Pages

maandag 20 april 2015

Sushi – the global catch (2012), documentaire van Mark Hall



Ontwikkelingen in de tonijnvangst in het licht van de steeds grotere sushi consumptie

In zijn eerste lange documentaire toont de Amerikaan Mark Hall de kwetsbaarheid van de tonijn aan voor de snel opkomende sushi behoeften van de wereldbevolking. Dafne Bunskoek waarschuwt vooraf dat de kijker zich straks zal bedenken om nog een sushi van witvintonijn te eten. In Warschau werden ten tijde van het maken van de documentaire veel sushi restaurants geopend en niet veel later bezweek ook Nederland onder de verleiding. Als straks Peking de smaak te pakken krijgt kan het wel eens fout gaan.

De chef kok van het gerenommeerde Japanse sushi restaurant, dat Sushiko heet, vertelt over de lange leerschool die zijn assistenten krijgen. Pas na een jaar of vijf, als alle voorbereidende werkzaamheden verrricht zijn, mogen zij de kok helpen met het bereiden van sushi. Als weetje zegt hij dat wasabi de colibacterie doodt. Het restaurant koopt de vis op de beroemde markt van Tsukiji. Het bedrijf aldaar dat in tonijn handelt, is al zestig jaar actief. In zeventien seconden kan men de kwaliteit van de vis beoordelen, onder andere door met een zaklantaarn in de buik van de vis te kijken of door shiatsu toe te passen. We zien verschillende mensen ook proeven van het vlees. De bedrijfsleider legt uit dat er verschillende soorten tonijn zijn, waaronder de witvintonijn die weer opgedeeld is vanwege de verschillende wateren waarin hij gevangen wordt.

Het bedrijf dat de tonijn slacht, bestaat zelfs al 250 jaar en heeft het steeds drukker vanwege de grote vraag naar tonijn. Men koopt de tonijn ook elders in de wereld op. Een soort parmaham lijkt het wel. Het vervoer van de gekoelde tonijn gaat met vliegtuigen, waardoor de tonijnsushi binnen enkele dagen op het bord van de consument ligt. Een verkoper in Tokio krijgt steeds grotere bestellingen uit de Verenigde Staten, maar ook uit India en Lodz in Polen, waar men de sushi met een zoete saus bereidt. In Austin Texas zwaait een Amerikaan, die eerder weinig zag in de vis, de scepter in het sushirestaurant waar hij als afwasser begon. Een ander maakt sushi’s in een pushup koker, net als de ijslolly’s. Een restauranthouder in San Francisco at altijd de schelpdieren in Puget Sound, maar inmiddels is de kust te veel vervuilt.

Hall gaat verder met de vraag of de tonijn dit allemaal aan kan. Een mevrouw van een natuurorganisatie in Monterey waarschuwt tegen uitroeiing. De tonijn is onmisbaar voor het ecosysteem. Anders gaat het hele leven in de zee eraan. Vangtbeperkingen, vastgelegd in internationele verdragen zijn niet erg effectief door het falen van toezicht door de overheid. Vooral Japan trekt zich weinig van de regelgeving aan, zo heb ik begrepen. Greenpeace protesteerde in 2010 wereldwijd tegen het massaal leegvissen van de zeeën.

De restauranthouder in San Francisco zet alleen nepvarianten op tafel. Gekweekte vis vormt een ander alternatief. In Australië is men druk bezig om de kleine vissen in bassins op te kweken. Helaas kost dit veel visvoer, die, net als het veevoer, beter direct geconsumeerd kan worden. Een andere mogelijkheid is om witvintonijn te kweken uit kuit. In een kwekerij in Australië worden de eitjes daartoe afgevangen. De vis komt niet uit de tank en is na zeven jaren volgroeid en geschikt om te worden opgegeten. Dat scheelt allicht in de onbarmhartige vangst van deze prachtige en voor het zeeleven zo belangrijke dieren.

Hier de trailer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten