Pages

zondag 15 januari 2012

O’Hanlons helden: The sky is the limit, VPRO televisie, 8 januari 2012


De kijker aan de hand genomen.

Documentaires worden bepaald door het gezichtspunt van de maker. De kijker is zich er vaak niet van bewust dat hij een meekijker is. Dat de beelden zijn uitgekozen en dat er gemonteerd is voorafgaande aan uitzending. 

Wanneer we daarbij worden rondgeleid door een gids is sprake van een nog grotere afstand tot het vertoonde. We kijken niet alleen door de ogen van de cameraman maar ook nog eens naar de figuur van de gids. Dit soort aanpak lijkt steeds meer aan terrein te winnen. Ik herinner me de reisverslagen van Paul Theroux. Jan Leyers en onlangs Paul Rosenmöller voegden zich in het rijtje.

Het lijkt erop dat de kijker als een onmondig kind aan het handje meegenomen moet worden.
Dat hij geamuseerd moet worden, de weg gewezen. Omdat hij anders afhaakt. Sunny Bergman was met haar naïeve, eerlijke blik in een serie over vrouwelijke seksualiteit een welkome uitzondering.

Inmiddels is er een nieuwe gastheer opgestaan. Een grote blonde Engelsman, die luistert naar de naam Redmond O’Hanlon. Acht keer neemt hij ons mee naar een held uit het verleden. De serie werd met veel tamtam aangekondigd. Met lovende one-liners van de belangrijkste landelijke kranten en daarachter de uitroep: oordeel zelf. Dat werkt wel. Ik had verwacht dat ik ging kijken naar een BBC-productie, maar het betrof een eigen maaksel van de VPRO. Dat zette me aan het denken. Waarom huurt men een Engelsman in? Hoe is dit tot stand gekomen? Wilde men hem bij de BBC niet hebben?

Veel tijd om daarover na te denken had ik niet, want de lijvige O’Hanlon had zijn koffer al gepakt. Hij ging op weg naar Spitsbergen, waar ruim een eeuw geleden de Zweed Andrée samen met twee andere avonturiers een poging waagde om met een luchtballon de Noordpool over te steken. Dertig jaar later vonden vissers hun bevroren lichamen, hun dagboeken en een camera. Andrée werd door het thuisfront vereerd als een held.

O’Hanlon bezoekt het museum dat voor de ballonvaarders is ingericht en spreekt met deskundigen die allen van mening zijn dat het gekkewerk was was Andrée ondernam. Hij ging al weg met een lekke ballon. Uit eerzucht meent een ondervraagde.

Wat bijblijft is de figuur van O’Hanlon, die als een Olie B. Bommel zijn rolkoffer over een verlaten weg door een onmetelijk sneeuwlandschap met zich mee trekt, zich afvragend of hij niet door een ijsbeer zal worden opgegeten, die uitgelegd krijgt dat je bevroren vingers moet afhakken om te voorkomen dat het bevriezingsproces verder gaat, die op zijn rug liggend bij het graf van Andrée zich de weinig relevante vraag stelt of het een droom was of werkelijkheid. Dat zijn plaatjes die er niet toe doen, die het uitzicht belemmeren. Met weemoed denk ik terug aan documentaires als Diogenes en Het gat van Nederland waarmee de VPRO groot werd.

Deze recensie werd eerder geplaatst op www.recensieburger.nl

 

     

Geen opmerkingen:

Een reactie posten