Pages

dinsdag 5 maart 2013

Filmrecensie: Where have all the flowers gone? (2008), Arturo Perez Jr.



Onbevangen reisverslag uit San Francisco, veertig jaar na de Summer of love

Arturo gaat na het eindexamen in 2006 met zijn vrienden Bill en Joel een jaar naar San Francisco om daar de spirit van de jaren zestig te zoeken. Arturo ziet het als een poging om terug te halen wat verloren ging. Bush is op dat moment nog president, de oorlog in Irak in volle gang, de Change die Obama twee jaar later zal afkondigen nog niet geuit.

Net als de bloemenkinderen hebben de jongens geen geld, geen baan, geen onderkomen. Ze zitten als zwervers langs de kant van de weg en krijgen af en toe een muntstuk toegeworpen. Toch willen ze het beste ervan maken. Ze bezoeken een Human Be-in in een park, dit keer met weinigen en zonder muziek en spreken met personen die over de massale opkomst van veertig jaar daarvoor. De politieke stroming tegen de oorlog in Vietnam mengde zich met de hippies van love, peace en understanding. In de jaren zestig vroeg niemand wat je deed, zegt een man, de persoon was belangrijker dan de activiteit.

De jongens vinden een onderkomen en baantjes. Ze bezoeken Berkeley University en ondervragen studenten over de Free Speech Movement. Alleen een café met die naam herinnert daar nog aan. Zijn zijzelf de quiet generation? Vraagt Arturo zich af. Een groep Raging Grannies zingt samen protestliederen en bemoedigt hen om vooral door te gaan.

Er is een nieuwe president nodig, zegt een student. Bobby Seals, de voorman van de Black Panther, wil niet voor de camera, maar de bijna zeventigjarige vredesactivist Diamond Dave wel. Hij spreekt van ups en downs in de protestbeweging en houdt zelf het vuurtje brandend. De jongens richten zich op de latino’s die weinig rechten hebben. Ze spreken met de illegale Mexicaanse Anna, die niet voor de camera wil en gaan de grens over. Aan een muur hangen kruizen van personen die bij de oversteek om het leven gekomen zijn. Beide landen zouden elkaar moeten helpen, zegt een snackbarhouder, die eerder in de V.S. werkte.  

Terug in San Francisco lopen ze mee in demonstratie tegen de oorlog in Irak. Een vrouw zegt dat de jaren zestig, anders dan nu, voorspoed kenden. In Berkeley wordt een Tree Sit-in gehouden tegen de aantasting van het natuurlijk milieu. Tijdens een tocht in het donker voor de daklozen, wordt Arturo door straatrovers bedreigd met een mes. Tot zijn teleurstelling stuurt Bush nog meer soldaten naar Irak. De jongens wenden zich af van het activisme. Later bezoeken ze La Fayette waar een monument staat met kruizen voor alle gevallenen in de oorlog. Op een bord staat het getal 3799. Moeders wieden het onkruid.

Het idealisme van de jongens is na een jaar ongebroken. We will overcome some day. Hier de trailer van deze openhartige documentaire film.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten