Pages

maandag 11 januari 2016

Inez van Dullemen over De twee rivieren, VPRO-Boeken, 10 januari 2016


De stilte betrachten om een idee voor een boek op te doen

Inez van Dullemen heeft inmiddels de respectabele leeftijd van negentig jaar bereikt en haar zevenentwintigste en mogelijk laatste boek geschreven waarin ze terugblikt op haar schrijversleven en haar huwelijk met Erik Vos, regisseur bij toneelgroep De Appel.

Wim Brands vraagt haar of ze dagelijks schrijft.
Van Dullemen antwoordt dat ze dat nooit heeft gedaan, dat haar inspiratie altijd bij vlagen kwam.

Brands wil weten hoe De twee rivieren tot stand is gekomen.
Van Dullemen legt uit dat ze in haar huis in Zuid-Frankrijk vaak naar de twee rivieren keek die daar samenkomen. Ze kan eerst niet op de namen komen, maar herinnert zich dan dat het om de Dordogne en de Vézère gaat.

Op tafel liggen notitieboekjes van Van Dullemen. In totaal schreef ze er achtenzestig vol. De twee rivieren gaat onder andere over haar herinnering aan Martinus Nijhoff, een vriend van haar moeder die eens tegen haar zei dat ze verliefd keek. Dat had echter niet met de dichter te maken, als wel met haar schrijven, dat haar bezielde. Een andere herinnering heeft betrekking op Jan Arends. Ze ontmoetten elkaar toen ze een jaar of achttien waren. Hij was een zwerfkat, tragisch vanwege zijn wees-zijn en zijn leven in een pleeggezin, al had hij ook mecenassen die hem hielpen. Jan kwam bij de ouders van Van Dullemen over de vloer, kreeg eten van haar moeder en typte graag op de oude typemachine van een broertje van Inez. Ze luisterde aan de deur naar het aanslaan van de toetsen en zag bij binnenkomst de proppen papier die haar aan braakballen deden denken. Ze herinnert zich zijn gedichten die opgenomen werden in een tijdschrift dat werd uitgegeven door het dichtersclubje waar ze deel van uit maakte en die ze zowel eenzaam als geheimzinnig vond.

Brands wil weten hoe ze zelf de eenzaamheid ervaart. 
Dat is niet negatief. Van Dullemen zegt dat het tweede huis in Frankrijk daar een grote rol in speelde. Vanwege de lange onderbreking in de toneelwereld kon ze daar samen met Erik zes weken naar toe. Als stadsmensen genoten ze van de natuur en de eenzaamheid. Ze hebben daar zelfs een ezel gehad. Van Dullemen zegt dat het leven buiten directer op haar af kwam. Ze kan goed alleen zijn, zoals tijdens haar werk, maar houdt ook van haar gezin. Die negentig jaren zijn haar komen aangewaaid. Ze leeft op de zelfde manier als altijd, al is ze minder krachtig, en wordt zeker niet bestookt door herinneringen.

De vraag van Brands over melancholie verstaat ze als verliefdheid. Ze zegt dat ze in de verbeelding nog wel verliefd wordt, al zal die niet meer in een boek terecht komen. Daarvoor is het nodig om stilte te betrachten en te wachten op ideeën en beelden.

Brands herinnert zich een muzikant waar ze graag ’s nachts naar luisterde.
Dat is Freddy Mercury, die voortijdig aan aids overleed. Ze is gek op zijn liederen, die weemoed uitstralen. Ze hoorde de dood in hem zingen.

Brands wil weten of ze dat angstaanjagend vindt, maar dat is niet het geval. Het hoorde gewoon bij hem, hij wist hoe zijn leven af zou lopen.

Hier een mooie recensie van De twee rivieren op Literair Nederland, hier mijn verslag van de documentaire The great pretender, hier als bonus het nummer There must be more in life than this dat Freddy Mercury samen met Michael Jackson zingt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten