Pages

dinsdag 25 september 2012

Het België van Daan Stuyven, VPRO-tv, 23 september 2012


Een omweg door schoon land

Daan Stuyven is een popartiest, geliefd in Vlaanderen als en Wallonië. Hij neemt ons mee op de motor over de steenwegen, de oudste verharde wegen die de dorpen verbinden en door de Belgische lintbebouwing voeren. Daan verbaast zich over de veelsoortige huizen die hij tegenkomt. Een muzikale omweg door schoon land, zo luidt de ondertitel van zijn tocht.

Hij ziet huizen bestaande uit allerlei soorten stenen, huizen zonder ramen, zonder voordeur, huizen die scheef staan of aan elkaar vastplakken. Zelf is Daan geboren in een grijze kubus bij Leuven. Zijn moe had daar een winkel en zijn vader een kunstgalerie ernaast, waar hij alle talen van de wereld hoorde. Hij heeft de tweetaligheid van België nooit als een probleem ervaren. Loop erom heen, zegt hij, net als de dieren. Hij komt er echter achter dat Vlaamse vinken anders klinken dan hun Waalse soortgenoten. Het suskewiet versus trilieu. De man van de vogelwinkel draait Adamo. Daan zong samen met de beroemde zanger ooit in een bomvolle zaal La nuit, nu met vijftien vogeltjes. De mensen die langs de steenwegen wonen zitten eigenlijk ooit in een kooitje. Laat mij maar vrij, zegt, als hem de keuze werd gesteld tussen Vlaams of Waals.

De Standaard vroeg hem eerder een liedje te schrijven over de zich voortslepende regeringscrisis. Mensen waren gechoqueerd dat hij Bart de Wever, voorman van de separatistische Vlaamse NMA, op de hak nam. De hate-mails stroomden binnen, maar de storm is inmiddels weer geluwd.

Daan ziet onderweg het woord slaapcomfort in de zwarte gele kleur van Vlaanderen. België is een fantastisch land voor muzikanten, zegt hij. Hij is verslaafd aan het spelen met verschillende genres. Hij trad op met Bobbejaan Schoepen, vertolker van het levenslied, en zong op zijn begrafenis De lichtjes van de Schelde. In het Antwerpse uitgaansleven ontmoet de hoge cultuur de lage. In een kelder in de haven ontmoet hij kunstschilder Luc Tuymans die in vale kleuren werkt. Luc zegt dat geen kunstenaar in België echt sympathiek is, omdat men niet weet wie men is. De verdorvenheid van de katholieke kerk zorgt voor veel beelden.  

In Leuven staat zijn middelbare school, waarin duizend jongens bijeengepakt waren. Daarom werd hij een rock and roll zanger die niets van een ander aanneemt. Ooit sleepte hij een kruis door de gangen dat van de kapel naar de gymzaal moest worden verplaatst. Het idee van show zat al vroeg in hem.

In Mechelen speelt hij op een carillon. Bizar land, ik heb je lief, zegt hij, vanuit de kerktoren uitkijkend over de omgeving.

In Leuven krijgt hij te maken met een wegomlegging, die hem na vele bochten tot hetzelfde punt voert, waar hij begonnen was. In plaats van ergernis, schept zoiets sfeer. Je spreekt nog eens iemand als die de weg vraagt. Volgens de burgemeester zet men zelf borden bij de afzetting om aan te geven dat de eigen negorij bereikbaar is. Hij was tien jaar bezig om de wegverbetering te realiseren.

De danssalon met de Decap-muziek, genoemd naar de broeders die dit uitvonden, is een typisch Belgisch fenomeen. Vroeger werkte men met ponskaarten zoals in een draaiorgel, elk gaatje was een noot, tegenwoordig gaat het digitaal. Daan spreekt van een omweg om uit te komen bij het punt dat iedereen met elkaar danst.

De Ardennen zijn een oase van rust, waarin, gelijk men dat wil zien, sprake is van een confrontatie of een vermenging met drukte in de rest van het land. Daan ontmoet een oude man die met een metaaldetector scherven van landmijn opdelft. Hij doodde vroeger mensen in Congo en heeft daar spijt van.

Tenslotte verwerkt Daan zijn belevenissen in een land over zijn schoon land. Een verfrissend portret van een bizar land.

  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten