Pages

maandag 24 november 2014

Mijn leven als Deelder (2013), documentaire van Bob Visser en Michael Barzilay



Scènes uit het leven van een dichter

In deze autobiografie, die verpakt is als documentaire, blikt de inmiddels bijna zeventig jarige Jules ofwel J.A. Deelder terug op zijn leven dat op 24 november 1944 in de Rotterdamse wijk Overschie begon.

Rotterdam is bij dag en nacht zijn stad, blijkens de ode die hij brengt terwijl hij door de haven vaart. Vanaf de Euromast wijst hij de wijk aan waarin hij is geboren. Hij is ouder dan de stad zegt hij, de meeste grote gebouwen waren er nog niet in de tijd dat hij jong was.

De oorlog maakte veel indruk op de kleine Deelder. Zijn eerste gedicht luidde: Hoor men werpt een atoombom. Hij was toen twaalf jaar. Hij vertelt een grap over een jood in een concentratiekamp die door een hoge nazi met een rechter kunstoog gevraagd wordt welk oog zijn kunstoog is. Als hij het goed raadt komt hij vrij. De jood raadt het rechteroog, omdat het zo menselijk kijkt. Voor Deelder heeft de oorlog vanwege deze geniale grap zijn verdienste gehad.

Hij komt uit een gezin met twee kinderen. Zijn vader was verzekeringsagent. Toen zijn moeder hoogzwanger van hem was, op alle dagen liep, zoals dat genoemd werd, werd zijn vader tijdens een razzia weggevoerd. Zijn oudere zus vertelt over de, voor die tijd ongewoon mollige, baby die bruin zag omdat hij alle dagen in de kinderwagen in de zon werd gelegd. Deelder heeft het bedrijfsjubileum van zijn vader in tekst vastgelegd.  

We zien prachtige beelden van oude voordrachten, een interview dat Cees Buddingh (dacht ik te horen) met de bebaarde Deelder houdt bij de uitgang van Carré (zie foto), in 1966 toen hij bij het grote publiek bekend werd. Daarin leest hij, met zijn neus op het papier, onder andere een gedicht over Prediker, dat er niets nieuws onder de zon is. Zijn archaïsche taalgebruik doet aan Gerard Reve denken. Deelder vertelt dat hij Simon Vinkenoog benaderde die hem uitnodigde mee te doen. Hij had er zelf niet zoveel vertrouwen in tot hij hoorde dat de zaal moest lachen om zijn optreden.

Lang deed hij op verschillende plaatsen zwaar werk, zoals in de haven om tankers schoon te maken en voor Van Gend en Loos. Van een collega kreeg hij een pilletje dat hem zoveel vleugels gaf dat hij er nooit meer mee gestopt is. Hij overwon er zijn verlegenheid mee, al had hij het tegenovergestelde van podiumvrees.

Bob Visser en Michael Barzilay volgen hem naar Londen waar hij het huis in Echo Road aanwijst waar hij ooit verbleef en tijdens een inval van de politie stoned werd meegenomen en als ongewenst persoon in de gevangenis werd gestopt. In 1978 zat hij twee dagen in de psychiatrische inrichting Sint Bavo in Noordwijkerhout vanwege verkeerd gebruik van speed.

In Colombia deed hij mee met een poëziefestival waarin hij zijn gedicht Oh kut over de verschillende benamingen van het vrouwelijk geslachtsdeel voorlas, dat vervolgens door een Spaanse dichter tot genoegen van het publiek werd vertaald. Het geheugen van Deelder is fenomenaal, zo blijkt uit zijn voordracht over De hardnekkige samaritaan in een hotelbar in Kiev, waarbij ook dochter en manager Ari aanwezig is.  

Dertig jaar geleden richtte hij Deelder BV op, een onderneming die als motto had: bezint eer ge begint en altijd op de rand van faillissement balanceerde. In 1985 werd zijn dochter Arie geboren. Hij verwelkomde haar met een gedicht.  

Hoewel hij al eens dood werd verklaard, op 56-jarige leeftijd, een bericht dat door de media zong, is Deelder nog springlevend. Komende woensdag spreekt hij de Rotterdamse gemeenteraad toe. De leden kunnen de borst natmaken.

Hier mijn verslag van het gesprek van Wim Brands met Jules Deelder in het programma VPRO Boeken, waarin ik een aantal gedichten, waaronder Lieve Ari heb opgenomen, hier zijn voordracht van De hardnekkige samaritaan op Youtube waarop meer voordrachten te vinden zijn.  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten