Pages

zondag 7 juni 2015

Toer (2012), documentaire van Barbara Makkinga


Portret van een man die alles kan

Toer van Schaijk (1936) - ook wel als Van Schayk geschreven - is een veelzijdig kunstenaar. Behalve choreograaf is hij decor- en kostuumontwerper en daarnaast ook nog beeldend kunstenaar. In dit persoonlijke portret zien we hem bezig tijdens de voorbereidingen voor het ballet De Notenkraker in Warschau, terwijl zijn grote vriend Rudi van Dantzig in Amsterdam zijn laatste dagen volmaakt.

Burgemeester Van der Laan overhandigde hem eerder tijdens de gebruikelijke jaarlijkse Oranje lintenregen de zilveren penning van de stad Amsterdam. Dat kwam, omdat ze niet wisten dat Van Schaijk al een lintje had. Van der Laan was opgelucht dat Van Schaijk er niet al te moeilijk over deed. Van Schaijk zelf vindt het allemaal niet zo belangrijk. Hij staat niet graag in de belangstelling, zo zien we ook in Warschau, waar men zijn vijfenzeventigste verjaardag niet geruisloos voorbij laat gaat. Van Schaijk is liever aan het werk. Maar Rudi zou woedend geweest zijn, zegt hij. Die was ook degene die zich ooit voor een lintje ijverde.

Van Schaijk toont in Warschau de maquette voor het decor van De Notenkraker, overlegt over stoffen en bezoekt de repetities. Choreograferen doet hij minder vaak, aangezien hij het niet meer goed kan voordoen. Bij elke voorstelling moet hij op het eind nog iets met zijn handen aanpassen aan het ontwerp. Dat is een bijgeloof van hem. In Warschau voelt het absurd om aan zo’n productie te werken, terwijl zijn vriend op sterven ligt. Hij hoopt maar dat het publiek er veel plezier aan zal beleven.

Hij geniet ervan om zonder plan in zijn atelier een kop te beeldhouwen als compensatie voor het planmatig werken als ontwerper. Zijn opa liet hem vaak op zolder met zijn gereedschap werken. Hij toont zijn schilderijen, onder andere een onvoltooid portret van zijn moeder en een gezinsportret naar aanleiding van een foto uit 1945. Zijn moeder kreeg een verhouding met W.F. Hermans. Na de scheiding werden de kinderen toegewezen aan de vader. Toer vond het vreselijk dat zijn moeder weg was. Zijn vader zag hem nooit dansen, zijn moeder altijd.Zij vond alles mooi wat hij maakte Hij maakt zich niet druk over zijn werk. Hij heeft geen spijt van zijn activiteiten. Hij had er geen behoefte aan om wereldberoemd te worden. Als er al iets van hem zal beklijven zijn het zijn schilderijen, denkt hij. Dans is vergankelijk en fragiel en dat maakt het mooi.

Tussen de opnamen door projecteert Barbara Makkinga oude beelden van Van Schaijk toen hij nog optrad met Rudi van Dantzig, zoals in Monument voor een gestorven jongen en Life. Ze leefden vijftien jaar samen en bleven daarna vrienden. Ze vertrouwden op elkaars oordeel. Van Dantzig bewonderde Van Schaijk en was jaloers op zijn veelzijdigheid. Het ontwerp en de choreografie liet hij graag aan hem over. Van Schaijk daarentegen voelde zich altijd de jongste en de minste van het drietal, waartoe ook Hans van Manen behoort.  

Bij thuiskomst in Amsterdam bleek Rudi verlamd. Toer bleef bij hem. De laatste dagen kon hij niet meer praten. Dat deed hij met zijn armen. Hij ebde langzaam weg. Vier maanden later krijgt Van Schaijk een onderscheiding in het Bolsjojtheater in Moskou. Tijdens zijn dankwoord herinnert hij eraan dat Van Dantzig daar vier jaar eerder ook stond.

De meeslepende pianomuziek op de achtergrond versterkt het ontroerende beeld van deze beminnelijke culturele grootmeester met zijn jeugdige, wat ondeugende uitstraling.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten