Pages

maandag 30 september 2013

Bas Heijne over Angst en schoonheid, Louis Couperus, de mystiek der zichtbare dingen, TROS Nieuwsshow, 28 september 2013



Oude Hollandse schrijver tot leven gebracht

Het is alweer negentig jaar geleden dat Louis Couperus (1863-1923) op zestigjarige leeftijd overleed. Om zijn bestaan aan de vergetelheid te ontrukken en zijn gedachtegoed op te poetsen heeft Bas Heijne een documentaire gemaakt en een essay uitgegeven. In TROS Nieuwsshow wordt hij daarover ondervraagd door Mieke van der Weij en Peter de Bie.

Van der Weij hoorde Heijne tijdens de presentatie van het boek zeggen dat hij zich verantwoordelijk voelt voor de geestelijke nalatenschap van Couperus.
Heijne zegt dat hij van Couperus veel geleerd heeft over zichzelf en de wereld. Achter diens gevestigde reputatie als dandy schuilt een scherp observerende, worstelende en snoeihard oordelende schrijver, die vragen stelt die Heijne zich ook stelt.
Couperus verbergt achter een facade een diepere laag, waarin hij persoonlijk bezig is met de vraag wat hij in het leven te zoeken heeft en wat een goed leven inhoudt. Hij werd geboren in een veilige statische wereld maar die raakte uit het zicht door het verdwijnen van God en de afstand van de koloniën. In zijn meesterwerk De Stille Kracht (1900) kijkt hij onbevangen en onopgesmukt naar de wereld en stelt hij scherpe en eerlijke vragen.

Van der Weij brengt zich maniërisme naar voren, maar vindt zelf ook dat Couperus meer is dan dat.
Heijne zegt dat Couperus, rusteloos als hij was, zich doodwerkte en zelden in Den Haag was. Hij maakte sommige boeken mooi om de grauwheid van de wereld te overstijgen. Zijn debuutroman Eline Vere (1889) is net zo scherp als De avonden van Reve.

Van der Weij vraagt naar zijn ervaringen voor de documentaire in Indonesië. Hij bezocht onder andere de residentie van Van Oudijck uit De Stille Kracht.
Volgens Heijne was Couperus radicaler was in zijn kritiek op het koloniale bewind dan Multatuli. Terwijl de laatste activististischer was en de slechte behandeling van de werkers aanklaagde, verwierp Couperus het hele koloniale systeem. Heijne vergelijkt dat met het huidige bankwezen. Net als bankiers zaten de machthebbers opgesloten in hun visie. Couperus keek er doorheen.

Op een bepaald moment is hij in de documentaire in short te zien, zegt Van der Weij.
Heijne antwoordt dat hij niet vanuit een traditioneel academisch oogpunt naar Couperus kijkt, maar vanuit zijn eigen ervaring. In zijn columns in de NRC probeert hij zelf door het nieuws heen te kijken. De vraag wat hem motiveert is niet altijd gemakkelijk maar maakt het leven wel interessanter.

Van der Weij vraagt hoe hij het einde duidt van De Stille Kracht.
Volgens Heijne gaat resident Van Oudijck kapot aan zijn rationele benadering van de problemen. De mekkaganger die vaker in het boek verschijnt staat symbool voor mystieke kracht en het idee dat niet alles in het leven te begrijpen is. Dat geldt niet alleen voor Indië maar is een menselijke ervaring die tijdloos is. Van oude mensen, de dingen die voorbij gaan (1906) is nog steeds gewaagd, zoals de zinsnede over een vieze oom die alle seksuele varianten kende:
‘Hij stelde zich schadeloos, door warmpjes tegen Lili zijn knieën te leunen en haar frisch lichaam aan te voelen... Zijne oogen troebelden.’
De erotiek spat eraf zegt Wouter de Koning hier in een brief aan Orlow Seunke over een nieuwe verfilming van De Stille Kracht.

Heijne maakte samen met Jan Louter de documentaire Louis Couperus - niet te stillen onrust, die op 1 oktober wordt uitgezonden in het Uur van de Wolf, en hij schreef het essay Angst en schoonheid, Louis Couperus, de mystiek der zichtbare dingen, dat vorige week verscheen. Hier het leesfragment Lezers uit het begin van het boek.

Hier de biografie van Louis Couperus door F.L. Bastet uit 1987 in de DBNL.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten