Pages

zondag 1 juni 2014

Filmrecensie: Midnight in Paris (2011), Woody Allen



Ode aan de lichtstad en haar artistieke betekenis

Dat Midnight in Paris een ode is aan de lichtstad wordt meteen duidelijk bij de eerste beelden, bestaande uit gefilterde kiekjes van bekende plekken in de stad zoals het Louvre, de Opera en de Notre Dame. In dat romantische decor past het verhaal over Inez en Gil, een jong Amerikaans stel dat ik dat in Parijs wil gaan trouwen, maar de nodige tegenslag ontmoet. Dat Gil weinig succes kent als romanschrijver vormt een scharnierpunt in de film.

De tegenslag wordt in de hand gewerkt door een ontmoeting met vrienden van Inez, Paul en Carol. De pedante Paul heeft een aanstelling aan de Sorbonne gekregen, weet veel van kunst en neemt hen mee naar de musea. Tijdens een conversatie van het viertal in Versailles is Gil erg terechthoudend om over zijn boek te praten. Inez zegt dat het over de behoefte van Gil aan nostalgie gaat, de jaren twintig die zo glamorous waren. In de tuin het Rodin museum verschilt Paul van mening met de vrouwelijke gids over het feit of Camille de vrouw of de maƮtresse van Rodin was. Dat Paul Inez later voorstelt om het boek van Gil te lezen is tegen het zere been van Gil.

Verrassend is de tijdmachine waarin Gil terecht komt na een dagje met Gil en haar vrienden. Hij heeft geen zin om nog te gaan stappen en op weg naar het hotel verdwaalt hij en belandt hij op de trappen van een gebouw. Klokslag twaalf uur komt er een antieke luxewagen voorgereden met personen achterin die hem uitnodigen mee te komen naar een feest. De personen blijken niet minder dan Scott Fitzgerald en zijn vrouw Zelda en het feestje, waarop Cole Porter achter de piano zit, is ter ere van Jean Cocteau. Ook Hemingway is van de partij. Hij raadt Gil aan om zijn manuscript te lezen te geven aan Gertrude Stein. Als Gil dat gedaan heeft en alweer op straat staat, bedenkt hij dat hij een vervolgafspraak met haar moet maken, maar opeens kan hij haar huis niet meer vinden. Er blijkt een moderne winkel met een grote etalage in gevestigd.

Het uitstapje van Gil in het verleden doet de relatie geen goed. Hij trekt zich steeds meer terug, onder het mom dat hij wil schrijven, herschrijven en is ook werkelijk begeesterd geraakt door de groep kunstenaars die hij ontmoette en anderen zoals Bunuel of Picasso die hij later nog zal ontmoeten. Parijs was in de jaren twintig het artistieke centrum waar het alles zich afspeelde. Gil krijgt zelfs een romance met Adriana (zie foto), een naaktmodel van Picasso en daardoor komt hij in de problemen met Inez. Hij gaat zelfs voor raad naar de gids van het Rodin museum om te vragen of hij er, net als Rodin, een maĆ®tresse en een vrouw op na kan houden. Als hij met Adriana in La belle epoche terecht komt en zij daar wil blijven, neemt hij afscheid van haar. Tenslotte komt hij uit bij Gabrielle, een Parisienne die de muziek van Cole Porter verkoopt. Zij vindt het, anders dan Inez, niet erg om door de regen te lopen.  

De ironische toets geeft een meerwaarde aan de film. De vader van Inez, een conservatieve zakenman, zet een detective in om de gangen van zijn komende schoonzoon na te gaan, maar die belandt zelfs in een achttiende eeuws paleis. Gil koopt in een boekenstalletje langs de Seine de autobiografie van Adriana en leest dat ze op hem verkikkerd is. Als Gil Bunuel ontmoet doet hij hem het idee van La grande bouffe aan de hand. De Amerikaanse cultuur komt er bekaaid vanaf. Gil lijkt in ieder geval wat betreft zijn accent erg op Woody Allen zelf, maar ook in zijn gedrag kent hij dat nerveuze, onzekere. Toch is Midnight in Paris, net als Vicky Cristina Barcelona weer erg licht. Meer geschikt voor in het vliegtuig dan als serieuze filmhuisfilm.

Hier de trailer, hier mijn bespreking van Vicky Cristina Barcelona (2008).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten