Pages

vrijdag 13 april 2012

Asis Aynan over Ik, Driss, VPRO Nieuwkomers, 8 april 2012


De liefde van een immigratiekind voor zijn vader.

De nieuwe literaire reeks, waarin Wim Brands spreekt met zes schrijvers die veelal naar andere streken geïmmigreerd zijn en daarover geschreven hebben, begint met de van oorsprong Marokkaanse Asis Aynan (Haarlem, 1980), die een roman schreef over zijn vader Driss Tafersiti, die als 21- jarige als gastarbeider via de mijnbouw in Toulouse met een koffer met enige kleren naar Nederland kwam.

Asis leest een fragment voor uit de bundel Veldslag over de Hoogovens. Zijn vader werkte bij de visafslag in IJmuiden. Hij sorteerde vis en hielp met het lossen van de schepen. Hij woonde in een pension in Haarlem. Later werd hij zelf pensionhouder. Asis vertelt over een gast die na een dutje in zijn kamer uit het raam keek en een naakte vrouw zag zonnebaden. Van slag rende hij naar de koelkast om tomaten te pakken en daarmee de vrouw te bekogelen.
Zijn vader at twee maal per week vis en kreeg knikkende knieën als hij die al rook. Asis heeft dat van hem geërfd.

We zien sfeerbeelden van IJmuiden. Asis wilde na de begrafenis van zijn vader in Marokko een monument voor gastarbeiders oprichten. Het is alsof ze hier nooit geweest zijn.
Zijn vader droeg eerst gebloemde overhemden, broeken met wijde pijpen en dronk graag een biertje maar werd later religieus en verbitterd uit teleurstelling.

Asis leerde de spreuken uit de koran uit zijn hoofd om zijn vader te plezieren. Op het moment dat er islamitische broeders uit Pakistan kwamen om jongens te ronselen, wilde hij niet met hen mee. Asis koos voor Nederland. Zijn vader had die keuze niet. Asis vertelt over een feestje bij een Marokkaans stel dat rijk wil leven maar zich wel aan de islamitische wet houdt en daarom jus d’orange schenkt uit een cognac karaf.

Hij legt Wim Brands uit hoe het er in een Turkse moskee aan toe gaat. Asis is ooit gestopt met bidden omdat hij dat toch al plichtmatig voor zijn vader deed. Als een teken van protest stapte hij met zijn linkerbeen de gebedsruimte in. Preken werden vroeger in het Arabisch gehouden en waren voor hem onbegrijpelijk.

Asis wil zijn vader niet beschimpen. Hij gaat met Brands naar het pension in Haarlem dat in handen is van zijn zus. Het fotoalbum is onvindbaar. Brands zegt tegen de kijker dat niet iedereen prijs stelt op openhartigheid. Asis toont het enige portret van zijn vader die hij heeft.
Asis zit in een moeilijke positie in het gezin. Hij wil niet weg uit de gemeenschap, hij voelt zich verbonden met de Berbers maar heeft een andere mening. Ouders zijn belangrijk. Hij zal geen wijn drinken waar zijn moeder bij is. Hij zegt dat alles nieuw is voor een immigrant. Als kind heeft die alleen zijn ouders.

Brands spreekt van een schizofrene situatie. Asis bevestigt dat schizofrenie meer voorkomt bij allochtonen dan bij autochtonen.

Asis en oom Wim brengen een bezoek aan de Zwarte markt in Beverwijk. Ooit kocht Asis daar Berber muziek. Het lied Wij zijn van hier bezit volgens Asis ziel en karakter.
‘Je vader is geradicaliseerd,’ zegt Brands. ‘Jij bent de immigrant.’
Asis vertelt over de rare sfeer na de moord op Theo van Gogh. Hij stelde zich voor dat alle Marokkanen terug zouden gaan, maar realiseerde zich dat zoiets niet kon. Hij kan naar Marokko gaan, maar niet teruggaan. Terug kan hij alleen naar Nederland.

Hier vertelt Wim Brands over de totstandkoming van de serie, vervolgens ook een lijstje met de deelnemers. Prima gasten, prima idee. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten