Pages

zondag 4 maart 2012

Recensie: De decaan (2008), Lars Gustafsson


Proza dat tot de verbeelding spreekt.

Het is altijd verrassend als een prozawerk de werkelijkheid ontstijgt en de wereld die we kennen uit de krant achter zich laat. Dat gebeurt zeer zeker in De decaan, dat geschreven wordt aan de rand van de Chihuahua-woestijn in Texas. ‘Een landschap, zou je kunnen zeggen, waar eindelijk de waarheid regeert. Waar de stem van de coyote al tienduizend jaar hetzelfde klinkt. De mens verandert hier niet veel.’ De vroegere adjunt-decaan Spencer verblijft daar incognito in een motel en schrijft daar de gebeurtenissen die hem op de universiteit van Austin zijn overkomen van zich af.

Spencer was eerder docent aan de universiteit van Austin, Texas en later bezig met een proefschrift over de Verlichtingsfilosofie, toen hij werd aangesteld als adjunt-decaan door Paul Chapman, de decaan van de Liberal Arts. Chapman is een machtig man en een veelzijdig talent. Er is sprake van dat hij onder pseudoniem romans heeft geschreven en hij is een Vietnam veteraan. Hij zit in een rolstoel geeft vaak commentaar op het proefschrift van Spencer, zoals over het bestaan van de tijd, de aard van de mens in relatie tot de natuur en het onjuiste idee van het creationisme. Zelfs komt een verkeerde meting in het onderzoeksproject Cern ter sprake, alsof het boek op de actualiteit van vandaag vooruitloopt. Op zich is dat alles al een rijk en boeiend exercitieterrein voor een boek, maar daar komt nog bij dat de decaan toch ergens mee zit. Hij zegt niet voor niets vaak dat hij geen goed mens was.  

Spencer ontmoet tegelijkertijd in een boekhandel Mary Elisabeth, een knappe jonge vrouw die eerder colleges Filosofie in de literatuur bij hem volgde en die een faustiaans boek wilde schrijven over een footballspeler die zijn ziel aan de duivel verkoopt. Ze heeft inmiddels de steenrijke neef Derek van Spencer als minnaar en Spencer lijdt daardoor aan jaloezie. Uiteindelijk sluiten Spencer en de decaan, die zelf voor de voeten wordt gelopen door ene Smith, een oude collega uit Vietnam, een deal om elkaar te helpen.

Spencer heeft een aparte, laconieke manier van vertellen, alsof hij onder invloed is paddo’s. Zijn zicht op de werkelijkheid is niet scherp. Hij weet niet waar hij het verhaal moet beginnen en onderneemt daarom steeds weer een nieuwe poging. Daarbij is ook nog een deel van hetgeen hij ons probeert te zeggen verloren gegaan, aldus laat mevrouw de bibliothecaris van de faculteit ons in een commentaar aan het eind weten.

Ook zonder die hiaten, die mogelijk een deel van het verhaal in duisternis laat, is het  hallucinerend proza, te vergelijken met Heart of darkness van Joseph Conrad. Zelfs de woestijn waar Spencer zicht op heeft, doet daaraan mee met vervreemdende effecten.

Ik vroeg me af of de titel niet voor verwarring zorgt. Ook in Alice in Wonderland was dat een aandachtspunt. Er is namelijk een verschil tussen een decaan en een dean. In het Nederlandse taalgebruik staat een decaan voor een studieadviseur, in Engelstalige landen is een dean een hoofd van een faculteit.

Dichter en filosoof Lars Gustafsson (1936) heeft veel gepubliceerd en ook zijn proza bestaat uit meesterwerkjes. Onlangs verscheen van hem De mooie blanke armen van mevrouw Sorgedahl. Daarvoor werd De decaan uitgebracht, dat in Zweden in 2003 verscheen onder de titel Natur og Kultur. Gustafsson werkte in Austin, Texas als hoogleraar filosofie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten