dat opzichtige circuit, lijkt me.
   
Mystery Dance is een nummer uit 1977 dat hij speelde met de Sugarcanes. Ik begrijp niet goed waarom Costello onder die noemer geportretteerd wordt. Zo mysterieus is hij nou ook weer niet.

Hier Elvis Costello met A good year for the roses.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten