Pages

zondag 8 september 2013

Jabik Veenbaas over De verlichting als kraamkamer, VPRO-Boeken, 8 september 2013





Is de ratio wel zo rationeel?

Jabik Veenbaas (Hillaard,1959) is dichter, vertaler en filosoof. In de laatste hoedanigheid schreef hij De verlichting als kraamkamer met als ondertitel Over het tijdperk en zijn betekenis voor het heden waarin hij een veertiental verlichtingsfilosofen portretteert, hen in een historisch context plaatst. Is de ratio zelf wel zo rationeel? luidt de achterliggende vraag.

Wim Brands vraagt naar een typering van de Verlichting en de periode waarover we dan spreken.
Veenbaas typeert de verlichting ruwweg als de tijd waarin het wetenschappelijk empirisme doordringt en scepsis overheerst over alles wat niet met de zintuigen waarneembaar is. Over de periode wordt verschillend gedacht. Eerder sprak men van de periode 1680 tot 1800, inmiddels begint de Verlichting al in 1650.

Het gaat over de onttovering van de wereld in de Gouden Eeuw, knikt Brands.
Toch waren er in 1974 nog heksenprocessen in Nederland, zegt Veenbaas. In Engeland joeg een psychopaat driehonderd heksen de dood in. Zelfs Gisbertus Voetius, een religieuze geleerde, geloofde nog in heksen. 

Wat hebben we te danken aan die tijd?
In staatsrechtelijk opzicht kwam er een driedeling in de macht (Montesquieu) en in de levenssfeer kwam er aandacht voor mensenrechten (Thomas Paine) en vrouwenemancipatie (Mary Wollstonecraft).

Waarom dit boek?
De uitgever wilde essays over Verlichtingsdenkers. Veenbaas knoopte daar het thema van de vermeende rationaliteit aan vast.

Brands wil inmiddels wel eens wat horen over de misverstanden die over de Verlichting bestaan.
Veenbaas zegt dat er genuanceerder over de Verlichting moet worden gedacht dan men vroeger deed, toen men Spinoza aanpakte vanwege de afkeer van zijn godsbewijzen.
David Hume noemde de rede een slaaf van de hartstocht. In zijn A Treatise of Human Nature beschreef hij een ontboezeming: hij raakte in verwarring door de sceptische kijk. Na een spelletje triktrak herstelde hij, waardoor hij concludeerde dat de natuur een groter goed was dan het verstand.

Brands refereert aan ons superioriteitsgevoel ten aanzien van moslims en vraagt wat er fout is gegaan.
Volgens Veenbaas is de Verlichting een complex begrip, dat zowel in historische zin als boven historisch gebruikt wordt. In de laatste zin wordt er een ethische sluier omheen gehangen en bezien vanuit de eigen morele standpunten zoals huidige atheïsten doen. De atheïst Lessing bepleitte echter voor ruimdenkendheid ten opzichte van religies, Spinoza begon zijn Ethica met godsbewijzen.

Brands sluit af met de opmerking dat door het verwijderen van de sluier duidelijk wordt het hoe complex die tijd is, maar hij wil het wel zo houden, al heeft hij geen tijd meer om uit te leggen waarom hij dat vindt. 

Voor meer informatie, hier een recensie van Miriam Rasch, die weinig betekenis voor het heden kon ontdekken, hier een verhelderende beschouwing van Carel Peeters in VN.  




Geen opmerkingen:

Een reactie posten