Pages
▼
dinsdag 7 januari 2014
Dirk van Delft over Philips research, VPRO-Boeken, 5 januari 2014
Vrijheid van onderzoek boven managementcultuur
Wetenschapsfilosoof Dirk van Delft is directeur van het Museum Boerhaave in maakte in opdracht van het museum samen met conservator Ad Maas het boek Philips research over de uitvindingen tijdens de laatste honderd jaar in het Natuurkundig Laboratorium - ofwel het NatLab - van Philips in Eindhoven.
Het gesprek begint met de natuurkundige Gilles Holst die door de directie werd aangesteld als hoofd van het NatLab. Het was de bedoeling om zelf patenten te ontwikkelen omdat die vanaf die tijd beschermd werden. Gilles was een verlegen man die bang was voor zijn secretaresse. Hij werkte aan een academische sfeer. Einstein hield er in 1923 een lezing.
Voor de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde men een veilige röntgenbuis die gebruikt kon worden om vast te stellen of iemand aan tbc leed, een natrium straatlamp die nog altijd in het straatbeeld te zien is, de draaiende kop van een scheerapparaat, het cassettedeck en componenten als een nieuwe radiobuis, die niet zo lang hoefde op te warmen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog keek met anders aan tegen de vrijbrief die natuurkundigen kregen om ontdekkingen te doen als de atoombom en radarinstallaties. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de leiding van het NatLab in handen van Hendrik Casimir. Hij hechtte aan autonomie voor het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Door ruimte te geven aan de wetenschappers hadden die meer arbeidsvreugde. Het was er volgens Van Delft ook de tijd naar om dat mogelijk te maken. De IC techniek stond in de kinderschoenen. Casimir benadrukte de continuïteit van het wetenschappelijk onderzoek.
Brands hamert erop om niet toe te geven aan de commercie en directe toepassingen. Is men in onze tijd niet te zeer gericht op effectiviteit en nut? vraagt hij.
Van Delft beaamt dat uitvindingen niet vooraf te bestellen zijn en dat er altijd ruimte moet zijn voor de wetenschappers. Het huidige beleid om bepaalde wetenschapsgebieden voorrang te geven is de dood in de pot.
Brands vraagt waarom de overheid het nut daarvan niet inziet.
Van Delft nuanceert de stelling dat het altijd om een evenwicht gaat tussen presteren en de noodzaak om in vrijheid te werken.
Maar hoe kom het dat het management zo belangrijk is geworden? Van Delft zegt dat die de overhand hebben gekregen boven de werkers in het veld. Controle freaks hebben de hand aan de knip. Hij vindt het vrijdagmiddag onderzoek, waarin men zich buiten de gebaande paden kan begeven, belangrijk voor de creatieve geest.
De missers worden door Brands helaas buiten beschouwing gelaten. Wel noemt hij Dick Raaijmakers die onder de naam Kid Baltan (het omgekeerde van natlab) geluidsonderzoek deed. Met elektronische muziek maakte hij een multimediaal spektakel.
Brands kan geen genoeg krijgen van zijn weerzin tegen managers. Hij noemt die bange mensen. Speciaal voor Wim Brands daarom Joop Visser en Jessica van Noord met Onze Jan is manager geworden.
geweldig!
BeantwoordenVerwijderen