Pages

maandag 14 september 2015

Oek de Jong en Jaap Goedegebuure over De brieven, VPRO Boeken, 13 september 2015


Een verwarde doornbos, met of zonder stekels

Wim Brands heeft Oek de Jong en Jaap Goedegebuure uitgenodigd om te praten over De brieven, een ruime keuze uit de correspondentie van Frans Kellendonk, die vijfentwintig jaar geleden op 39 jarige leeftijd aan aids overleed. Brands vermeldt dat later dit jaar het Verzameld werk uitkomt, dat tijdschrift Extase een nummer aan hem wijdde en wijst op Geschilderd eten dat op tafel ligt.

Vervolgens mogen de gasten Kellendonk eerst heel kort kenschetsen. De Jong noemt hem een lone wolf, Goedegebuure een weeskind in het geestelijke. Daarna toont Brands een fragment uit de uitzending Letter en geest van het Uur van de Wolf uit 1996 waarin Kellendonk zegt dat hij wil dat de lezer zelf nadenkt. Hij is zich bewust van zijn visie als schrijver en laat zien dat zijn visie maar één visie is.
Goedegebuure die ook met een biografie over Kellendonk bezig is, ziet in het fragment een gedistingeerd terughoudend persoon, die net zo kritisch was op zichzelf als op anderen. Een verwarde doornbos, zou zijn grootmoeder zeggen. Iemand met stekels. De Jong is in de zomer van 2014 begonnen met het uittikken van zijn brieven die hij vanaf zijn zestiende schreef en had daar veel werk aan. Hij noemt Kellendonk juist een man zonder bolster, wiens werk wortelde in zijn persoonlijk leven. Goedegebuure noemt als thema van Kellendonk het verlangen naar gemeenschap, die ontbreekt. Kellendonk heeft geen oplossing, maar ook de politiek heeft die niet, waardoor hij in een wrange spagaat leeft. De Jong zegt dat Kellendonk in een tijd leefde met voortdurende crises: rond het geloof, zijn homoseksualiteit en dat hij veel zelfhaat had.

Brands signaleert een tegenstelling tussen het zoeken naar verbinding versus zijn onbekommerde seksuele beleving.
De Jong zegt dat uitspattingen in het homoseksuele circuit in Nijmegen en Amsterdam gewoon waren tot in begin tachtig aids uitbrak, waar Kellendonk slachtoffer van werd. Daardoor kwam het er niet meer van om samen het tijdschrift De jacobsladder te beginnen.
Goedegebuure voegt daar aan toe dat Kellendonk weliswaar promiscue was maar ook op zoek naar echte liefde, hetgeen steeds uitliep op een mislukking. Hij noemt Kellendonk een echte romanticus.

Brands toont een ander fragment uit de uitzending van het Uur van de Wolf waarin Bas Heijne, die hem tijdens zijn ziekte verzorgde, spreekt over het geloof dat teloor is gegaan waarbij ook de vragen zijn afgeschaft. Kellendonk wilde er een nieuwe inhoud aan geven. De Jong zegt dat Kellendonk het kind niet met het badwater wilde weggooien. Goedegebuure verwijst naar de bundel Geschilderd eten (1988) waarin Kellendonk in zijn naschrift de grote woorden geloof, hoop en liefde een nieuwe inhoud wil geven. Hij citeert daarin Wallace Stevens die gezegd heeft dat heilig is dat wat geheiligd wordt en dat God troont op de gezangen van de mensen. 

Brands wil weten waarom Kellendonk in de jaren tachtig indruk maakte met zijn verlangen naar gemeenschap.
De Jong vindt dat Kellendonk een verouderde positie innam, maar vergoelijkt dat Kellendonk nog erg in ontwikkeling was en tegenwoordig anders zou denken over zijn idee van een organische samenleving. Hij zou wellicht honend over de Gay parade schrijven en zijn blijven reflecteren op de multiculturele samenleving die hij toen als vervlakkend zag. Goedegebuure zegt dat hij zijn mond open kon doen omdat hij niet gebonden was, ook niet aan een politieke partij. De Jong voegt daar aan toe dat Kellendonk door zijn ziekte scherper ging formuleren.

Brands laat nog een fragment zien uit de documentaire Letter en geest, waarin dirigent Ed Spanjaard dit laatste ook opmerkt. De Jong zegt dat in Mystiek lichaam (1986) de dood al een grote rol speelde. Goedegebuure wijst op de ironie. Kellendonk wilde geloven maar kon alleen nog oprecht veinzen. Hij noemt de roman een uniek met gebeeldhouwde zinnen die staan als een huis. De Jong merkte dat hij bij het lezen vaak moest lachen.

Brands vraagt wat Goedegebuure ontdekte tijdens het werken aan zijn biografie.
Goedegebuure vond het niet vreemd dat Kellendonk in het begin van de jaren tachtig theologie wilde gaan studeren vanwege de verdere ontwikkeling van zijn werk. Bij alle humor was er ook een diepere laag waarin hij de gemeenschap wilde terugvinden. De Jong vindt dat de term hunkering daarop het beste van toepassing is. Hij heeft dat in het contact met Kellendonk in de Bethaniënstraat en aan zijn ziekbed van dichtbij meegemaakt.

Tot slot laat Brands de eerste aflevering horen van een nieuw initiatief van de VPRO op YouTube. In DichterBij Leonard Nolens horen we het gedicht Vermoeidheid. Hier op het nieuwe poëziekanaal. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten