Pages

zaterdag 24 november 2012

Recensie: ABC van de literaire kritiek (2011), Elsbeth Etty


Van aasgieren tot zelfreflectie, een verplicht ABC-tje

Boeken over literatuurkritiek zijn er in alle soorten en maten. Meestal zijn het dikke pillen met moeilijke theorieën. Elsbeth Etty pakt het anders aan. Met een ABCdarium, zoals ze dat noemt. Voor de lemma’s, zo schrijft ze achterin het boekje, maakte ze gebruik van haar oratie Galloperend op jacht naar een idee. Literaire kritiek als journalistiek genre (VU Asd, 2005) en artikelen in NRC en tijdschriften.

Zo’n ABC in een handzaam boekje lijkt ervoor bedoeld het altijd mee te dragen. Om op elk moment in een gesprek over literatuur iets te kunnen opzoeken. Het wil dan ook een kleine handreiking zijn voor de recensent. Veel nieuws levert het echter niet op, eerder gaat het om het overhevelen van eerder gedane uitspraken in een verkorte vorm in een jubileumuitgave voor de uitgeverij. Anders dan Marja Pruis in Kus me, straf me is de toon mat en vlak. Een doffe dreun klinkt er doorheen, bijvoorbeeld over interviews met schrijvers dat alsvolgt begint: ‘Interviews met schrijvers hebben een functie binnen de literaire kritiek.’ Etty is stellig en gelijkhebberig (‘In Nederland staat Jeroen Vullings van Vrij Nederland erom bekend vaak in deze fout te vervallen.’ nl. te polemiseren met andere recensenten, rs). 

Gezichtsbepalende critici zoals Kees Fens zijn uit de media verdwenen, herhaalt Etty maar weer eens. Het focus is verbreed, maar tegelijk de kritiek heeft de vorm aangenomen van een subjectieve bespreking van inhoud en stijl. Het resultaat wordt aanschouwelijk gemaakt met een aantal sterren, een verschijnsel dat door Etty de vercolumnisering van de kritiek wordt genoemd. De vraag blijft waaraan de pluriforme kritiek zijn gezag ontleent. Ze bepleit in ieder geval een heldere keuze van de invalshoek die de recensent kiest. 

‘Idealiter is literaire kritiek een antidotum tegen vervlakking en banaliteit, de vercommercialisering en de in reclamebureaus gedachte exploitatie van de smakeloosheid.’

Zelf is ze opgeleid in de traditie van Merlyn. Alles begint bij een intensieve lezing van de tekst. Ton Anbeek wilde in 1981 meer straatrumoer in de literatuur, waarmee hij
maatschappelijk engagement bedoelde. In 2006 proclameerde Joost Zwagerman meer betrokkenheid, drie jaar later gevolgd door Thomas Vaessens die in De revanche van de literatuur betoogde dat een literair werk alleen waardevol is als het een rol speelt in het publieke debat.

Onder elke letter van het alfabet schuilt een onderwerp. Na de S van Straatrumoer volgt de T van Tijdschriften. Literaire tijdschriften missen volgens Etty een programma. Door heldere uitgangspunten kan men een comminity van lezers vormen, zoals de online Revisor meen ik voorstaat. Etty komt onder de V nog eens terug op de discussie over Vorm of Vent. Ter Braak stond de homme honnête - de waardige mens - voor,  die later door Remco Campert belachelijk werd gemaakt. Karel van het Reve hoonde de literatuurtheorie. Etty gaat niet zo ver. Ze is geen tegenstander van een theoretische onderbouwing. ‘Niemand die zich met producten van de geest bezighoudt, kan zich permitteren theorie en traditie af te wijzen.’ Dieventaal, zoals ze het jargon noemt in de academische verhandelingen, moet vermeden worden.

Etty besteedt ook aandacht aan online kritiek. Ze stelt daaraan dezelfde eisen van onafhankelijkheid en controleerbaarheid als in de literaire kritiek en de journalistiek. Ze noemt Recensieweb als een goed voorbeeld. Ze stond aan de wieg ervan en geeft les geeft aan toekomstige recensenten. Anders dan Fens is ze van mening dat recenseren in de praktijk te leren is.

Helaas valt er in haar ABC (stilistisch) weinig te genieten. Het is allemaal zakelijke kost, alsof Etty met het mes op de keel gedwongen werd haar geloofsbrieven te overhandigen. Chagrijnig word je ervan. Pas op het eind wordt ze wat persoonlijjker als ze spreekt over Ulysses van Joyce, waar ze niet doorheen kon komen. Ze neemt de pocketeditie mee op vakantie en moet dan wel, nadat ze alle kranten in het café heeft doorgespit.

Hier kritiek van Jos Joosten op het brongebruik van Etty.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten