Pages

zondag 19 mei 2013

Theo Kars over Memoires van een slecht mens II, VPRO-Boeken, 28 april 2013



Een schrijvende monnik in de gevangenis

In het tweede deel van zijn memoires - over de periode 1965-1991 - gaat Theo Kars in op zijn oplichting van de PTT voor zo’n honderdtachtig duizend gulden ( in een tijd waarin een kop koffie nog 45 cent kostte) en zijn, naar eigen inzicht, te korte periode in de gevangenis (hij kreeg gratie vanwege de kroning van Beatrix). Bij het verschijnen van het derde deel van zijn memoires zal hij niet meer in leven zijn. Dat heeft enerzijds te maken met juridische redenen (vanwege de manier waarop hij in een latere periode aan geld kwam) maar ook omdat hij vindt dat het levensavontuur pas ophoudt met de dood. Omstanders bij zijn zelfmoord - hij weet al dat het met gas of pillen gebeurt – tekenen zijn laatste woorden op.

Kars vindt het alleen jammer dat hij het slotparagraaf niet meer kan corrigeren. Vanwege deze reden schrijft hij ook liever dan dat hij praat. Hij noemt zichzelf een perfectionist.

Wim Brands refereert aan de interessante periode waarin hij ook het literair tijdschrift Tegenstroom maakte.
Kars gaat daar verder niet op in maar vertelt dat hij met tegenzin de gevangenis werd uitgezet, waarin hij het eerste deel van Memoires van een slecht mens aan het schrijven was. Het was nog winter en koud toen er in de HP een artikel verscheen over de gevangen schrijver. Een ambtenaar bood zijn excuses aan, hoewel de gevangenisdirecteur het niet eens was met zijn invrijheidstelling. Hij genoot zelf van zijn monnikenwerk. Het zit in zijn aard om zijn leven nog eens met schrijven te herbeleven. Net als Casanova, wiens memoires hij vertaalde, vindt hij dat je niet completer kunt leven.

Brands gaat op zijn verleden, een stug gereformeerd gezin, waarin hij moest doen wat zijn ouders wilden zoals bidden en luisteren naar de bijbel en het aan liefde ontbrak. In de gevangenis kon hij tenminste zijn eigen leven leiden.  

Kars heeft zijn opvoeding te danken aan boeken, zoals van Casanova en Henry de Montherlant. In 2003 publiceerde hij Practisch verstand waarin hij, omdat het nu eenmaal vaak moeilijk is om goed en kwaad van elkaar te onderscheiden, leefregels opstelde om het eigen levensgeluk te vergroten. Hij heeft zelf veel fouten gemaakt in zijn leven, maar maakte die steeds maar één keer. Zo heeft hij ervaren dat hij geen groepsmens is en geen leiding kan geven. Ook heeft hij geleerd van de omgang met verkeerde mensen. Omdat hij niet met hen kon breken stapelde hij fout op fout.

Brands noemt hem een stoïcijn, een practicus, iemand die meedogenloos is.
Kars zegt dat het laatste afhangt van wie hij tegenover zich heeft. Hij houdt niet van aanstellers en culturele snobs.

Waar heb je het meeste spijt van? vraagt Brands.
Van de dingen die hij niet gedaan heeft, zegt Kars, zoals ingaan op een erotisch avontuur. Hij had ook een schilderij van Willink willen kopen, want dat had nu het veelvoudige waard geweest. Hij heeft geen spijt van zijn fouten. Die zijn onvermijdelijk. Het is belangrijk voorzichtig te zijn met meningen. De Spaanse jezuïet Gracián zei al dat men moet denken als weinigen en spreken als velen.  

Hier een leesfragment op de site van Athenaeum, hier Achille van den Branden over Practisch verstand. Tenslotte hier nog quotes van Gracián.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten