Pages

donderdag 27 maart 2014

Bobby Fischer against the world (2011), documentaire van Liz Garbus



Eenzame jongen werpt zich op het schaakspel

Liz Garbus begint met een citaat van Albert Einstein dat van toepassing lijkt te zijn op het leven van Bobby Fischer (1943-2008). ‘Het schaakspel houdt zijn meester gevangen, het ketent diens geest en hersenen zo dat zelfs de innerlijke vrijheid van de allersterkste er onder lijdt.’

Fisher is niet de eerste schaker die bezwijkt onder zijn passie. Aan het einde van de fascinerende documentaire wordt verteld dat men als schaker paranoïde moet zijn om elke mogelijke aanval van de tegenstander te pareren en dat die eigenschap gemakkelijk kan overslaan naar het dagelijks leven.

Bobby Fischer had het al niet gemakkelijk met zijn joodse ouders. Zijn Hongaarse vader stierf al op jonge leeftijd en zijn moeder liet haar twee kinderen, Bobby and Joan, veel alleen. Bobby probeerde de eenzaamheid te ontvluchten in het schaken. Daar was dit genie in zijn jeugd altijd mee bezig met als gevolg dat hij op zijn vijftiende nationaal kampioen was. Zijn doel was om wereldkampioen te worden en te blijven, maar alle aandacht voor zijn persoon deed hem geen goed.

De hoofdmoot van de documentaire vormt de tweekamp met wereldkampioen Boris Spasski in 1972 in Reykjavik. Als een thriller wordt de wedstrijd en alles wat eraan vooraf ging verslagen. De Koude Oorlog vormde een bijzondere achtergrond. De Russen wilden tegenover de Amerikanen hun intellectuele superioriteit bewijzen. De 29-jarige Fisher, die de publiciteit vreesde, moest zelfs door minister Kissinger van Buitenlandse Zaken aangespoord worden om naar IJsland te vertrekken.

Tijdens de eerste van de maximaal 24 partijen kwam kwam Fischer aanvankelijk niet opdagen en protesteerde later tegen de opstelling van de camera’s. Aan het eind van de partij maakt hij, mogelijk gestoord door het geluid van de camera, een beginnersfout die Spasski op voorsprong brengt. In de tweede partij liep hij zich helemaal niet zien. Hij wilde in een achterzaal spelen, kwam met een verrassende opening waarin hij terugkwam tot 1-2. De vierde partij eindigt in remise en tijdens de vijfde partij geeft de sympathieke Spasski op, wellicht van slag door alle onrust van Fisher.

Na zijn uiteindelijke winst in de twintigste partij omdat na een onderbreking Spasski opgaf, liet hij zich niet zien maar vluchtte de heuvels in om naar de dieren te kijken. De roem die volgde betekende een aanslag op zijn privacy. Teleurgesteld wendde hij zich tot de fundamentalistische Church of God, maar draaide door, werd paranoïde en kwam steeds meer in de ban van obscure religieuze en antisemitische geschriften.

In 1990 dook hij weer op in Pasadena, California. De Hongaarse Zita wist hem in een briefwisseling zover te krijgen dat hij nog eens een revanche partij tegen Spasski zou spelen. Die wedstrijd vond plaats in 1992 tijdens de burgeroorlog in Joegoslavië. Het spel van de opponenten haalde het niet bij dat van twintig jaar daarvoor en Fischer werd ook nog de toegang tot de V.S. geweigerd omdat hij de boycot van Joegoslavië doorbroken had.

Zijn zus Joan was de laatste van de familie die hem in 1995 in Hongarije ontmoette. Daarna stierf ze, net als haar moeder. Fischer uitte zijn wraakgevoelens op de V.S. tijdens de aanslag op de Twin Towers, werd vastgezet in Tokio en asiel verleend door IJsland waar hij zijn laatste jaren in eenzaamheid sleet. De eerder zo aardige jongen en koppige jongeman was door het leven veranderd in een nogal onuitstaanbaar heerschap. Met dit alles heeft hij er wel voor gezorgd dat schaken inmiddels het meest gespeelde bordspel is.

Hier de trailer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten