Pages

zondag 19 januari 2014

Theaterrecensie: Berenice, regie Olivier Diepenhorst, Toneelschuur, 18 januari 2013



Hartverscheurend Romeins drama roept op onze stellingen te verlaten

Regisseur Olivier Diepenhorst bewerkte Berenice van de 17de eeuwse Franse toneelschrijver Jean Racine over het ernstige lot van de Romeinse keizer Titus tot een compact toneelstuk waarin de essentie los komt te liggen. De nieuwe keizer kan onmogelijk nog zijn geliefde Berenice aan zijn zijde houden. Hij wil, met pijn in zijn hart, dat zijn vriend Antiochus haar terugbrengt naar haar land, Palestina, maar dat gaat niet zonder slag of stoot. De hoofdrolspelers komen niet gemakkelijk van hun troon af.

Antiochus is de eerste die van zich laat horen op het podium, bereikbaar met twee zwembadtrapjes, met daaronder een glazen kooi. Antiochus is de koning van het verslagen Commagene, een land grenzend aan Palestina. Op zijn weg door Italiƫ werd hij door Titus ontboden aan zijn hof en ontwikkelde zich tussen de mannen een vriendschap. Antiochus vertelt ons over zijn liefde voor Berenice. Sinds Vespasianus, de vader van Titus, overleden is en Titus keizer wordt, heeft hij de hoop op Berenice opgegeven en wil hij terug naar zijn land.

De schokkerige motoriek waarmee hij - en later Titus - zijn wanhoop toont is verrassend om te zien. De lichtval onder het verlaagde plafond in een verder donkere ruimte, waarin de acteurs hun hart uitstorten, geeft de enorme paleisruimte weer die zich rond het podium uitstrekt. Het dienstmeisje, dat ook de dienstmeisjes speelt van Berenice en Titus, geeft Antiochius advies. Als ze niet gehoord wordt, trekt ze zich, voorzover ze niet wordt teruggeduwd (zie foto), terug in de glazen kooi, vanwaaruit ze met subtiele lichaamsgebaren de ontwikkelingen volgt.

Koningin Berenice met strakke achterovergekamde haren en een perfecte make up, geniet al bij voorbaat van de weelde die haar straks omringt en de bijval die zij van het volk zal ontvangen. Ze kijkt uit vanuit het podium en ziet haar geluk binnen handbereik. Haar dienstmeisje praat een grappig soort Oost-Europees met haar, dat gelukkig niet teveel wordt uitgelegd, maar duidelijk wordt wel dat ze weinig in de melk te brokkelen heeft.

Titus leefde vijf jaar lang zijn liefdeslust uit met Berenice. De dood van zijn vader Vespasianus maakt daaraan een eind. Hij wordt verscheurd door de eis van de Romeinse wet die geen vreemde vrouw aan zijn zijde duldt en vraagt zijn vriend haar mee te nemen.

Antiochus kan die wens echter niet zomaar vervullen. Hij wil weten hoe Berenice erover denkt, maar kan het niet over zijn hart verkrijgen om haar de waarheid te zeggen. Het is Titus die haar tenslotte inlicht.

Daarmee ontstaat een emotionele verwikkeling die zich ook verder in de toneelruimte afspeelt waarbij de drie in steeds verwilderde vorm om elkaar heen draaien, tot ze alle drie uitgeput naast elkaar liggen, met het idee dat het leven te zwaar is. Berendice is tenslotte degene die opstaat en met haar losse haren als de Franse Marianne nieuwe kracht hervindt en ons als het ware oproept ook onze ingenomen posities te verlaten en het leven opnieuw uit te vinden.

Berenice valt op door de sterke stilering, die past bij de inhoud. De tekst is sterk en de acteurs spelen vol energie een vitaal emotioneel spel. Wat wil men meer dan deze op het toneel bereikte perfectie? Nu het leven nog.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten