Pages

vrijdag 9 maart 2012

Theaterrecensie: Oom Wanja, regie Gerardjan Rijnders, 8 maart 2012


Een vrouw maakt de dienst uit.

Het was wellicht niet toevallig dat ik Oom Wanja op de internationale vrouwendag bezocht. In het toneelstuk van Tsjechov (1860-1914), dat als ondertitel heeft Scènes uit het leven op het land in vier bedrijven wordt de gang van zaken op het landgoed van oom Wanja en zijn nicht Sonja (zie foto) behoorlijk in de war gestuurd door de komst van femme fatale Jelena.

Al in het begin klaagt de oude huishoudster Marina tegen de jonge dokter dat de ordelijke gang van zaken op het landgoed helemaal in de war is gestuurd door de komst van Alexander, de gepensioneerde kunstwetenschapper en zijn veel jongere tweede vrouw Jelena. Het nogal nietszeggende gesprekje vormt de opmaat voor de binnenkomst van oom Wanja, een rol die geheel wordt opgevuld door Pierre Bokma. Hij zet zich aan de grote tafel, gaapt uitgebreid en kijkt om zich heen.

Het wordt al snel duidelijk dat hij een oogje heeft op zijn knappe schoonzus Jelena. Als een hond probeert hij bij haar in het gevlei te komen. Hij voelt zich lamlendig, zegt hij. Hij is al zevenenveertig en zijn leven is mislukt. Hij komt niet meer tot werken. Alleen drank schenkt hem nog een illusie. De enige manier om weer tot leven te komen is in de armen van Jelena.

Wie is er wel gelukkig op dit landgoed? De gepensioneerde Alexander heeft last van jicht en anders van reuma, Jelena kan niet tegen al zijn geklaag en de kruiperige avances van oom Wanja. Misschien Sonja, de hardwerkende dochter van Alexander, die een oogje heeft op de knappe idealistische dokter, die vaak het landgoed bezoekt omdat hij weer een oogje heeft op Jelena.

Deze intrige biedt kans op allerlei verwikkelingen, die zich dan ook voordoen. Jelena heeft kansen genoeg om een man om de vinger te winden, maar wordt ook geremd door haar moraal. De gebeurtenissen worden op de gitaar omlijst door een zielige troubadour, wiens broer ooit het landgoed bezat en wiens vrouw weggelopen is. Als de dokter, die in de kamer van Wanja verblijft, samen met Wanja dronken wordt, vraagt hij de troubadour te spelen zodat hij kan dansen, al is het midden in de nacht.

De personen zijn niet allemaal zo rolvast als de dokter en Wanja. De oude Alexander lijkt eerst een gehandicapte oude man die niet uit bed kan komen, maar later, als hij een plan schetst om zijn oude dag financieel veilig te stellen, ontpopt hij zich als een springlevende vitale zakenman. Zijn veel jongere vrouw, die een femme fatale moet spelen, lijkt meer een burgerlijk schoolmeisje.

Het is toch al een wat brave voorstelling in een weinig verrassend decor, waarin iedereen erg zijn best doet, maar waarin de vonk niet overslaat. Dat heeft veel te maken met de ouderwetse, wat trage en uitleggerige manier van spelen, die meer toegesneden is op de toeschouwer uit 1899. De gedachte erachter van Tsjechov is wel van alle tijden: het leven is hard, geluk is ver te te zoeken, het enige dat je kunt doen is hard werken en je verstand op nul zetten. Dat is ook wat Wanja tenslotte doet, als Alexander en Jelena vertrokken zijn. Als een vlijtige schooljongen doet hij naast Sonja de adminstratie. De cirkel is rond. Het leven op het landgoed is weer op orde.   

Hier de trailer. Oom Wanja is de tweede voorstelling van Gerardjan Rijnders in een drieluik over Tsjechov. Vorig jaar regisseerde hij De meeuw die ik op dit blog besprak. In 2013 volgt De kersentuin.

1 opmerking: