Pages

zaterdag 10 mei 2014

Het zit in de genen (2014), documentaire van Job Groenewegen en Ingrid Bosma





Raspaarden en beperkte dochters passen goed bij elkaar

De documentaire Het zit in de genen van Job Groenewegen en Ingrid Bosma gaat over het Friese gezin De Jong dat drie dochters kreeg met een verstandelijke beperking die echter op het paardenfokbedrijf van hun ouders hun tijd zinvol besteden.

Verstandelijk gehandicapten en paarden passen goed bij elkaar. Er zijn in Nederland de nodige zorgboerderijen waar mensen met een verstandelijke handicap een zinvolle dagbesteding vinden in het paardrijden. Het gevoel komt op de eerste plaats. In het bedrijf van hun ouders, Jaap en Wieke de Jong, kunnen hun dochters zich uitleven, nadat ze, in het dorp waarin ze woonden, de aansluiting met hun leeftijdsgenoten verloren.

Aan de kamertafel vertelt Jaap, bijgestaan door Wieke, het verhaal van hun leven. Hoe ze elkaar ontmoet hebben, hun kinderwens en de trage ontwikkeling die hun eerste dochter Ali meemaakte, waardoor zij naar een andere school moest. De dochters die in 1980 en in 1984 geboren werden, vertoonden vergelijkbare problemen. Wieke zegt dat hun wereldbeeld daarmee veranderde. Ze voelde zich benauwd in het dorp. Het was zelfs zo, zegt Jaap, dat de kerk ook geen enkele steun bood. Dat was de druppel om te verkassen naar elders.

We kijken binnen in een gezin waarin de jaren vijftig nog lijken te bestaan. Jaap is een rustig verteller, bedaard is misschien een beter woord voor deze pater familias. Hij is heel eerlijk over zijn verdriet toen ze in het ziekenhuis hoorden dat hij en zijn vrouw genetisch niet bij elkaar pasten. Hij is er zelfs overspannen van geraakt, maar zijn geloof in God is ongeschokt. Het zal hun taak in dit leven wel zijn om zijn drie dochters zo goed mogelijk te begeleiden. Hun ergens in een inrichting plaatsen is hem zijn eer te na. Ook adviezen van psychiaters of psychologen heeft hij niet nodig. In zijn bedrijf kunnen zijn kinderen hun hart ophalen.  

In de huiskamer staat een webcam opgesteld met een beeld van de stal waar een merrie op het punt staat van bevallen. Jaap vertelt dat het is als een emmer water die omvalt als de vliezen breken en dat het daarna snel kan gaan. We zien dat het hele gezin heel erg meeleeft met de geboorte van het veulen, een merrie, die al gauw zijn eerste stappen op het gebied van de dressuur zet. Wellicht biedt de ontwikkeling van de paarden voor het gezin een tegenwicht tegen de langzame ontwikkeling van de dochters. Jaap zegt dat ze door de paarden de ontwikkeling van de dochters gestimuleerd hebben tot een bepaald niveau, meer moet je ook niet willen. Wat dat niveau dan is en hoe hij merkte dat ze daarmee aan hun top zaten, daar horen we helaas niets over.

Jaap speelt orgel in de kerkelijke gemeente en kaartte toch een keer aan waarom zijn kinderen niet mee mochten doen. Daarmee was alle kou uit de lucht. De dominee heet de kinderen vanaf de kansel zelfs hartelijk welkom en Ali speelt dwarsfluit. Treurnis is er vooral bij de kinderen als overbodig geworden paarden verkocht worden, zeker aan een slachter. Daarbij speelt ongetwijfeld hun eigen dorpsverleden mee. Dan is er nog een zoon Tjerk die verder geen commentaar geeft, maar een grote steun voor zijn vader is. Wieke zegt dat hij wel meteen snel was en handig. Het tegendeel van zijn zusjes. Het is jammer dat de documentairemakers hem niet gesproken hebben, althans hem niet voor de camera hebben gehaald. Daarmee is alles wel gezegd. En gezwegen. Maar dat past weer wel in de sfeer die de documentaire uitademt.

Hier de trailer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten