Pages

zondag 6 oktober 2013

Filmrecensie: Sonny Boy (2011), Maria Peters



Tragische liefde tussen een zwarte jongeman en een Hollandse vrouw

Kosten noch moeite zijn gespaard om de gelijknamige roman van Annejet van der Zijl op een fraaie manier voor het voetlicht te brengen. Sonny Boy is een feelgood movie, een warm bad met fraaie beelden en mooie muziek van Henny Vrienten. Dat het verhaal - over een verhaal van een onmogelijke liefde tussen een jonge vitale Hollandse vrouw en de Surinaamse student - op ware gebeurtenissen gebaseerd is, moet de kijker nog meer ontvankelijk maken. Maar tenslotte komt die toch van een koude kermis thuis.  

De film begint net als het boek in Suriname in 1921. De jongen Waldemar laat het bootje waarop hij en een paar vrienden zich op de rivier bevinden op sleeptouw nemen door een schip dat naar Nederland vaart. In het zicht van de oceaan maant de schipper hen het bootje los te koppelen. Waldemar zwemt terug en komt op de rivier zijn vader tegen die met een zeilschip naar Brazilië gaat omdat daar meer te verdienen valt. Hij roept zijn zoon toe dat die er ook wel komt.

In 1928 vertrekt Waldemar naar Nederland om daar bedrijfskunde te studeren. Hij neemt zijn intrek bij het gezin van zijn neef David, die eigenlijk zijn halfbroer is en een goede baan bij de KLM heeft. Als dat hem zat is, moet Waldemar op zoek naar een andere kamer.

Hij loopt rond in Den Haag en komt bij Rika die na een ruzie met haar overspelige man Willem uit Goedereede naar Den Haag gevlucht is, waar haar ouders een kruidenierswinkel hebben. Die vinden dat ze haar eigen boontjes maar moet doppen. Rika vindt, financieel geholpen door haar broer Marcel, een onderkomen en wil graag een kamer verhuren. Inmiddels zijn haar vier kinderen ook allemaal in Den Haag gearriveerd. Het is het begin van een romance tussen de Surinamer en de zeventien jaar oudere Hollandse. Fraai worden de moeilijke overgangen in hun leven in beeld gebracht: Waldemar wordt in de stad vaak onheus bejegent; omdat hij geen aardappelen lust, gaat Rika rijst koken, maar dat is weer tegen de zin van haar oudste zoon Wim, die zijn vader mist; de huisbaas kan het niet verkroppen dat er een zwarte in zijn huis woont; de man van Rika is woest als hij merkt dat zijn vrouw zwanger is van een zwarte.   

Rika en Waldemar zijn allebei wat opgewonden standjes, maar houden het met elkaar uit ondanks vele tegenslagen: Marcel die zijn toelage intrekt, Willem die de kinderen opeist, de huisbaas die hen en hun baby Waldy uit de woning zet. De kansen keren als ze een pension beginnen in Scheveningen, maar als de oorlog uitbreekt krijgen ze Duitse soldaten ingekwartierd en later moeten ze het pension verlaten omdat het in een spergebied ligt. Goedhartig als Rika is, begint ze samen met Waldemar op een andere plek joden op te vangen. Helaas worden ze verraden. Rika en Waldemar belanden na een akelige tijd in de Scheveningse gevangenis in kamp Vugt en vandaar worden ze naar verschillende kampen in Duitsland vervoerd. Sonny boy wordt opgevangen door familie en later naar een boer in de provincie gebracht.

De laatste periode had achterwege kunnen blijven. Zoals ik eerder al over The boy in the striped pyjamas schreef kunnen fictiebeelden van een concentratiekamp nooit de werkelijkheid vervangen. Een korte aanduiding op het scherm was voldoende geweest en had de duur van de film, waarin de taal vaak gekunsteld aandoet, dragelijker gemaakt.

De mooiste scène is aan het begin van de film, na de ouverture in Suriname, op zondagochtend op het Zeeuwse strand waar Rika met haar kinderen danst. De sterke rol van Ricky Koole kan niet verhelen dat het boek toch weer beter is.

Hier de teaser.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten