Pages

woensdag 20 augustus 2014

Recensie: Een privékwestie (2012), Beppe Fenoglio



Zoektocht naar een oude vriend en mededinger op liefdesgebied

Vertaalster Pietha de Voogd bracht me op het idee om Een privékwestie te lezen, een roman die in Italië in 1986 door uitgever Einaudi werd uitgebracht. De Voogd sprak lovend over de roman, dat ze samen met Mieke Geuzenbroek vertaalde. Deze gaat over soldaat Milton die tijdens de Tweede Wereldoorlog een privékwestie heeft uit te zoeken met een oude vriend en moest een onontdekt gebleven meesterwerkje zijn. De Voogd is niet de enige die haar bewondering uitsprak. Paolo Giordano zegt op de achterflap dat hij deze roman elk jaar opnieuw herleest en Ernest van der Kwast is in zijn Voorwoord lyrisch over het verhaal: ‘Het eind van het boek leest als een droom, of in elk geval als een hallucinatie, en je weet niet of hetgeen wat Milton overkomt, echt gebeurt.’ Het is alleen jammer dat Van der Kwast nogal veel verklapt, dat een lezer liever nog niet wil weten.

Het verhaal is een onvervalste queeste, niet om een schat te vinden of om daar persoonlijk iets bij te winnen, maar om een bekentenis af te dwingen van een oude vriend Giorgio die inmiddels ook in het leger zit, maar een relatie zou hebben gehad met Fluvia, het meisje waar hoofdpersoon Milton nog steeds verliefd op is. Tijdens een patrouille komt de laatste langs het huis waar Fluvia eerder woonde. De huishoudster laat doorschemeren, dat het inmiddels naar Turijn gevluchtte meisje iets met Giorgio had. Milton is daardoor meteen van slag en wil de waarheid weten. Het lijkt voor de lezer inderdaad niet vreemd dat de hoekige, pas benoemde universiteitsprofessor Milton het moet afleggen tegen de mooie en goedgebekte Giorgio.

Om zijn oude vriend te zoeken legt Milton een moeilijke tocht af door het oorlogsgebied in Italiaanse Piemonte rond zijn woonplaats Alba. Allerlei partizanentroepen, waaronder de blauwen van Milton, die als Engelsen verkleed zijn, strijden tegen de fascisten. Als Milton van leden van de eenheid van Giorgio verneemt dat hun maat gevangen is genomen door de fascisten en naar Alba is overgebracht, besluit hij om een fascistische sergeant te vangen, die hij kan uitwisselen met Giorgio. Hij komt tot dit plan als hij bij een oude vrouw komt hem te eten geeft en zij hem vertelt van een buurvrouw die regelmatig een fascistische sergeant ontvangt. Hoewel Milton kans ziet hem gevangen te nemen, lukt het hem niet om hem naar Alba te krijgen. Tijdens een vuurgevecht schiet hij de sergeant dood.

Hoewel de zoektocht van kettingroker Milton door de regen en de modderige wegen zwaar is, is de stijl is af en toe wat over de top. Als hij zijn laatste sigaret in de natheid wil aansteken, krijgt hij dat niet voor elkaar. ‘Die laatste stak hij in zijn mond, maar toen lukte het hem niet ook maar het kleinste droge oppervlak te vinden waar hij de lucifer aan kon afstrijken.’
Hetzelfde geldt voor de angst voor het fascisme. ‘Het gebulder beneden in het dal stierf snel weg, maar vóór hij verder heuvelopwaarts liep, wachtte Milton tot de rilling die het lawaai van de vijand hem had bezorgd helemaal via zijn ruggengraat was afgevoerd. Hij hielp daaraan mee door zich zachtjes van top tot teen uit te schudden, en daarna ging hij weer op pad.'

Het laatste citaat laat meteen ook zien dat de stijl behalve overtrokken ook wat onbeholpen is.
Dat het verhaal wat uitgetrokken is, wordt duidelijk in het een na laatste hoofdstuk, waarin we een uitstapje maken naar het kamp van de fascisten, waar de moord op de gevangen genomen sergeant gewroken wordt op twee onschuldige jongens uit de omgeving. Tenslotte keren we in het laatste hoofdstuk terug naar de hoofdpersoon die met moeite op de been blijft. Echter niet op de manier die Mario Rigoni in Sergeant in de sneeuw beschrijft. De zoektocht van Milton blijkt geen succes maar strandt voortijdig. De confrontatie blijft daarmee uit. Al met al is Een privékwestie daarmee zowel qua stijl als inhoud een wat teleurstellende uitwerking van een veelbelovend thema.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten