Pages

zaterdag 20 oktober 2012

Filmrecensie: Hunger (2008), Steve McQueen


Rauwe film over standvastige politieke overtuiging Bobby Sands

Het is een grauwe ochtend. Gevangenisofficier Raymond Lohan staat op en wast zijn handen. Niet in onschuld maar omdat zijn vuisten pijn doen van alle slagen die hij de gevangenen heeft verkocht. Voordat hij naar zijn werk gaat, kijkt hij onder zijn auto of iemand daar een bom verstopt heeft. We zijn in Noord-Ierland in 1981. De IRA strijdt tegen de Britse overheersing. Men streeft naar een ongedeelde Ierse Republiek. Sinds 1969 zijn er al bijna 2200 doden gevallen. De gevangenen in de zwaar bewaakte Maze gevangenis nabij Belfast houden een deken- en vuilprotest. Ze willen daarmee hun politieke status afdwingen, maar de compromisloze Thatcher wil daarvan niets weten.

Een nieuwe gevangene wordt binnen gebracht. Davey Gillen, die zijn gewone kleren wil aanhouden, maar zich staande voor het bureau van Lohan toch maar uitkleedt en naakt in een cel wordt gegooid bij Gerry Campbell die creatief bezig is met het beschilderen van de celwanden met poep. Tijdens het bezoekuur smokkelt Davey een radiootje mee dat zijn vriendin in haar vagina verstopt heeft. Vreemd genoeg horen we weinig meer over deze twee mannen. De film gaat alleen nog over de langharige Bobby Sands (Michael Fassbender), die als een wild beest tegen zijn bewakers vecht en door Raymond Lohan op brute wijze wordt geknipt.

In deze politieke film zit veel stilte, die spanning veroorzaakt. Het is kil en rauw en daarmee indringend. De politieke gevangenen zitten als vee opgepakt. Nadat ze clownskleren krijgen uitgereikt breekt er een opstand uit die door de ME en de bewakers wreed onderdrukt wordt. Een bewaker maakt met een trekker de gangen schoon. Steve McQueen heeft geen commentaar. De gewelddadige beelden spreken voor zich.

Een fraaie, lange scène gaat over een gesprek in de bezoekruimte tussen Sands en de priester die hij bij zich heeft laten roepen. Eerder al zagen we dat de gevangenen de kerkdienst gebruikten om bij te praten met elkaar en daardoor de bijbelspreuken van de priester overstemden. Sands en de priester roken een sigaret en praten eerst over koetjes en kalfjes. Zo’n sigaret is beter dan de bijbel te moeten oproken. De priester mist het platteland. Zijn broer is ook priester en werkt in hun geboortedorp Kilrea. Sands komt ter zake. Hij zegt dat onderhandelen verder onmogelijk is met zo’n repressief bewind en dat zij op 1 maart met een hongerstaking beginnen. Anders dan vier jaar geleden toen de staking mislukte omdat ze met zeven personen waren, doen ze het nu met vijfenzeventig mannen. De priester vindt het verkeerd om zelfmoord te plegen, maar Sands zegt dat het moord is, moord door politici die halsstarrig weigeren hun positie te erkennen. Hij vertelt over zijn jeugd toen hij met een groep jongens een uitstapje maakte en een zwaar gewonde veulen in een rivier zag. Hoewel dat door de leiding werd verboden, duwde Sands het hoofd van het veulen onder water. Hij moest dat bekopen met een pak rammel, maar zijn daad dwong respect af bij de andere jongens.

De aftakeling van Sands wordt nauwgezet in beeld gebracht. De doorligwonden, het eten dat steeds naast zijn bed wordt gezet, de onderzoeken door de arts, alles gebeurt in stilte om het effect nog scherper te laten uitkomen.

In de aftiteling lezen we dat Bobby Sands na zesenzestig dagen overleed en dat hij inmiddels was verkozen tot Brits parlementslid van Fermanagh en South Tyrone. Na zeven maanden werd de staking gestopt. Inmiddels waren er nog drie mannen overleden. Later willigde de Britse regering de eisen van de stakers in, al werd hun politieke status niet formeel erkend.

Hier de trailer

Geen opmerkingen:

Een reactie posten