Pages

zondag 2 juni 2013

Filmrecensie: Kees de jongen (2003), André van Duren



Sympathieke Amsterdamse jongen met grote fantasie

Omdat het boek vaak beter is dan de film en de beelden van het boek Kees de jongen op mijn netvlies gebrand lagen, duurde het voordat ik de filmische weergave van Kees de jongen tot me wilde nemen. Maar met die zwembadpas van die sympathieke acteur in een herfstbos was ik verkocht en daarna voor zijn grote fantasie die door de regisseur mooi in het verhaal gemonteerd wordt.

Kees Bakels is een dagdromer uit de Amsterdamse Jordaan in de jaren voor de tweede wereldoorlog. Hij wordt daar door de aardige schoolmeester (Hans Kesting) vaak op aangesproken. Die schoolmeester is de verteller van het verhaal. Hij laat ons meteen weten dat Kees slim is, veel talenten heeft en dat er meer uit hem had kunnen komen.

Kees is een sympathieke jongen die niet geheel vrijwillig, het leed van de wereld op zijn schouders torst. Hij voelt zich erg verantwoordelijk, als oudste zoon in een gezin met een zieke vader, die zijn beroep als schoenverkoper nauwelijks kan uitoefenen. Kees wordt er vaak op uit gestuurd om boodschappen te doen, naar klanten, maar ook naar zijn grootouders, die hij niet aardig vindt. Het stinkt vreselijk in hun benauwde huiskamer en opoe smeert hem ook nog stof aan voor een onverslijtbaar pak, gemaakt van oude zwarte rok.

Gelukkig zijn er ook leuke dingen in het leven van Kees. Er komt een nieuw meisje bij hen in de klas, Rosa Overbeek, afkomstig uit een rijk milieu, dat graag gezien wordt door de andere klasgenoten en paard rijdt. Kees ziet hen beiden al samen te paard gaan in mooie kleren. In werkelijkheid durft hij Rosa niet aan te spreken. De afspraak in de manege moet van haar kant komen. Kees moet eerst nog voor zijn ouders geld aflossen. Daar vraagt hij meteen waar de manege is. Als hij in de Vondelstraat aankomt, ziet hij dat hij 15 cent moet betalen om naar binnen te komen. Teleurgesteld sjokt hij naar huis.

De kijker heeft te doen met de jongen, die het niet cadeau krijgt in het leven. Kees is het lievelingetje van zijn vader (Theo Maassen) die helaas aan zijn longziekte bezwijkt, zoals dat moet in dit soort films. Zijn moeder (Monic Hendrickx) is een harde werkster die hem er vaak op uit stuurt en nogal afstandelijk is. Kees staat er behoorlijk alleen voor. Daarom neemt hij zijn toevlucht tot fantasieën, al is dat een kenmerk van jongens op die leeftijd, herinner ik me. Op de fiets stelt zo’n jongen zich meteen voor dat hij met een wielerwedstrijd bezig is en vlak voor het peloton uit rijdt, waardoor hij niet mag verslappen.

Na de dood van de vader gaat het bergafwaarts met het gezin. De winkel wordt overgedaan, het gezin komt terecht in een achterbuurt en moeder gaat werken voor een koffiemaatschappij. Om mee te helpen in de kosten gaat Kees als jongste bediende werken. Daarmee wordt zijn toegang tot de HBS afgesloten.

Mooi zijn de opnames in een Amsterdamse sfeer, sterk de muziek op de achtergrond, goed gecast een aantal rollen, zoals die van Hans Kesting als schoolmeester en de hoofdrol van Ruud Feltkamp die eerder al schitterde in Kruimeltje (1999). Helaas worden de fantasieën wat voorspelbaar en is de triomf aan het eind wat misplaatst. Verder wordt de kracht van de film ontsierd door de vaderrol van Theo Maassen, die duidelijk acteurervaring ontbeert en de wat zwakke rol van Monic Hendrickx. Ook Rosa had bevalliger gekund. Zo had ik haar tenminste in gedachten. Waarmee de keuze tussen boek en film toch uiteindelijk weer bij het boek terecht komt. 

Hier de trailer, die begint met de zwembadpas in het herfstige bos.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten