Pages

zaterdag 1 juni 2013

Filmrecensie: Le temps du loup (2003), Michael Haneke



Dunne scheidslijn tussen een geloofwaardige en kunstmatige bedreiging

De wereld wordt kleiner, maar de bedreigingen groter. Na de angst voor een oorlog tussen Amerika en Rusland in de jaren vijftig en de angst voor ontbladering van de bomen door zure regen in de jaren zeventig, zijn de bedreigingen toegenomen. Schaarste aan voedsel, aan schoon drinkwater, epidemieën, overstromingen, aan gevaren geen gebrek.

Ook in Le temps du loup is sprake van een dreiging. Zoals de titel al verraadt, komt die door wolven of valse honden, maar daarvan krijgen we niets te zien. Ze hebben wel een enorme impact op de bevolking in het gebied. Die trekt weg. Het gezin Laurent komt juist volgepakt met de auto vanuit Parijs aan. Benny draagt de kooi met de parkiet. De vader zegt zijn zoon nog even wachten met de vogel tot het vakantiehuis warm is. Eenmaal binnen worden ze opgewacht door een agressieve man en zijn hysterische vrouw.

We vallen daarmee meteen binnen in het verhaal. De indringer houdt het gezin onder schot. De vader probeert met de man te praten, maar wordt op een onverwacht moment overhoop geschoten. De vrouw Anne (Isabelle Hupert) en de kinderen Eva en Benny gaat het dorp in om hulp te vragen maar men reageert zeer terughoudend. Een man wil niet helpen, een vrouw doet niet eens open. Anne had wel iets gehoord over bevoorradingsproblemen in het gebied maar daar verder geen aandacht aan geschonken. Ze deelt met de kinderen de blikjes fris en de koeken die ze nog in haar plastic zak had zitten.

Ze trekken verder langs plekken met smeulende koeien met hun poten omhoog. Het lijkt wel oorlog. Ze bevinden zich in ieder geval in een extreme situatie. Anne laat de kinderen in een stal en gaat zelf hulp zoeken. Benny krijgt een bloedneus, Eva zegt dat hij moet gaan liggen. De parkiet ontsnapt, maar Eva vangt hem en de liggende Benny stopt hem onder zijn jas.

Het gezin trekt verder door de mist. Ze komen in de avond aan bij een hooischuur. De parkiet heeft de tocht niet overleefd en wordt door Benny keurig opgebaard. In de nacht is Benny verdwenen. Het is stikdonker. Paniek. Zoeken. Roepen. Geen Benny. Anne Ze steekt voor de schuur wat hooi aan en vraagt Eva, terwijl zij buiten gaat zoeken, het vuurtje brandende te houden zodat zij de weg weer terug kan vinden. In een volgende scène brandt de hele schuur af. De volgende ochtend vinden ze Benny terug. Hij wordt vastgehouden door een oudere schuwe jongen, die gewond is aan zijn hand en tenslotte met hen meetrekt naar een station, waar ze terecht komen bij een krakelende groep die op een trein wacht.

Het verhaal wordt dramatisch goed uitgewerkt, zoals met de parkiet, in de scène met de brand en die waarin Anne, Eva Benny en de jongen een langstrekkende goederentrein met vluchtelingen achterop de wagons zonder te stoppen voorbij zien trekken. De paniek en de ontreddering zijn voelbaar. Later wordt de spanning steeds kunstmatiger. De familie in de wachtkamer zijn polakken, die de taal niet spreken. Hun spreekbuis maakt Anne duidelijk dat anderen eraan komen. Daaronder bevindt zich Koslowski, die als een leider wordt gezien, hoewel er ook zijn die zijn leiding betwisten. Een vrouw Béa, die ook uit Parijs komt, vertelt tegen Anne dat ze vermoedt dat hij een van de Rechtvaardigen is, een soort messias, aan wie zij haar lot in handen geeft en zeker haar lichaam.

De film gaat verder met nog meer gekrakeel in de groep, conflicten en conflictjes, gebrek aan water omdat het grondwater verontreinigd is. Het wordt steeds meer een existentieel drama, ook door de sombere kleuren en de wanhopige stemming. De komst van nieuwe vluchtelingen maakt de situatie alleen maar erger. Paarden worden gedood om vlees te leveren. Het wordt erg toneelmatig. Het ligt te dik erop. De film gaat na de helft over de top en aan voorspelbaarheid ten onder.

Hier een site met de trailer.  


1 opmerking: