Pages

zaterdag 30 augustus 2014

Filmrecensie: If... (1968), Lindsay Anderson



Verrassende film over het Engelse kostschoolleven

Een film over het leven op een Engelse kostschool lijkt een nogal voorspelbare zaak met aandacht voor de onderlinge machtsverhoudingen tussen oudere en jongere leerlingen, de verhouding tot de leraren en de rangen en standen die al gauw in zo’n microkosmos ontstaan. Al deze elementen komen ook in If... aan bod maar daarnaast biedt deze kostschoolfilm veel verrassingen en is ook de compositie onalledaags.

Dat geldt niet zozeer voor de acht hoofdstukken waarin het verhaal is opgedeeld, beginnende met de terugkeer van de leerlingen van vakantie tot de gewelddadige ontknoping aan het eind, als wel voor de prachtige beelden van de oude behuizing, de geweldige muziek (ijle jongensstemmen tegen de achtergrond van een zware drum) en de fragmentarische opzet van het geheel, waarin niet alles voor de kijker wordt uitgelegd, hetgeen de kijkervaring alleen maar intenser maakt.

Het motto komt van Spreuken 4:7, waarin gesteld wordt dat wijsheid het belangrijkste is, maar dat daarbij ook begrip nodig is. Je zou kunnen zeggen dat het de schoolleiding daaraan ontbreekt met noodlottige gevolgen, die volgen op de alledaagse sadistische incidenten zoals het omgekeerd ophangen van een jonge leerling met zijn hoofd in de toiletpot.

If... gaat namelijk over de langzame ontsporing van Mick Travis, een ouderejaars die gekoeioneerd wordt door de vier Whips die luid commanderend en paraderend met hun zweepjes de dagelijkse orde bewaken. Travis wordt meteen al aangesproken op zijn lange haren en op alle mogelijke manieren het leven lastig gemaakt, maar weigert toe te geven, ook als hij lang onder een koude douche wordt gezet. Helemaal duidelijk is dat op het eind als hij stokslagen krijgt toegediend door Rowntree, de Whip die een persoonlijke vete met hem lijkt uit te vechten en korte metten met hem wil maken. Terwijl de twee andere handlangers van Travis er met vier stokslagen vanaf komen, moet hij blijven staan tot Rowntree zelf fysiek uitgeput is. Daarop geeft Travis zijn beul doodleuk nog een hand, maar de kijker voelt dat hij het daarbij niet laat zitten.

De broeierige sfeer in de film wordt verstrekt door de erotische toenadering van Travis tot een serveerster. Na joyriding op een motor met een kameraad achterop komen ze bij een café, waar ze bij de serveerster een kop koffie bestellen. Eerst krijgt Travis nog een klap van haar als hij haar probeert te zoenen, maar later speelt hij met haar op de vloer een erotisch tijgerspel, dat een band schept tussen de twee.

Niet alles is duidelijk, zoals de komst van een nieuwe leraar lijkt het die verder niet meer in beeld komt of de rondgang van de naakte vrouw van de slappe huismeester door de slaapzaal van de jongens, die inmiddels in soldatenkledij een oorlogje voeren, een spel dat nogal realistische trekken aanneemt.

Nauw verbonden zijn de politiek, het leger en de godsdienst, zoals op het eind getoond wordt in een samenkomst ter gelegenheid van het zoveel jarig bestaan van de school. De nadruk op traditie, verwoord door de generaal in aanwezigheid van een politiek leider en de bisschop, wordt door de woede van Travis en zijn handlangers op nietsontziende wijze in de kiem gesmoord.

Het leek erop dat de afwisseling tussen kleur en zwart wit een speciale bedoeling had, maar later las ik dat Anderson de film half in zwart wit schoot, omdat hij te weinig geld had om helemaal in kleur te werken. Niet dat dit afbreuk deed aan het kunstwerk. Het maakte het alleen maar intrigerender.

Hier de trailer.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten