Pages

vrijdag 24 januari 2014

Cees Nooteboom, pelgrim in Japan (2014), documentaire van Pat van Boeckel





Nooteboom verzamelt alle drieëndertig stempels

Naar aanleiding van zijn tempeltocht in de omgeving van Kyoto schreef Cees Nooteboom het boek Saigoku. In deze documentaire van Pat van Boeckel leest hij daar, tussen de sprookjesachtige beelden van tempels en begraafplaatsen, uit voor.

Nooteboom vertelt dat er drieëndertig tempels in de buurt van Kyoto liggen en dat men die als een pelgrimstocht kan bezoeken, net zoals de tocht naar Santiago de la Compostela, al is die kinderspel vergeleken met de tempeltocht rond Kyoto. Nooteboom toont de plattegrond van het treinennet waarop twee concurrerende treinmaatschappijen rijden en vergelijkt dat met een web waar een pelgrim gemakkelijk in vast kan komen te zitten. Daarna volgt vaak een busrit, waarbij men zomaar ergens wordt afgezet, zodat men moet zoeken en klimmen naar de tempels, die vaak ergens in de hoogte liggen en men niet weet of men weer op tijd terug is om de trein terug te nemen. De verwarring bij de reiziger is volgens Nooteboom een voorwaarde om echt weggeweest te zijn. De spanning rond de zoektochten gaf hem het gevoel van een grote ervaring. Nooteboom maakte de tocht meerdere keren omdat zijn eerste aantekeningen niet altijd leesbaar waren, maar ook omdat de ervaring in de verschillende seizoenen steeds heel anders is.

Kyoto was in de tiende eeuw de hoofdstad van Japan. De tempels lagen er toen al. Ze zijn gewijd aan de godin van de barmhartigheid, die te vergelijken is met onze moeder Maria. Het verhaal gaat dat zij op haar voettocht van China naar Japan van een man veranderd is in een vrouw. De tempels worden, anders dan de kloosters die voor intellectuelen bedoeld zijn, bezocht door gewone mensen die zichzelf eerst reinigen met een kommetje water en daarna met een klapgebaar hun aanwezigheid aan de godin kenbaar maken. Ze vragen, wensen of bedanken en doen dit vaak ook op briefjes die ze bij de beelden achterlaten. De rituelen verschillen volgens Nooteboom niet zo erg met die in Mexico of Sicilië.

Een oudere pelgrim vertelt dat hij net gepensioneerd is en gebruik maakt van de gelegenheid oude en nieuwe plekken in Japan te bezoeken. Eerder reciteerde hij de sutra’s automatisch, maar sinds de betekenis tot hem doordrong, doet hij dat met meer gevoel. Voor het bezoek aan de tempel krijgt men een gecalligrafeerd teken op een meegebrachte rol perkament uitgereikt als bewijs dat men de tempel bezocht heeft. Nooteboom had in plaats daarvan een handzaam tempelboekje bij zich, waarin hij de bezoeken liet aftekenen. Na de laatste stempel zijn de pelgims voldaan en zeer geëmotioneerd.    

In een van de tempels verbrand men brieven die nooit de ontvanger hebben bereikt

Nooteboom toont een pentekening van een verstilde monnik in een boom, die hij in tempels en op de stenen op grafplaatsen herhaald zag. Hij zag daar ook driehoeken, vierkanten en cirkels die symbool staan voor vuur, aarde en water, maar dat wil niet zeggen dat hij daardoor iets heeft begrepen van het geheim van de tijd. Beweging en stilte houden elkaar in evenwicht, zegt Nooteboom. Dat geldt zeker voor hem bij het schrijven.

Hij citeert een haiku van de Japanse dichter Basho, die hij ooit maakte bij een vijver op een stille plek. In een haiku gaat het om het uitdrukken van een onmiddellijke sensatie. Nooteboom voegt daar zelf een gedicht aan toe over deze woordkunstenaar die geen vaste woonplaats onder de hemel had maar in zijn gedichten leefde.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten