Pages

maandag 7 maart 2016

Alicja Gescinska over Een soort van liefde, VPRO Boeken, 6 maart 2016


Nogal mistige formuleringen over het begrip liefde

Wim Brands refereert aan feit dat Gescinska in 2011 bij hem was om te praten over De verovering van de vrijheid waarmee ze genomineerd werd voor de Socrates wisselbeker. Inmiddels is ze doctor in de wijsbegeerte, werkt ze aan de politieke faculteit van het Amherst College in de Verenigde Staten en ligt haar debuutroman Een soort van liefde op tafel.
Die gaat volgens Geschinska gaat over vragen rond de persoon en de vrijheid, zoals de titel van haar proefschrift luidde. Ze vraagt zich af wat de mens tot de mens maakt die hij is en komt tot de vaststelling dat het de liefde is die ons uniek maakt.

Brands wil weten hoe hij dit moet begrijpen. 
Gescinska schetst de spanningsverhouding tussen het ideaal van de liefde en de geleefde liefde, die ver uit elkaar kunnen liggen. Filosofen hebben geen duidelijk antwoord gegeven op de vraag wat liefde is. Zij weet het ook niet maar heeft wel het gevoel dat ze er dicht in de buurt geweest is. Het gaat om een ongrijpbaar begrip gaat, dat, net als het begrip vrijheid moeilijk bloot te leggen is. Een roman leent zich daar beter tot een begrip ervan dan een wetenschappelijke verhandeling.

Brands wil weten welke vragen daarbij aan de orde komen.
Volgens Gescinska maken we een keuze maken in de liefde, ook als er sprake is van van liefde op het eerste gezicht.  Wat doen we daarmee? luidt de vraag dan.

Brands haalt het motto aan van Emily Dickinson aan: liefde is als het leven, louter langer.
Gescinska zegt dat de door haar genoemde spanningsverhouding daar al in zit. De spanning linkt ook door in een uitspraak van Dylan Thomas: Al gaan de geliefden verloren, de liefde niet.

Brands gaat in op de inhoud van het boek, waarin een jonge vrouw het huis van haar vader na diens dood ontruimd en ontdekt dat hij een geheime relatie met een jonge vrouw had.
Het beeld dat de dochter van hem had zegt meer over haar dan over de vader, legt Gescinska uit. Dat beeld maakt ons en beïnvloedt hoe wij liefhebben. Een complexe zaak in ieder geval.

Brands vraagt naar het grootste misverstand in de liefde.
Volgens Gescinska is dat de illusie van meetbaarheid en de bewuste keuze die we zouden kunnen maken want men weet pas wat men liefheeft als men het ervaart.

Brands vraagt vervolgens naar de eerste herinnering van Gescinska aan verliefdheid. Gescinska weet nog dat ze die niet wilde en zag later ook dat er niets van over was gebleven, anders dan de liefde van haar man die vanaf 2013 tegen haar zegt dat hij haar die dag en voor altijd graag ziet.

Brands vraagt naar liefde die tegen de klippen op gaat en tegen beter weten in.
Volgens Gescinska maakt het feit dat we de liefde niet in onze greep hebben ons tot de mens die we zijn. Haar boek is noch een pleidooi voor de liefde maar het wil er ook niet bang voor maken. Liefde heeft niets met (on-)rechtvaardigheid van doen.   

Brands gaat terug in de tijd en zegt dat Gescinska in 1981 in Polen geboren is en met haar ouders naar België gevlucht. Hij wil weten hoe de verhouding tussen haar ouders  was, want haar vader leeft niet meer en haar moeder heeft een nieuwe relatie.
Gescinska wil niet de balans opmaken van de verhouding tussen haar ouders want daar weet ze te weinig van. Ze kan niet veel meer dan invoelen hoe hun verhouding was en wil er niet over oordelen. Ze weet wel dat ze zelf te weinig liefde van haar vader heeft gehad, maar anderzijds erkent ze dat hij meer kanten had, zoals ieder mens. Ook de lezer kan in het boek verschillende kanten op. Ze hoopt dat die na het lezen gaat nadenken over de daarin gestelde vragen en zich realiseert dat we minder inspraak in het leven hebben dan we zouden willen. Voor mij bleef het ondanks aandringen van Brands een mistig gesprek , maar dat zegt niets over het boek dat door Tzum gewaardeerd werd .

Hier mijn verslag van het gesprek over De verovering van de vrijheid, hier de recensie van Een soort van liefde in Tzum.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten