Pages

donderdag 9 februari 2012

Roel Janssen over De euro, VPRO-boeken, 5 februari 2012


Twintig jaar na het Verdrag van Maastricht, zoals ook de ondertitel van het boek luidt, dat vandaag gepresenteerd wordt, interviewde Roel Janssen verschillende betrokkenen, zoals premier Lubbers die in dat half jaar dat Nederland het voorzitterschap bekleedde de vergaderingen leidde, minister van Financiën Wim Kok, directeur Szász van De Nederlandse Bank en een outsider als de Belgische christen-democraat Wilfried Martens.

Wim Brands heeft in het boek gelezen dat de christen-democraten belangrijke aanjagers waren voor de eenwording.
Janssen bevestigt dat het niet, zoals nu, Duitsland was of Frankrijk, maar de christen- en de sociaal -democraten. Vooral de Franse voorzitter van de Europese commissie Jacques Delors zette vanaf 1985 vaart achter de eenwording. In Maastricht werd de economische en monetaire eenwording van Europa geregeld met het idee dat de politieke eenwording spoedig zou volgen.

Brands veronderstelt dat men in een optimistische tijd leefde.
Janssen zegt dat het om een politiek ging van voldongen feiten na een periode van euro- sclerose en na ineenstorting van het communistisch systeem. Deze maakte veel politieke en economische energie vrij. De grote vraag was hoe men Duitsland moest omgaan. Het beste antwoord was om de macht van de grote broer in te perken in een monetaire unie. De Duitsers gaven hun sterke D mark op, de Fransen sloten daarmee een goede deal.

Brands schets een beeld van de familietafel waaraan steeds meer landen aanschoven, zoals Spanje en Portugal die ook wel wilden mee eten. Volgens Lubbers was dat ook geen probleem. De Europese leiders vormden een vriendenclub. Griekenland stond er eerst nog buiten, Italië was altijd al een zorgenkindje.

Wat is er misgegaan? vraagt Brands.
Janssen zegt dat geen enkel land nog het huishoudboekje in orde had. Men pleitte voor een snelle invoering van de euro. Ook door de Europese muntcrisis in begin jaren negentig. Men haalde ook Griekenland en anderen binnen. Iedereen was welkom. Men was gefocust op criteria om mee te doen en men had geen exit strategie. Daarbij hield men geen rekening met economieën die erg uit elkaar liepen, zoals tussen Noord en Zuid- Europa. Spaarders stonden tegenover uitgevers.

Brands heeft van Amerikaanse economen begrepen dat er afspraken bestaan om de crisis op te lossen. Merkel zou Berlusconi er eigenhandig uitgezet hebben. In dat kader is ook Frankrijk afgewaardeerd.
Janssen zegt dat het nog moeilijk wordt om de boel bij elkaar te houden met een bijna bankroet van de Grieken. Na twee jaar heeft Duitsland zo’n beetje in de gaten hoe ze de crisis het hoofd moeten bieden: door de ECB meer macht te geven, begrotingsdiscipline te eisen en economische hervormingen in gang te zetten. Er is een grote wil om eruit te komen. Duitsland en Frankrijk zijn hun samenwerking aan het intensiveren. Duitsland heeft veel profijt van de muntstabilisatie, net als Nederland.

Brands veronderstelt dat Duitsland Europa toch niet weer in de ellende kan storten.
Janssen beaamt dit.

Brands vraagt of de euro het gaat halen.
Janssen denkt van wel, al is dat misschien niet met alle landen.

Na dit gesprek werd deze zaak meteen op scherp gezet door de uitspraak van Euro -commissaris Kroes, dat Griekenland niet nodig is voor het voortbestaan van de euro. Hoewel ze door Barrosso werd teruggefloten, zagen Rutte en De Jager geen aanleiding om haar woorden te weerspreken. Volgens De Jager zou een terugtocht van Griekenland inderdaad geen belemmering voor het voortbestaan voor de euro vormen. Of het voor Griekenland slecht zou zijn is ook de vraag die de Koreaanse econoom Ha Joon Chang zich al stelde in de Tegenlicht uitzending over Agenda 2012, elders op dit blog. Gezien het sterke volksprotest tegen de bezuinigingen zou het misschien voor het levensgeluk van de Grieken beter zijn om een eigen koers te gaan varen. Vanavond buigen de Europese regeringsleiders weer over hun probleemgeval.  Wordt vervolgd.     



Geen opmerkingen:

Een reactie posten