Pages

donderdag 8 mei 2014

Koos Neuvel over Alzheimer. Biografie van een ziekte, VPRO-Boeken, 4 mei 2014



Het monsterlijke karakter van Alzheimer aan de kaak gesteld

Brands noemt Alzheimer de meest gevreesde ziekte van deze tijd. Een kwart miljoen Nederlanders lijdt eraan. Brands neemt om te beginnen met de welbespraakte wetenschapsjournalist Koos Neuvel eerdere ziektes door die in eerdere perioden als dé ziekte van hun tijd golden. In de negentiende eeuw was dat tuberculose en vanaf de Tweede Wereldoorlog tot de jaren tachtig kanker.

Neuvel vertelt dat de Duitse psychiater en neuroloog Alois Alzheimer de ziekte rond 1900 in een kliniek ontdekte bij Auguste Deter, een vrouw van vijftig jaar die merkwaardig gedrag vertoonde. Ze schold en ze hallucineerde. Na haar dood in 1906 onderzoekt hij haar hersenen en ontdekte daarin degeneratieve afwijkingen die pas in 1910 onder de aandacht kwamen door de geschriften van Kraepelin. Neuvel vertelt dat het om een vorm van geestelijke achteruitgang gaat op alle mogelijke gebieden, die afgescheiden moet worden van de ouderdomsdementie.

Brands brengt Sigmund Freud in die, naast de weinig hoge leeftijd die de mensen toen nog bereikten, de verdere inzichten over de ziekte Alzheimer tegenhield. In diens optiek ging het om de problemen van de persoon met zijn omgeving en niet zozeer om het onderkennen van ziektebeelden. Ook Frederik van Eeden, de grondlegger van de psychotherapie, was die mening toegedaan. De hersenen verpieterden omdat de mensen verpieterden door hun eenzaamheid. Ook de plaques, de kluwen in de hersenen, werden gezien als het gevolg van de levenswijze en het gedrag van mensen.

De interesse van Neuvel voor Alzheimer begon met zijn eigen moeder die de ziekte kreeg.  
Er waren al veel boeken waarin de ziekte beschreven werd (zoals dat van Voskuil over De moeder van Nicolien, rs). Neuvel wilde meer de diepte in en het monsterlijke karakter dat aan de ziekte werd toegedicht aan de kaak stellen. Bij zijn moeder verliep de ziekte helemaal niet zo dramatisch als gedacht. Ze maakte een tevreden indruk. Voor zijn vader, die zorg verleende was het zwaarder, omdat zijn moeder deze zorg niet accepteerde.

Brands memoreert dat hersenonderzoeker Dick Swaan Alzheimer niet als ziekte zag maar als een veroudering en daarmee een afwijkend standpunt innam in de discussie erover.
In de jaren zeventig kwam er een omslag in het denken over de ziekte, zegt Neuvel, naar aanleiding van een uitzending erover van Koos Postema. Daarvoor was Alzheimer nog veelal onbekend. Na afloop van de uitzending kon men bij de stichting Correlatie nazorg krijgen. Deze dienst werd veel gebeld. Velen, die een huisgenoot met Alzheimer hadden, voelden zich eindelijk erkend.

Brands vraagt naar de mogelijkheid van genezing.
Volgens Neuvel wordt er druk naar medicatie gespeurd, maar zijn alle pogingen tot nu toe op een mislukking uitgelopen. Onder neurologen heerst scepsis over medicijnen omdat de schade die langzamerhand door ouderdom wordt veroorzaakt, moeilijk te repareren is.

Brands stelt vast dat er dan een andere houding ten opzichte van Alzheimer nodig is.
Neuvel zegt dat er vanaf de tweede helft van de jaren tachtig vooruitgang op dit gebied geboekt is. De zorg is verbeterd en patiënten worden aangesproken op vermogens die nog wel aanwezig zijn, waardoor men nog steeds iets nieuws kan leren.

Brands sluit af met de vaststelling dat Alzheimer niet noodlottig is.
Volgens Neuvel hoeven we inderdaad niet te wanhopen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten