Pages

dinsdag 10 juli 2012

Het Filosofisch Kwintet (3) over Europa, Bimhuis, 8 juli 2012


Meer pensionado’s dan gastarbeiders

Het aardige van Het Filosofisch Kwintet is dat er verschillende sociale wetenschappers in opdraven om hun zegje te doen. Dit keer over de vraag van gespreksleider Clairy Polak (zie foto) of Europa een gevaar vormt voor onze verzorgingsstaat.

Sociologe Monique Kramer zegt da het moeilijk meetbaar is hoeveel mensen Nederland in komen. Volgens schattingen gaat het om een aantal honderdduizend personen, waaronder veel Oost-Europeanen. Volgens collega Willem Schinkel wordt het beeld door de politiek sterk vervormd. Volgens historicus Matthieu Segers denkt men in sjablonen als natiestaat versus superstaat en snijdt het mes naar twee kanten. De natiestaat dankt haar voortbestaan voor een belangrijk deel aan Europa.

Het gesprek gaat verder over de arbeidsmigratie, een idee uit de Europese keuken, die vooral mobiliteit aan de onderkant van de samenleving bespoedigt. Schinkel zegt dat er verschillende motieven aan de migratie ten grondslag liggen: veel Polen gaan ook weer terug naar hun eigen land zoals eerder de Spaanse gastarbeiders deden. Er zijn zelfs meer Hollandse pensionado’s in Spanje dan eerder Spaanse gastarbeiders in Nederland. Schinkel ziet de problemen rond de verzorgingsstaat eerder als symptoom van het slecht werkende kapitalistische systeem, dat mondiaal op zoek is naar meer neo-liberale speelruimte en minder publiek domein.

Polak wil het onderwerp helaas beperken tot Europa. Kramer brengt in dat Oost-Europeanen onze verzorgingsstaat niet eens in komen, Segers dat Europa historisch gezien het individu meer ruimte wilde geven tegenover de staat in en de sociale cohesie wilde bevorderen om conflicten door te grote klassenverschillen te voorkomen.

Men praat over de verhouding van het sociale tot het economische en in het erover eens dat het sociale nooit een grote rol speelde in Europa. Schinkel zegt dat de sociale afdeling in Brussel uit acht personen bestaat. Segers brengt daar tegenin dat het om een bevoeghedenkwestie gaat. Kramer gaat daarop door en stelt dat de lidstaten zeggenschap wilden houden over sociale kwesties. Anderzijds hebben we volgens haar de wet gelijke behandeling aan Europa te danken. Ze vindt het van belang voor de verdere integratie dat de nationale verzorgingsstaten op elkaar gaan lijken.  

Ad Verbrugge, die wel eens moeilijk uit zijn woorden komt en het gesprek eerder ophoudt dan bespoedigt, vraagt zich af wat het sociale concept was waarmee Europa van start ging. Men is het erover eens dat economische samenwerking doorslaggevend was. Daar werd iedereen beter van. Men vergat echter in politieke zin verder te werken, waardoor Europa steeds technocratischer werd. Schinkel zegt dat niemand zich in het managementproject herkent en dat politieke alternatieven hard nodig zijn tegenover het marktdenken. Vooral sinds het economisch minder goed gaat en de markt wil beknibbelen op het sociale domein.

Voor de verzorgingsstaat houdt dat volgens Segers in dat er meer controle komt op de marktkrachten en dat er een sociaal concept moet komen. Dat moet echter in een snelkookpan ontwikkeld worden hetgeen antikrachten oproept die vrezen dat alle verworvenheden worden weggegeven. Schinkel zegt dat we door we door te werken aan Europa ook onszelf redden. Kramer vindt de menging van eigen belang en lotsverbondenheid een goede zaak. Schinkel ziet lotsverbondenheid breder dan Europa alleen. Segers denkt aan het veiligheidsaspect en vindt de Europese demper bij conflicten waardevol.   

Ad Verbrugge trekt een vergelijking tussen economie en ecologie die samenkomen in het begrip oikos. Voor Schinkel een voorzet om te pleiten voor regionalisering binnen Europa. Hij vindt dat Europa daarvoor model kan staan. Al met al sluit men af met de gedachte dat het in Europa allemaal niet zo slecht is. De wereld kijkt jaloers naar onze hoge welvaart en welzijn.

Zie hier de discussie op Facebook.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten